Mening geven of niet

Mijn moeder zei vroeger altijd als er mist hing: ´het is een klein wereldje vandaag´.

Mensen die mijn weblog lezen zouden kunnen denken dat ik leef in mijn kleine wereld en dat ik niet op de hoogte ben van al het dramatische dat er zich afspeelt in de wereld om mij heen. Dat is niet zo. Ik lees kranten en luister naar radio 1. Ik zie wat mensen overal van vinden op Twitter en in columns in diverse kranten. Maar heb ik behoefte om in dit weblog mijn mening te geven over wat er om me heen gebeurd? Nee.

Er zijn al zoveel meningen. Ik denk niet dat mijn mening veel kan toevoegen aan meningen die er al zijn. Bovendien vind ik dat ik niet genoeg afweet van de werkelijke situatie op heel veel plekken op de wereld om een goed oordeel te kunnen vormen. En daarbij komt nog dat ik helemaal niet wil oordelen. Wie ben ik? Laat ik maar eerst naar mezelf kijken en hoe ik me gedraag en me op elk moment afvragen of dat wel ok is. Daar heb ik het druk genoeg mee.

Dus daarom krijgt de lezer in mijn weblog niet meer te lezen dan wat ik meemaak en hoe ik bepaalde dingen beleef. Ik probeer daarin zo openhartig mogelijk te zijn en hoop dat sommige lezers zich dan kunnen herkennen in wat ik schrijf. Meer is het niet.

Speelgoed

begin van ochtendwandelling via de lift naar beneden
Slechte foto van klaproos met bij

Vandaag kwam onder het wandelen het onderwerp speelgoed in me op. Ik zag in de etalage van de hobbywinkel wat gevlochten armbandjes liggen en dat bracht me het cadeautje in herinnering dat ik dit jaar kocht voor mijn oudste kleindochter (7 jaar). Ik kocht een set garen in mooie kleuren met een soort spoel waarmee je gemakkelijk armbandjes kan vlechten. En verder een set kralen om in de armbandjes te verwerken. ´Volgens mij heeft ze er nog niets mee gedaan,´ zeg ik tegen Ahmad. Soms twijfel ik aan wat ik koop als cadeautjes voor mijn kleinkinderen. Ze hebben al veel en in hoeverre is wat ik voor ze koop leuk genoeg om voor langere tijd hun aandacht vast te houden? Naast twee kleine kleinkinderen heb ik ook drie grote kleinkinderen van respectievelijk 25, 17 en 15 jaar. Die jongens stuur ik gewoon geld op hun rekening en dat vinden ze altijd fijn, dus dat is geen zorg. Dat ga ik ook later doen voor de twee nog kleine meisjes. Nu krijgen ze naast hun cadeautje wat geld, maar dat zegt hun nu nog niet veel en ze zijn nog niet zelfstandig genoeg om dat geld te besteden. Een cadeautje dat komt via de post is nu natuurlijk interessanter. Maar over het nut ervan twijfel ik soms. Kies ik wel de goede dingen uit?

Als ik speelgoed zie liggen in speelgoedwinkels word ik daar soms een beetje weemoedig van. In gedachten zie ik die grote knuffelberen en die plastic auto´s en poppenwagens al bij het grof vuil liggen, kapot en afgedankt. Kinderen krijgen nu veel. Veel speelgoed, veel snoep bij verjaardags-traktaties, veel zakgeld en veel, veel, veel van alles. Ik snap wel dat mensen uit liefde veel kopen voor hun kinderen, vaders, moeders, opa´s, oma´s en tantes en ooms. Gewoon, omdat het kan….Maar soms hebben kinderen zoveel speelgoed om mee te spelen dat ze niet meer weten wat ze moeten kiezen om mee te spelen. Daarbij is er de enorme concurrentie van de digitale middelen, zoals tablets en telefoons die ook hun aandacht trekken.

