De rijstkoker

Vroeger was het koken van rijst iets mysterieus voor mij. Mijn moeder woonde een groot deel van haar leven in Indonesië, het vroegere koloniale Indië, en zij was altijd trots op haar Indische kookkunst. Heel wat keren werden er vrienden uitgenodigd voor een rijsttafel en ook wij kinderen hebben aardig wat bordjes rijst gegeten. Het koken van de rijst was in mijn ouderlijk huis een ingewikkeld proces. Eerst werd de rijst gekookt in een pan en daarna werd de pan met het deksel erop in een slaapzak gezet. Dat was volgens mijn moeder onontbeerlijk om een goede rijst te verkrijgen. De rijst moest minstens een uur in die slaapzak blijven. Later kwam de tijd van de donzen dekbedden (lakens en dekens waren toen uit) en vanaf dat moment hoefde de slaapzak niet meer tevoorschijn gehaald te worden, maar kon de rijst een uurtje onder een dekbed verblijven. Menigmaal zag ik mijn stiefvader met de pan met rijst, waaromheen een doek gewikkeld was, van de keuken naar hun slaapkamer lopen, met daarbij een serieus gezicht. Het was zijn edele taak om de rijst in de stoppen tussen het dons van het echtelijke bed.
Eenmaal uit huis kookte ik zelden rijst, want zoiets ingewikkelds als ik thuis had gezien was niets voor mij. Tot ik merkte dat het inpakken van rijst in dons niet zo belangrijk was. Je kan gewoon rijst koken en dan op een zacht vuur even gaar laten worden. Daar hoeft echt geen slaapzak of dekbed aan te pas komen.
Nu is het nog gemakkelijker. Er zijn elektrische rijstkokers in allerlei maten te koop. Doe de rijst erin met zo een hoeveelheid water dat er net een vingerkootje boven de rijst uitsteekt en doe daarbij een scheutje olijfolie en wat zout en zet de pan op “cook”. Daarna kun je gerust weglopen, want de rijst kookt vanzelf gaar en gaat dan op de warmtestand over, waarbij de rijst alleen wordt warm gehouden. Bij twijfel aan de hoeveelheid water/ rijst is de regel: één kopje rijst is anderhalf kopje water. Dat is een stuk gemakkelijker en minder risicovol dan omgaan met de snelkookpan, zoals ik gisteren omschreef.
Morgen vier ik mijn verjaardag met mijn nageslacht. Ik ga bami, nasi, sla en kip maken. Tot zover heb ik alles onder controle. De kip zit in de marinade, het vlees voor de nasi/bami is gekookt en wacht erop om uitgeplozen te worden. Laat die 12 gasten maar komen.

