Nee, dat nog niet. Ik geloof in een opperwezen of liever in een door mij niet begrepen Hogere Entiteit. Dat doe ik al vanaf mijn kinderjaren.
Ooit ben ik moslim geworden. Dat was in de 70er jaren, toen er in Nederland nog weinig bekend was over de islam. Ik was al lang gelovig en kon dat gevoel in geen enkele religie terugvinden.Tot ik een keer de Koran helemaal uitlas in de Engelse vertaling van Marmaduke Pickthall. Ik was diep ontroerd en geheel overtuigd van het waarheidsgehalte van dit heilige boek. Ik zag de islam toen met frisse ogen, kende geen moslims, maar zag waarschijnlijk deze religie zoals deze bedoeld is in zijn oorsprong, in de tijd van Mohamed en zijn metgezellen. Ik werd zo geraakt dat ik mij direct wilde bekeren. Ik dacht ook dat als ik met deze boodschap bij anderen zou komen die nog niet bekend waren met deze in mijn ogen mooie religie, dat die dan ook direct enthousiast zouden raken. Maar dat bleek verre van waar en ik besloot na enige tijd mijn mond maar te houden. Ik beleefde lange tijd mijn geloof individueel, zonder het nog te delen met wie dan ook, hooguit mijn kinderen. Ik trakteerde hen op verhalen over de islam, veelal via vertellingen uit het soefisme, waarin het vooral ging om levenslessen. Ik maakte ook een handleiding voor elk van hen van hoe te bidden in het Arabisch, getypt op een A4 met daarbij de beweging en al erbij getekend. Ik vond er laatst nog één tussen mijn papieren. Mocht de nood ooit aan de man zijn, dan konden ze eventueel bidden, was mijn idee erachter. Spontaan kennen zij tot op heden enkele verzen van het gebed uit hun hoofd, door mij in hun kinderjaren waarschijnlijk vaak herhaald. De islam van mijn kinderen beperkt zich tot het mij groeten met asalamu aleikum (als dat zo uit komt), maar verder merkt je aan hun weinig of niets van wat zij geloven. Ik heb hen nooit gedwongen tot religieuze handelingen.
En hoe zit dat nu met mij? Wat is er gebeurd met mijn geloof?
Ik geloof nog steeds wel in een opperwezen dat ik Allah noem, omdat ik dat ooit beloofd heb en ik ben trouw, Ik zie nog steeds, zoals in mijn kinderjaren dat er kosmische verbanden en wetten zijn die ik niet zomaar kan afdoen als toeval. Ik houd me aan de 5 pilaren van de islam, omdat ik ooit, nu alweer 38 jaar geleden, mij bekeerd heb tot de islam en de 5 pilaren zijn voor mij het enige van de islam dat onomstotelijk vaststaat en behoort de verplichtingen van een moslim.
- de Shahada (geloofsbelijdenis)
- het gebed (5x per dag)
- de vasten tijdens de maand Ramadan
- de Zakat (het geven van een deel van je inkomen aan minder bedeelden.
- de Hadj (bedevaart naar Mecca), die ik al heb gedaan in 1999.
Verder bemoei ik me met niemand die moslim is, noch christen, noch hindoe, jood of boeddhist.
Mijn kijk op zowel de islam zoals die door mensen beleden wordt als op andere geloven heeft inmiddels door de jaren heen een knauw gekregen. Ik houd me het liefst verre van mensen die heel erg overtuigd zijn van het gelijk van ‘hun geloof’. Ik zie de onverdraagzaamheid in hun ogen en het ongeloof als ze kijken naar mensen van andere gezindten die ze dan vaak zien als ‘aanhangers’ van een ander geloof, dat het natuurlijk helemaal bij het verkeerd eind heeft.
Ik zie hoe er met twee maten wordt gemeten en dat nu vooral moslims de gebeten hond zijn. Zij moeten zich overal verdedigen wat betreft het geloof dat zij ‘aanhangen’, alsof zij verantwoordelijk zijn voor wat sommigen uit naam van hun geloof uitvreten. Intussen wordt minder gerept over onmenselijkheden die plaatsvinden uit naam van andere ideologieën. Ik zie dat moslims zich rebelser gaan gedragen en zich meer willen profileren door kleding en baarden, alsof zij daarmee een statement willen maken naar de ‘heidense maatschappij’ waarvan zijzelf deel uit maken en waarvan zij ook profiteren. Ik zie zoveel onoprechtheid, links, rechts en in het midden.
Ik ben nu bijna 40 jaar moslim en zal het ook wel blijven, want eens beloofd blijft voor mij beloofd. Maar als ik nu jong zou zijn en hetzelfde gevoel zou hebben aangaande kosmische wetten en een Hogere Intelligentie die er moet zijn, dan zou ik, denk ik, niet kiezen voor de islam als ‘jasje om mijn godsbesef in te kleden’. Ik zou me misschien verre houden van alle geloven en, net als mijn moeder, zeggen: ‘Doe maar gewoon. Het gaat er toch om dat je je best doet en goed leeft naar je geweten.’
Al die discussies over geloof en politiek hebben geen nut en versluieren alleen maar waar het om gaat: eerlijk alles willen delen en je broeder en zuster gunnen wat jij ook jezelf gunt. En liefhebben.