Ik kan me nog precies mijn eigen speelgoed van vroeger herinneren en ik weet nog waarmee mijn broer vooral speelde. Ook van mijn kinderen weet ik nog waarmee zij speelden, maar van mijn kleinkinderen weet ik het niet precies. Misschien zie ik het niet, omdat ik natuurlijk niet veel in hun buurt ben. Maar zeker is wel dat ze veel meer hebben dan mijn kinderen hadden en dan ik had. ´Spelen ze er wel mee?´ vraag ik aan mijn schoondochter. Ja, gelukkig wel. Vooral de oudste heeft een enorme fantasie en weet met al haar speelgoed wel iets leuks te verzinnen. Ook vindt zij het leuk om al haar poppetjes en hele dorpen met poppetjes of miniberen mooi uit de stallen en al haar knuffels op een gezellige manier haar bed te laten omringen. Dat laat ze graag met trots zien.

Ik denk dat ik me zorgen maak om niks. Mijn kinderen en ikzelf hadden niet zoveel om te spelen dat we niet wisten wat te kiezen. We speelden gewoon met wat we hadden en het was niet moeilijk dat te overzien. En er was nog geen concurrentie vanuit de digitale wereld. Mijn broer maakte een zogenaamde telefoon waarmee we contact onderhielden (hallohallo). Mijn kleinkinderen hebben zoveel dat ze het overzicht moeten bewaren over wat ze hebben, maar ik zie dat het ze aardig lukt. Als kleine managers weten ze al hun speelgoed te vinden en een rol te laten spelen in hun spel. En van hun vader en moeder mogen ze af en toe even lekker rust nemen door iets te kijken op de tablet. De tijden veranderen en de kinderen ook. Kleine wijsneusjes ?.

Wij speelden veel buiten, wat toen nog kon zonder toezicht. Ook mijn kinderen konden dat vroeger in mijn buurt. Nu is dat wat minder gemakkelijk en dat vind ik jammer. Kinderen die in een rustige buurt opgroeien met veel speelgelegenheid hebben geluk. Maar dat veel kinderen dat niet hebben betreur ik. Het verkeer is drukker en de omgeving is gevaarlijker geworden.

Dat viel tegen!

Gisteren keek ik naar de eerste aflevering van ´de nieuwe Vermeer´. Ik verwachtte net een soortgelijk programma als het ´Rembrandt Project´, maar dat bleek niet te kloppen. In het Rembrandt Project kregen amateur-schilders opdrachten en zag je ze aan het werk, waarbij ze nuttige aanwijzingen kregen van professionals. Als kijker kon je van de aanwijzingen die gegeven werden veel leren.

In de serie ´de nieuwe Vermeer´ wordt een grote groep mensen uitgenodigd om, gezeten in een zaal, te luisteren naar een opdracht: een verdwenen schilderij van Vermeer, waarvan alleen de titel en beschrijving nog terug te vinden is tot leven roepen. Men mag de opdracht uitvoeren met alle mogelijke technieken en krijgt 16 weken de tijd om dit thuis te doen.

Na 16 weken wordt de winnaar bekend gemaakt (gekozen uit 30 finalisten die hun werken naar de bijeenkomst hebben meegesjouwd). Er wordt één werk van al deze amateurs uitgekozen als winnend werkstuk dat in het museum wordt opgehangen naast de werken van Vermeer. De rest mag na afloop weer aftaaien met zijn werk. Daarnaast zijn er twee professionele schilders bezig met de opdracht en hun werkproces krijgt in het programma de meeste aandacht. Uit het werk van deze twee schilders wordt één werk wordt gekozen dat ook in het museum mag hangen.

Ik had als kijker te doen met veel van de deelnemers, zoals de vrouw die een hele ´Vermeer´ in glas had uitgebeeld. Ik weet dat glas voor glasbewerking een zeer duur materiaal is. Iedereen had zich thuis uitgesloofd en moest het doen met de ´eer´ om bij de 30 finalisten te horen. De dertig werken die de finalisten hadden gemaakt kregen in het programma nauwelijks aandacht en er kwamen er maar een paar even in beeld. Na afloop konden de finalisten stilletjes afdruipen met hun werken, waarvoor weinig aandacht was geweest.