Snelkookpan

Wel een handige uitvinding, zo een snelkookpan. Niet echt nieuw, want mijn moeder had er ook al één. “Pressure cooker” noemde zij het geval en bij gelegenheden kon ik de pan hoorde sissen en flierefluiten in de keuken.
In mijn huis is er ook één verzeild geraakt. Hij was eigenlijk van mijn schoonzoon en ooit heb ik hem geleend. Daarna hoefden ze hem niet meer terug te hebben, omdat ze hem zelf nooit gebruiken. Ahmad weet goed om te gaan met deze snelkoker. Hij maakt er bijvoorbeeld heerlijke harira in. In Spanje is zo een pan bijna in elke keuken te vinden en kun je ze kopen in diverse maten. Hier in Nederland zijn alleen grote snelkokers te koop en ze kosten wel rond de €80.
Tot nu toe heb ik zelf weinig gebruik gemaakt van deze handige pan, waarmee je de kooktijd aanzienlijk kan beperken. Het is bijvoorbeeld handig als je vlees wilt klaarmaken dat lange tijd nodig heeft om gaar te worden of als je haast hebt. De laatste tijd merk ik vaak dat mijn dagen overvol zijn met allerlei activiteit. Als het dan tijd is om te koken wil ik snel klaar zijn! Speciale truc om het eten toch op tijd op tafel te krijgen: de snelkookpan!
Wat je wel in de gaten moet houden bij zo een pan, is dat je de hoeveelheid water goed afmeet. Zit de deksel er eenmaal op en begint het ding te sissen en te stomen, dan kun je niet stiekem even kijken of de hoeveelheid vocht al is ingedroogd en je kooksel niet aanbrandt. Want alvorens de hogedrukpan te openen moet je wel eerst het vuur uitzetten en wachten tot het puffen en tuffen voorbij is. Anders kan je lelijke brandwonden oplopen. Omdat ik dat natuurlijk niet wil en ook niet telkens het vuur wil doven deed ik een paar keer te veel water bij mijn vlees uit angst voor droogkoken. Dit met als gevolg dat ik na afloop het vlees weer op hoog vuur met open deksel moest laten droogkoken. Met als gevolg een vochttoename  in mijn toch al vochtige woning.
Vandaag geeft Ahmad mij goede raad. Het vlees moet alleen maar onder water staan, zegt hij me. Ik maak rendang vlees. Wat hij niet weet is dat dit een vlees is met een saus. Die saus moet lekker koken en in het vlees trekken. Vrolijk zet ik het vlees met de saus in de snelkoker. Ziezo, dat gerecht zit in de pan en en terwijl dat lekker gaar wordt onder hoge druk maak ik de sajoer boontjes klaar en kook ik de rijst. Intussen heb ik mijn jongste dochter aan de telefoon met de luidspreker aan. Zij wil een studiewerkstuk met mij doornemen. Geen probleem. Deze moeder kookt en coacht tegelijk.
Alles loopt gesmeerd tot ik een lelijke brandlucht ruik. Het zal toch niet zo zijn dat….? Ik doe het vuur onder de snelkookpan uit en beheers me om niet het deksel er direct af te rukken. Ik wacht even en open dan het deksel. Daar ligt mijn zorgvuldig bereide vlees met uien knoflook en andere ingrediënten, onherkenbaar verminkt in een zwartgeblakerde, aangekoekte saus.
Jammer dat ik er geen fotootje van geschoten heb. Daarvoor was ik op dat moment niet in de stemming. Nee, in plaats daarvan liep ik naar de woonkamer, zeeg neer in een stoel en hapte naar adem. Ahmad nam het goed op. Wat maakt het uit, zei hij. We eten gewoon alleen die boontjes. Nee, dat wilde ik niet. Ik pakte een nieuw pakje vlees uit de diepvries, sneed opnieuw uien en knoflook en maakte opnieuw vlees, maar nu gewoon in de wok. Terwijl het gaar werd maakte ik met enige moeite de snelkoker schoon. We aten een uur later dan gepland.
Ahmad waste af. Even later zag ik dat hij de snelkoker discreet in de kast gezet had. Ik houd me voortaan bij mijn vertrouwde pannen.

