Zonder woorden

Zoals ik al eerder schreef in dit weblog zal ik voorlopig geen stukjes meer schrijven. Ik ben bezig met een dagboek dat vooral aan mezelf is gericht en dat ik eventueel zal nalaten voor mijn kinderen. De behoefte om woorden te delen op internet heb ik nu niet.

Ik maak nog wel graag foto´s en filmpjes tijdens onze wandelingen in Alhaurin de la Torre en die beelden verzamel ik om daar filmpjes van te plakken op muziek die ik dan deel op YouTube. Ik plaats deze ook in mijn weblog. Het zijn beelden die mijn aandacht trokken en die ik daarom graag deel.

Uitgepraat

De laatste tijd merk ik steeds vaker dat ik minder zin heb om in dit weblog te schrijven. Niet omdat ik niet van schrijven houd, want dat doe ik heel graag. Maar wel omdat ik vind dat ik niks meer te vertellen heb.

Ik ben ooit met dit weblog begonnen omdat ik veel wilde vertellen over de islam zoals ik die ervaar. Ik hoopte een ´brug´ te kunnen zijn tussen moslims en Nederlanders met een andere levensvisie. Ik was immers een Nederlandse moslim met kennis van beide culturen.

Ik heb het nodige geschreven en al mijn stukjes over islam (of stukjes die enigszins refereerden aan mijn geloofsovertuiging) bovendien gebundeld in een overzichtelijk gratis boekje.

En verder schreef ik wat over mijn leven hier in Alhaurin de la Torre en in Den Haag.

De laatste tijd heb ik steeds meer het idee dat ik uitgepraat ben. Ik vind het niet meer zo interessant wat ik te melden heb en zeker niet in die mate dat ik het zou willen delen op een openbaar platform. Ik merk dat ik bij het schrijven in dit weblog altijd voor ogen houd dat iedereen het kan lezen en dat maakt dat ik me meer dan ik zou willen op de vlakte houd en oppervlakkig blijf. Niet alles is voor iedereen die het lezen wil bestemd. Ik wil graag verder schrijven maar met meer vrijheid.

Gisteren overwoog ik wat ik nu wilde. Helemaal dit weblog uit de ether halen en alleen datgene wat ik tot nu te geschreven heb bewaren voor mijn kinderen (wat ik sowieso zal doen)? Of het weblog online houden en er gewoon een tijd niet in schrijven. Mensen die er toch in willen lezen kunnen dan alsnog oude stukjes lezen. Zoals de oefeningen na een gammanail heupoperatie, die mogelijk nuttig kunnen zijn voor mensen. Ik heb gekozen voor het laatste.

Ik ga wel door met schrijven, maar ga dit verder doen in het programma ´word´ in de vorm van een soort dagboek. Ik zal daarin mijn diepste gedachten en herinneringen aan het digitale ´papier´ toevertrouwen. Als ik na een tijdje merk dat mijn gedachten gedeeld mogen worden met meerdere mensen kan ik er een boekje van maken of ze alsnog plaatsen in dit weblog. Maar het is in principe niet mijn doel om voor anderen te schrijven. Maar eigenlijk voor mezelf als een soort ´gesprek met mezelf´.

Ik wens de anderhalve trouwe lezer die ik heb alle goeds voor nu en de toekomst, alvast fijne kerstdagen en een mooi liefdevol 2024.

Het leven van een zwerfkat kent ook mooie momentjes

Zoals genieten van het ochtendzonnetje

Wij hebben de pech dat ons dakterrasje weliswaar een schitterend uitzicht biedt en ons laat genieten van spectaculaire zonsondergangen maar dat je er ook veel wind vangt. Dus op dagen als vandaag, als er een flinke NW wind waait, kunnen wij niet van het zonnetje genieten. Wel binnen achter het glas. Geen lichttherapie nodig hier.

Ahmad is hier de fotograaf

Hij doet dat vaak veel beter dan ik . Vandaag kwamen we terug van onze ochtendwandeling en hij zag vanaf de woonkamer een duif op het dak zitten aan de overkant. ´Daar wil ik een foto van maken,´ zei hij. ¨Inshaallah vliegt hij niet weg.´ Hij pakte zijn camera (ook een Sony, maar met een heel sterke zoemlens).