Ik blijf achter met een raar gevoel. Is dit programma nu zo gemaakt in het kader van bezuiniging? Ik snap dat het Project Rembrandt veel moet hebben gekost aan materiaal en aandacht en instructies van professionals. Het programma stond in het teken van nieuw schildertalent dat ontwikkeld werd. Het programma ´de nieuwe Vermeer´ staat meer in het teken van Vermeer zelf en van de twee profs. Al die mensen die zich thuis uitsloven krijgen weinig credit en totaal geen steun bij hun werk.

Ik blijf het programma wel kijken, omdat ik geïnteresseerd ben in schilderkunst, maar de opzet van het programma en de presentatie vallen me tegen.

Ik ben heel benieuwd of in verdere afleveringen van dit programma amateurkandidaten zich zullen blijven aanmelden met hetzelfde enthousiasme als in aflevering 1.

Smeekbede

Soera 113, Al-Falaq (De dageraad)

1قُلْ أَعُوذُ بِرَبِّ الْفَلَقِ ﴿١﴾

Zeg: “Ik zoek bescherming bij de Heer der dageraad.


2مِن شَرِّ مَا خَلَقَ ﴿٢﴾

Tegen het kwaad dat Hij geschapen heeft.


3وَمِن شَرِّ غَاسِقٍ إِذَا وَقَبَ ﴿٣﴾

En tegen het kwaad van de donkere nacht wanneer hij aanbreekt.


4وَمِن شَرِّ النَّفَّاثَاتِ فِي الْعُقَدِ ﴿٤﴾

En tegen het kwaad van hen die op knopen blazen.


5وَمِن شَرِّ حَاسِدٍ إِذَا حَسَدَ ﴿٥﴾

En tegen het kwaad van een jaloerse wanneer deze jaloers is.”

Sura Al-Falaq

Soera 114, An-Nās (De mensheid)

قُلْ أَعُوذُ بِرَبِّ النَّاسِ ﴿١﴾

Zeg: “Ik zoek bescherming bij de Heer van de mensen.


2مَلِكِ النَّاسِ ﴿٢﴾

De Koning van de mensen.


3إِلَٰهِ النَّاسِ ﴿٣﴾

De God van de mensen.


4مِن شَرِّ الْوَسْوَاسِ الْخَنَّاسِ ﴿٤﴾

Tegen het kwaad van de wegsluipende influisteraar.


5الَّذِي يُوَسْوِسُ فِي صُدُورِ النَّاسِ ﴿٥﴾

Degene die in de harten van de mensen influistert.


6مِنَ الْجِنَّةِ وَالنَّاسِ ﴿٦﴾

Van de djinn en de mensen.

Dit zijn de twee laatste sura´s van de Koran.

Als nieuw schilderproject denk ik erover deze twee sura´s in kalligrafie te kopiëren op aquarelpapier en deze mooie (en beschermende) teksten te decoreren met bloemetjes en blaadjes. Zo kan ik de aquarelpotloden die ik kreeg van de kinderen van Ahmad gebruiken. Ik moet wel eerst oefenen. Ik heb nog nooit met aquarel gewerkt.

En liefde dan?

Er staat: ´Geven is liefhebben´ en ´Moge God elke hoek van dit huis zegenen´.

Bestaat liefde? Ik denk het wel. Een ouder houdt in de regel onvoorwaardelijk van zijn kroost en heeft alles voor zijn nakomelingen over? Dat zie je bij dieren en mensen. Het is een instinct en het is vrijwel altijd zo dat een ouder zijn kind kost wat kost wil beschermen tegen alles wat lelijk is en het beste voorheeft met dat kind. Maar uitzonderingen bevestigen ook hier de regel. Zelfs bij dieren zie je verstoten nakomelingen en bij mensen zeker. Maar in de regel is de liefde van een ouder voor het kind onvoorwaardelijk en vanzelfsprekend.

En hoe zit dat dan in relaties? Een partner, hoe nabij ook, blijft een vreemde. Dat houdt het interessant en daarom blijft een relatie boeiend en, mits er wederzijds respect is, leerzaam. Maar zoals dat ook het geval is bij vriendschappen is er in relaties sprake van een kosten-baten evenwicht. Als de ene partner het gevoel heeft meer over te hebben voor de ander, dan gaat het op een gegeven moment wringen. De kosten en baten (en daarbij bedoel ik de gevoelsmatige kosten en baten) moeten in evenwicht zijn. Is een relatie dan niets anders dan vrijwillig gekozen wederzijdse afhankelijkheid?

Ik weet dat Ahmad heel veel van me houdt en dat hij niet alleen een geliefde is maar ook een vriend. Hij heeft laten zien dat hij er ook in slechte tijden voor mij is. En in goede tijden hebben wij het fijn met elkaar. Maar houd ik wel net zoveel van hem als hij van mij? Vandaag vroeg ik hem hoe hij dacht over ons kosten-baten evenwicht. Vindt hij dat ik voldoende liefde aan hem teruggeef? Heeft hij genoeg ´baten´ bij mij. ´Ik kijk niet zo,´ zegt de lieverd. En dan vraagt hij: ´Ben jij graag bij mij?´ ¨Ja,´ zeg ik. ´Maar is dat niet puur egoïsme van mij?´ Hij lacht naar me en zegt dat, al zou dat zo zijn, dat het niet uitmaakt. ´Wees gewoon gelukkig bij mij.´ Mijn God, wat houd ik van die man. Maar is dat liefde?

De laatste dagen hier waren regenachtig en grijs. Ik keek naar films, waarin mensen slechte dingen deden. Ik droomde raar. De mens is zo vatbaar voor indrukken en zo gauw geneigd tot twijfelen. Ik bedoel mezelf…..

Echte vrienden bestaan niet

Althans in mijn leven. Ik heb veel vriendschappen gehad en voor mij voelde dat vooral als ´met elkaar voortwandelen door het leven´. Als kind nam ik vriendschap en trouw heel serieus, maar helaas werd ik een aantal keren daarin erg teleurgesteld. Mijn ´beste vriendinnetjes´ lieten het herhaaldelijk en in diverse situaties als het nodig was om voor mij op te komen afweten. Als kind al verbaasde ik me erover hoe veranderlijk mensen en kinderen waren in hun trouw en vriendschap. Ik bleef echter altijd uitgaan van het goede en eerlijke van de mensen om mij heen, ook al voelde en merkte ik vaak intuïtief dat dit niet klopte.

Ik denk dat de vriendschappen in je jeugd het belangrijkst zijn voor je verdere leven. Je bent dan nog heel vatbaar voor indrukken en gebeurtenissen maken meer indruk dan in de rest van je leven. Je kijk op het leven wordt dan gevormd. Sommige mensen hebben het geluk dat ze op één plek blijven en hun vriendschappen kunnen blijven onderhouden. Als je eenmaal volwassen bent en misschien een gezin sticht en waarschijnlijk in ieder geval een groot deel van je tijd werkt, dan raken vriendschappen meer op de achtergrond. Je hebt eenvoudig minder tijd.

Bij mij is het zo gegaan dat ik eigenlijk vanaf mijn studententijd nogal een geïsoleerd bestaan heb geleid. Ik was er voor mijn kinderen en de rest was ruis om mij heen.

Ik heb heel wat spannende momenten gekend in mijn leven, waarin ik hulp van een ander nodig had. Het gekke is dat de onverwachte hulp dan nooit van een vriend of vriendin kwam, laat staan van mijn familie. (Kinderen, ik heb het nu niet over jullie. Ik weet dat jullie altijd voor mij klaarstaan! Maar veel is gebeurd toen jullie nog niet in mijn leven waren of nog te klein.) Op die momenten kreeg ik, gek genoeg, altijd en precies op tijd hulp van een persoon die dan als het ware door God gezonden leek.