En hier het resultaat, door mij wat bijgesneden:

Wat is er bijzonder aan een duif? zou je kunnen denken. Er zijn er veel van, zowel hier als in Nederland. Ik vraag dan ook aan Ahmad: ´Wat trok jou ineens om die duif te fotograferen?´ Hij wist het niet. De duif trok gewoon zijn aandacht, misschien ook wel door de lichtval van de ochtendzon. Ik vind de foto bijzonder mooi en goed gelukt.

Zo gaat het vaak bij het maken van foto´s. Iets trekt je aandacht en je ziet ineens de schoonheid ervan. Dan wil je dat vastleggen en tegenwoordig is dat gemakkelijk, omdat bijna iedereen hetzij een camera hetzij een mobiele telefoon met een behoorlijke camera bij zich heeft.

Fotograferen heeft niet meer het mysterie van vroeger, doen je een heel filmrolletje vol schoot en het daarna liet ontwikkelen en afdrukken, Spannend was dat. Nu maak je zo nodig tientallen foto´s van hetzelfde die je digitaal kan bekijken en daarvan kan je dan de beste bewaren en de rest in de digitale prullenbak gooien.

De camera hoef je niet meer zelf in te stellen, omdat er diverse automatische opties zijn en de camera zichzelf dan scherp stelt. Eigenlijk is iedereen daardoor nu fotograaf en is de kunst van het camerawerk nu minder belangrijk. Het gaat nu om op het juiste moment bij de juiste lichtval met de best gekozen compositie iets in beeld te brengen. En dat blijft dan nog steeds wel kunst met hier en daar onverwacht mooie toevalstreffers en soms tegenvallers.

De werkelijkheid heeft altijd meer diepte en waarachtiger kleuren dan de foto.

Datzelfde geldt voor een schilderij. Het is maar een benadering van de werkelijkheid.

Toch geeft deze foto door zijn helderheid de toeschouwer de gelegenheid om een doodgewone duif rustig te bekijken in al zijn natuurlijke pracht. Eigenlijk is elk wezen een wonder van perfectie, tot het kleinste insectje aan toe.

Schilderij af

We hebben hier twee dagen geen zon gezien en dat is voor hier veel. Dat gaf mij de gelegenheid om het schilderij van mijn kinderen af te schilderen. Op het laatst was dat niet meer ´paint and go´, zoals ik gewend ben om te schilderen, maar ´paint en blijf plakken´. Ik zie dan steeds meer details die anders moeten en blijf eraan friemelen met een klein kwastje. Eigenlijk de meest frustrerende maar ook de spannendste fase van het schilderen.

Het schilderen van portretten is ondankbaar werk. Vooral als je mensen schildert, die er altijd iets van zullen vinden. Ik kan me ook voorstellen dat het confronterend is om jezelf afgebeeld te zien. Een foto is soms al een klap in je gezicht. Als ik schilder probeer ik daar niet aan te denken maar de uitdrukking op het gezicht weer te geven zoals ik die herken. Dit keer waren het drie van mijn kinderen. Het schilderij heb ik gemaakt voor mezelf om het beeld vast te leggen zoals ik mijn kinderen graag zie. Tevreden ben ik nooit. Klopt het wel anatomisch? Is die neus wel goed? Etc. Het komt vaak aan op millimetertjes verschil die een hele uitdrukking kunnen veranderen. Uiteindelijk moet je het loslaten. Je kan een schilderij ook te lang bewerken waardoor het zijn spontaniteit verliest. Al met al leer ik van elk werkje dat ik maak.

Olieverf 40 x 40

Ik denk dat dit één van mijn laatste realistische portretten is. Het schilderen van portretten is ondankbaar werk als je er anderen blij mee wil maken. Niemand wil een schilderij van zichzelf in huis. Schilderijen dienen tegenwoordig meer als muuropvulling en dienen te passen bij het meubilair.

Gelukkig piepte de zon vandaag weer tevoorschijn. Kan ik andere dingen gaan doen

Google helpt vaak (e-reader liep vast)

Foto heeft niks te maken met dit stukje

Gisteren deed mijn e-reader het ineens niet meer. Mijn Kobo was totaal geblokkeerd en reageerde niet meer op mijn tikjes tegen het touchscreen.