God/Allah is voor mij niet een ´man met een baard op een wolk´. Allah is Liefde en Allah verschijnt aan mij door mensen die Hij op mijn pad stuurde in mijn meest duistere momenten. Vrienden zijn voor mij de mensen die mij hielpen als een werktuig van Gods Liefde op het moment dat dit nodig was.

Zoals men zegt: in tijden van nood leert men vriend en vijand pas kennen. Zo is dat voor mij ook geweest. Een vriend heb je niet altijd voor het leven maar soms slechts voor even. Maar zo een vriend vergeet je niet meer. Terwijl de vrienden met wie je veel tijd hebt doorgebracht niet altijd zo een blijvende indruk achterlaten. Het was leuk met hen, zolang je dezelfde richting opliep samen, maar uit het oog betekende meestal dan ook uit het hart.

Wat ik nu merk is dat ik nog het meeste voel voor de mensen die ik ken van lang geleden. Ik zie ze niet veel of soms zelfs niet, maar ik weet dat ze nog in leven zijn en ik voel voor ze omdat ik herinneringen met ze deel. Het is nostalgische vriendschap en interesse van mijn kant. Ik wil dat het goed met ze gaat en dat ze nog lang blijven lopen op deze planeet, al lopen ze niet met mij op. Het is een soort ´heimwee vriendschap´. Er is al zo veel niet meer en alles verandert en niets blijft. Maar die mensen zijn er nog en dat geeft me een soort rust.

Nieuwe vrienden maken op mijn leeftijd is eigenlijk niet te doen. Je kan samen gaan oplopen, maar dat geeft dan niet hetzelfde gevoel als in je jonge jaren. Het hoeft dan ook voor mij niet. Laat ik het zo zeggen: in wezen is de hele wereld mijn vriend. We zijn allemaal maar ´lonesome hobos´ die ronddwalen op deze planeet en iedereen kan wel wat aandacht gebruiken. Ik heb alle tijd om die te geven. En ik vind mensen nog steeds boeiend. Maar echte vrienden? Nee, ik heb ze niet. Allah is mijn enige echte Vriend.

Mijn broer wordt nog steeds herdacht

Elk jaar is er op17 december in Moskou een plechtigheid om de 6 rodekruismedewerkers te herdenken die in hun slaap vermoord werden in een ziekenhuis in aanbouw in Grozny (Tsjetsjenië). Het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) werkt daarnaast aan een internetpagina waarop alle overal ter wereld in het veld omgekomen medewerkers van het Rode Kruis worden herdacht.

Ik kreeg een mail van hun contactpersoon of ik enkele dingen die men schreef over mijn broer wilde nakijken en eventueel verduidelijken. Hij vroeg mij het volgende:

´Ik heb daarom de volgende specifieke vragen aan jou, Shabnam:

Toevoegen van de naam “Shabnam Theunissen”, indien jij dat wenst

ICRC vraagt verder:

of we Hans’ geboren naam “Johan Joost Theunissen” ook zouden moeten vermelden, en wellicht nog aangeven dat Hans werd geadopteerd.

of bekend is waarom Hans van psychologiestudie naar constructie overging, en of we dat zouden moeten vermelden´

Ik keek wat men toe nu toe vermeldde over Hans op de website. En ik zag dat er wat dingen fout vermeld staan. Dat ook de aanname dat Hans geadopteerd zou zijn natuurlijk niet klopt, maar wel begrijpelijk is, omdat voor buitenstaanders nooit duidelijk is geworden dat Hans niet de zoon is van Elkerbout. Dat is dan ook iets dat mijn stiefvader en moeder nooit naar buiten hebben willen brengen. Zelfs op zijn grafsteen staat geschreven: ´our son´.

Ik heb de volgende reactie gegeven:

´Hans was not born in Utrecht, but he was born in Soekaboemi in Indonesia on the 4th of januari 1949. He studied psycholgy in Utrecht and from then on kept on living there.

He was born under de name of Johan Joost (Hans) Theunissen, son of Johanna Josta van der Schaaf and Adriaan Cornelis Theunissen. His parents divorced when he was five years old and his mother remarried Johan Gerard Elkerbout. That is why the surname of Hans was later changed in ´Elkerbout´. He was not adopted but he was my beloved brother. I am born as Monique Theunissen on 22 october 1950. They changed my surname in Elkerbout as well, but I rechanged the name when I was older in the name of my real father A.C. Theunissen who is also the real father of Hans (Johan Joost). Ik changed my forename as well (in Shabnam). My brother Hans didnot change his name but kept the surname of our stepfaher.

My brother Hans and I both have our masters degree in psychology. Hans didnot work as a psychologist. He was more of a practical person and he did like to work with his hands and build things. He was an autididact in matters of construction of all kind. 

The partner of his last years said about Hans: ´When Hans committed at something, he gave it his all´. As his sister I fully agree with that.´

Toen ik later mijn eigen woorden teruglas, besloot ik Ad Beljaars (momenteel mijn contactpersoon bij het Rode Kruis) te bellen. Om hem te zeggen dat ik het weliswaar nodig vond om de juiste info te geven omtrent Hans zijn geboortenaam en geboorteplaats, maar dat ik het niet nodig vond om dat op de website te vermelden. Dat ik er vrede mee heb dat de naam van Hans vermeld blijft op de website zoals die er nu staat (Hans Elkerbout). Omdat het in wezen niets uitmaakt hoe hij heette. En dat al het andere dat over hem geschreven staat (over hoe hij was) wel klopt.

Het was een fijn gesprek, waarin over en weer dingen duidelijk werden.

Brand op de heuvels tussen Alhaurin de la Torre en Alhaurin Grande

Er is brand uitgebroken op de heuvels (berg) waarop wij uitkijken vanuit ons dakhuisje in Alhaurin de la Torre. De brand schijnt te zijn aangestoken, wat men kan afleiden uit het feit dat hij is ontstaan op diverse plaatsen. ‘Wat kan de motivatie zijn achter zo een daad?’ vraag ik Ahmad. Het antwoord is ‘dinero’ (geld). Mensen die grond kopen hebben er baat bij de grond voor een kleiner bedrag te kunnen kopen en ermee te speculeren.

Wat een trieste en miserabele reden om zoiets te doen. Ik denk aan alle diertjes en dieren die niet snel genoeg hebben kunnen wegkomen en levend verbrand zijn en de altijd groene naaldbomen die op de heuvels groeiden en nu verdwenen zullen zijn. Wij hebben er veel gewandeld voordat ik mijn heup brak. Er zullen misschien ook huizen verloren zijn gegaan.

foto is genomen door Miguel de ‘kattenman’ en onze buurman daar
genomen vanaf het golfterrein in Fuengirola

https://inspanje.nl/costa-del-sol/18481/grote-brand-aan-de-costa-del-sol-in-de-bergen-van-mijas/

Wat betekent geloven in God / Allah voor mij?

Vannacht werd ik wakker om 3 uur. Na het ochtendgebed een klein half uurtje later kon ik niet gemakkelijk inslapen. Ik dacht: laat ik deze tijd benutten om me dingen af te vragen. Wat betekent het geloven in God/ Allah voor mij?