Karamba! Ik bliijf een beetje pielen met het ding, probeer hem uit te zetten door op de aan/uit knop te drukken, de enige knop die het ding heeft. Maar zelfs uitzetten lukt niet echt. Hij start dan gewoon opnieuw op en blijft geblokkeerd. ´Kan ik helpen?´ vraagt de altijd oplossingsgerichte Ahmad, die zelf lekker naast me ligt te lezen in zijn Kindle (die nog nooit problemen heeft gegeven). ´Ik denk het niet,´ antwoord ik somber. Ik laat het ding even op mijn nachtkastje liggen en ga wat in mijn telefoon lezen.

Dan bedenk ik me dat ik hulp voor het probleem aan Google kan vragen of desnoods aan de robotapp Nova. Ik vraag het eerst aan Google en daar lees ik dat ik de aan/uit knop 15 seconden moet indrukken, dan 5 seconden wachten en vervolgens de knop weer 5 seconden moet indrukken. Het ding gaat nu wonderwel echt uit en ook weer aan, maar het scherm blijft geblokkeerd voor het openen van boeken op mijn lijst. Ik kan wel drukken op instellingen. Google vertelt me ook dat indien het probleem blijft voortbestaan het nodig kan zijn om de fabrieksinstellingen terug te zetten. Dan verliest men wel alle boeken die op de e-reader staan.

Vooruit dan maar. Ik tik aan: fabrieksinstellingen herstellen. En inderdaad doet de e-reader het weer als een geoliede machine. Ik moet me wel opnieuw aanmelden bij Kobo en daarvoor even WiFi inschakelen.

Het gekke is dat ik één boek in mijn opgeschoonde e-reader aantref: een door mij onder pseudoniem geschreven roman die ik ooit uitgaf bij Kobo en daar vervolgens zelf aanschafte. Wat raar. Maar toch leuk dat er een boek op mijn e-reader staat. Ik begin erin te lezen. Dit keer is het geen probleem meer om van pagina naar pagina te gaan. Er is totaal geen sprake meer van een blokkade. Ik blijf lezen, terwijl Ahmad zijn boek al heeft dicht gedaan en is gaan slapen. Best een aardig boek, denk ik nu ik het herlees. Het is een verhaal dat ik totaal bij elkaar verzonnen heb. Het behelst mijn leven met mijn eerste man zoals het ook had kunnen zijn als hij een totaal andere persoonlijkheid was geweest. Maar ik heb er gebeurtenissen in verwerkt die wel waar gebeurd zijn, onder andere uit mijn leven in Pakistan. Alle personen in het boek zijn gebaseerd op bestaande mensen, maar ik heb alles dooreen gehaald en namen veranderd.

Vandaag ga ik wat boeken downloaden. Eigenlijk vind ik het niet erg, zo een ´schoonmaak´ op mijn e-reader. Er stonden veel titels op van boeken die ik uit had en nooit zou herlezen of het waren boeken van de bibliotheek waarvan de leen-tijd verlopen was. Na 3 weken is zo een boek dan niet meer leesbaar (dat gaat automatisch) maar de titel blijft wel in je lijst staan. Slordig vind ik dat .

Nu lekker weer met een schone lei (lijst) beginnen…..

Woningnood

Er is een tekort aan huizen in Nederland en sommigen geven daarvan de schuld aan de instroom van asielzoekers.

Maar naar mijn weten is deze woningnood niet nieuw. Hij bestond al in de 70er jaren. Niet voor niets gingen mensen toen leegstaande panden kraken.

In mijn vroege jeugd merkte ik niet zoveel van dit tekort aan huizen. Aangezien mijn stiefvader beroepsmilitair was kregen we vrijwel altijd bij elke verhuizing een woning toegewezen op de vliegbasis waar hij ging werken. In Duitsland waren dat geheel ingerichte woningen (met serviesgoed en al) in een bosrijke omgeving. Op de vliegbasis Deelen woonden wij in een barak waar voorheen soldaten in gehuisvest waren. De woning was niet aangepast voor ons als gezin. We hadden daar drie WC´s naast elkaar en het huis bestond uit een lange gang met te veel kamers en een keuken. Het was voor mijn broer en mij ideaal om verstoppertje te spelen. Om de barak heen was natuur en daar huppelden eekhoorntjes en konijnen rond.