Vanaf dat ik een klein kind was geloof ik in het bestaan van een God. Waarom dat zo is kan ik niet verklaren. Hoe ouder ik werd, hoe moeilijker het voor mij werd om dit godsbesef te gieten in een bestaande godsdienst. Uiteindelijk besloot ik dat er in ieder geval een Hogere Intelligentie moest zijn achter alles wat gebeurde of zoals ik het toen in gedachten noemde: kosmische wetten die overal gelden en die perfect zijn. Ik hield een schriftje bij van gebeurtenissen en de consequenties daarvan en probeerde zo uit te zoeken wat de overeenkomsten waren in alle gebeurtennissen en hun gevolgen. Ik ontdekte dat er niet altijd een causaal verband hoeft te zijn tussen gebeurtenissen, maar dat het ook een een correlatie kan zijn tussen gebeurtenissen. Dat wil zeggen dat gebeurtenissen gelijktijdig kunnen plaatsvinden zonder oorzakelijk verband. Ik ontdekte dat wat men ’toeval’ noemt een uiting kan zijn van zo een correlatie tussen gebeurtenissen. Ik zag betekenis in beide typen verband en probeerde op mijn manier inzicht te krijgen in de kosmische wetten. Het bleef natuurlijk een heel gezoek zonder einde.

Toen ik nog wat ouder was en inmiddels psychologie studeerde hield ik me in mijn vrije tijd bezig met het bestuderen van allerlei geloofsrichtingen en filosofische inzichten. Met name zocht ik naar overeenkomsten tussen de godsdiensten, die mogelijk waarheid konden bevatten. Ik herkende me vooral in het oosterse denken dat meer belang hecht aan het samenvallen van gebeurtenissen dan aan causale verbanden. In mijn psychologiestudie kwam deze manier van kijken naar de wereld vooral tot uiting in de Gestalt psychologie.

Kort na het behalen van mijn doctoraal in de psychologie bekeerde ik me tot de islam, een voor velen onbegrijpelijke keuze.

Nu, 45 jaar later, vraag ik me ook soms af waarom ik heb gekozen voor de islam als godsdienst. Ik herken me niet in de strenge kledingvoorschriften voor met name vrouwen die sommige moslims hanteren en evenmin in veel andere geboden en verboden die sommigen zich opleggen, zoals het niet mogen portretteren van mensen, dieren of planten en het niet mogen dansen of muziek maken. Ik geloof wel in veel andere adviezen zoals het advies om geen alcohol te drinken en varkensvlees te eten, geen overspel te plegen, niet te liegen, mens dier en plant geen schade te berokkenen, niet te roddelen, goed te zijn voor ouders, kinderen, familie en buren (voor mensen in het algemeen), eerlijk zijn in de handel. Kortom leven alsof God/Allah voortdurend over je schouder meekijkt op alles wat je van plan bent, zegt en doet. Sheikh Nazim (moge zijn verlichte ziel voor altijd in vrede rusten en met Allah zijn) verwoordde het heel simpel. Hij zei: ‘Bij alles wat je wilt gaan zeggen of doen, kun je je afvragen wat Allah hiervan zou vinden. Vindt hij het goed dan is het o.k.. Zo niet, doe het dan beter niet. Zo gemakkelijk is het.’ Hij glimlachte terwijl hij dit zei.

En daarmee kom ik bij wat Allah voor mij betekent. Allah fungeert voor mij als een ‘kompas’ in mijn leven. Allah is voor mij Perfectie en Allah geeft voor mij aan op elk moment wat goed gedrag is of slecht. Het bidden tot Allah vijf keer per dag helpt mij om mij even dicht bij Allah te voelen en los van de dagelijkse beslommeringen en mijn constante gedachtestroom.

Ik weet dat veel mensen zeggen dat er geen god bestaat en dat het een verzinsel is van de mens. Ik kan niet bewijzen dat dit niet zo is. Maar voor mij is het belangrijk om mij tot Allah/God te wenden om een richtlijn te hebben. Ik kan die richtlijn niet uit mezelf halen, omdat ik niet perfect ben en omdat ik weet dat mijn ‘nafs’ (ego) mij om de tuin kan leiden. Het refereren aan Allah, die niet gekend kan worden, maar die wordt geëerd in 99 namen van perfecte eigenschappen, helpt mij op de ‘siratal mustaqim’ (juiste weg) te blijven. Als ik afdwaal ben ik niet gelukkig, weet ik uit ervaring.

Ik ben nog steeds wat grieperig….