Toen we naar Eindhoven verhuisden werd het wat lastiger. Mijn stiefvader kreeg toen niet direct een woning en daarom trokken we enige tijd in bij zijn moeder, die woonde in een houten woning genaamd ´ons houten kasteel´. Daarna woonden we een tijdlang in een prefab houten woning die te klein was voor vier gezinsleden maar uiteindelijk kregen we een leuke eengezinswoning in een wijk die het ´witte dorp´ genoemd werd. Dat sloeg niet op de huidskleur van de mensen, maar op die van de woningen.

Toen ik uit huis ging en naar Utrecht vertrok, aanvankelijk om bij de Spoorwegen te gaan werken, was het heel moeilijk om een kamer te vinden. Ik vond een klein hokje op twee hoog in een zijstraatje van de Oude Gracht. Ik kon daar niet koken en douchen (moest daarvoor naar een badhuis en naar de mensa). Naast mij woonde nog een jongen. We waren slechts gescheiden door een dunne wand. Als hij een scheet liet kon ik het horen. Gelukkig was hij verder rustig.

Later vond ik een grotere kamer in de wijk Lombok. De kamer was op het noorden en ik had alleen een butagaskacheltje. In de avond ging ik vroeg naar bed om de kou niet te voelen. Ik moest het keukentje op de overloop delen met een heel dominante meid die alle keukenkastjes voor zichzelf gereserveerd had en bij mijn aankomst al aankondigde wanneer zij kookte en de keuken dus niet toegankelijk was voor mij. Ik liet dat over me heenkomen, zultje dat ik toen nog was. Het duurde niet al te lang. Na een koude winter en een zomer werd ik eruit geknikkerd, omdat mijn hospita een baby kreeg en de ruimte nodig had.

Toen heb ik me met mijn toenmalige vriendje aangesloten bij de groep krakers waar mijn broer deel van uitmaakte. Mijn broer woonde op 1bis met die krakers en dat huis was al enigszins bewoonbaar. Nummer 1 stond nog leeg maar was in een verschrikkelijke staat. Daar trokken wij in. Het heeft wel een tijd geduurd om die benedenwoning annex café met bar bewoonbaar te maken. Het bleef ook daarna behelpen, maar het was te doen.

Ik was intussen psychologie gaan studeren Dat ging ik doen vanuit de gedachte dat ik mensen wilde helpen. Ik was informatrice bij de NS maar ik wilde meer kunnen doen voor mensen dan reizen uitstippelen. Als er een ´gastarbeider´ bij de balie kwam met een papiertje en daarop een adres en de man sprak geen woord Nederlands, dan wilde ik het liefst met hem meelopen om hem de weg te wijzen. Ik merkte al snel dat ik niet paste tussen de andere informatrices en dat ik andere dingen wilde met mijn leven.

Als student kon ik me inschrijven voor een studentenflat. Dat heb ik gedaan en na jaren was ik eindelijk aan de beurt voor een kamer in een studentenflat, gedeeld met negen andere meiden en later in een gemengde (d.w.z. jongens en meisjes bij elkaar) ´viereenheid´.

Later ging ik weer terug naar het kraakpand waar inmiddels een plek vrij was gekomen op 1bis.

Toen al was er woningnood, ook al was het aantal inwoners in Nederland een stuk lager dan nu. Maar er was een tekort aan huizen, zowel voor kamerbewoners als voor gezinnen. Ook toen moesten mensen met een laag inkomen jaren wachten op een sociale woning. Een verschil met nu was dat de koophuizen goedkoper waren en veel mensen hebben daarvan geprofiteerd door toen een huis te kopen. Er waren ouders die hele panden opkochten om daar hun studerende kinderen in te huisvesten en de rest van de kamers te verhuren, een goede investering.

Ik heb als bijbaantje een tijdje bij huisvesting gewerkt en zag toen al mensen wanhopig en nijdig worden aan de balie omdat ze geen huis kregen. Ik zag zelfs een keer een man over de grond rollen van frustratie.

Wat wil ik zeggen met dit lange verhaal? Dat woningnood niet iets nieuws is in Nederland. Het is een oud probleem en de oorzaak ligt niet bij het aantal inwoners dat we hebben of de instroom van buitenlanders. Het ligt aan het beleid. Wat daar precies aan schort weet ik niet, maar er is een permanent tekort aan woningen voor alle typen huishoudens. Al jaren!