Eén familie

De laatste tijd valt het me steeds meer op. Overal zijn mensen nu geneigd vooral de verschillen te zoeken en niet de overeenkomsten. Verschil tussen vrijheid van meningsuiting versus islam bijvoorbeeld. Is dat wel een tegenstelling? Immers als iemand vrijheid van meningsuiting propageert als hoogste cultureel goed, dan hoort daar toch ook bij vrijheid in het belijden van een een godsdienst. Immers het al dan niet geloven in een god is een mening en heeft niet ieder het recht op een eigen mening? Mits we die niet opleggen aan een ander.  Het lijkt erop dat we bezig zijn in alles de polarisatie te zoeken en het begrip tolerantie is verder weg dan ooit.
Er zijn talloze voorbeelden aan te dragen van deze drang naar het wijzen op verschillen in tegenstelling tot overeenkomsten. Er lijkt een soort competitie aan de gang. Wie heeft er gelijk? Dat schijnt de grootste vraag te zijn en niet: welke problemen zijn er allemaal en hoe kunnen we die samen het hoofd bieden met de expertise van alle beschikbare mensen en middelen. Er is wat gerommel in de partij van Groen Links en direct wordt dit onderwerp in de media breed uitgemeten. Heeft Groen Links nog een bestaansrecht vraagt men zich af. Of is de partij overbodig en kan deze opgaan in in bijvoorbeeld de PvdA? Nee, roept een ander, want stel je voor dat je het zomaar zou eens zijn met een andere partij! Maar wat is hier eigenlijk de vraag? Waarom gaat iedereen  zich ineens bemoeien met wat een interne aangelegenheid is binnen die partij alsof dit nu het belangrijkste vraagstuk zou zijn waarvoor we staan.
Kinderen die uit huis geplaatst zijn en te maken hebben gehad met de instantie Jeugdzorg zijn op grote schaal seksueel misbruikt. Een belangrijk onderzoeksresultaat, maar hoe reageert men erop in bijvoorbeeld een weblog als de Standaard? Door het kindermisbruik bij Jeugdzorg af te zetten tegen het kindermisbruik binnen de katholieke kerk en de islam. Is dat belangrijk? Gaat het hier om een wedstrijd? Nee, het gaat hier om kindermisbruik dat overal bestreden moet worden waar en wanneer het ook plaatsvindt.
Solidariteit is een begrip wat maar zelden nog gebruikt wordt. Mensen vinden het kennelijk niet meer belangrijk om solidair te zijn met een ander. Het belangrijker zijn dan een ander staat voorop. Het gelijk willen krijgen. Ook ik ben geneigd in die valkuil te vallen. Als mensen de islam als godsdienst aanvallen ben ik geneigd om direct mijn geloof te verdedigen, me daarbij baserend op koranteksten. Maar waarom eigenlijk? Ik heb gemerkt dat ik op die manier de polarisatie alleen nog maar verder aanwakker. Het is zinloos.
We zijn allemaal mensen met dezelfde menselijke gevoelens waar we ook wonen en hoe we er ook uitzien. We hebben allemaal last van honger en dorst bij gebrek aan eten en drinken, we kunnen het allemaal koud of warm hebben en we delen dezelfde pijn bij ziekte. Ooit woonde ik in Pakistan tussen mensen die heel anders leefden dan ik gewend was in Nederland. Maar wat me opviel was dat deze mensen niet veel anders waren dan ik.  Ze bleken dezelfde emoties te hebben als ik. Of iemand nu bruin, blank, zwart, rijk, arm, dom, slim, lelijk, mooi, lang, kort, dik, dun, homo, hetero, gelovig, ongelovig allochtoon, autochtoon of wat dan ook is. We zijn allemaal mensen. We hebben hier in Nederland wetten waaraan we ons dienen te houden en die gelden voor iedereen in Nederland. Laat dat dan het houvast zijn en gun verder iedereen te zijn wie hij is.
Laten we meer liefhebben en minder haten. We zijn één familie. We zijn mens.

Gunther Wallraff

Zag op Canvas (daar hebben ze vaak echt goede programma’s) een documentaire over Gunther Wallraff. Een interessante man met het hart op de juiste plaats en een groot rechtvaardigheidsgevoel. Hij begaf zich als een soort undercover in allerlei maatschappelijke situaties, meestal van mensen aan de onderkant van de samenleving. Vervolgens schreef hij over de misstanden die hij daar had aangetroffen. Hij vermomde zich bijvoorbeeld als een Turkse gastarbeider, genaamd Ali, en onderzocht zo de onrechtvaardige arbeidsomstandigheden van de toenmalige gastarbeiders in Duitse fabrieken. Ook leefde hij een tijdje als zwerver te midden van andere zwervers en leerde zo van hun oogpunt uit gezien de houding van de maatschappij kennen tegenover deze groep verschoppelingen. Leuke, actieve man, openhartig en eerlijk. Zulke mensen houden mijn hoop in het goede van de mensheid in leven.

De dagelijkse standaard

Sinds een tijd ben ik geabonneerd op de nieuwsbrief van een heel rechts weblog, genaamd de Dagelijkse Standaard. De schrijvers hebben met name een hekel aan alles wat zich links noemt, zoals PvdA, SP en de Volkskrant. Maar daarnaast haten ze alles wat met Islam te maken heeft. Eigenlijk zou ik misschien mijn lidmaatschap van deze nieuwsbrief moeten opzeggen. Het lezen van de artikelen heeft voor mij iets van mezelf kwellen. Ze zijn verschrikkelijk racistisch.
Misschien blijf ik het elke dag juist dagelijks lezen om ten volle te blijven beseffen dat er nog altijd veel haat is in de wereld en ook onder mijn landgenoten. Ik wil weten waaruit die haat bestaat en hoe ook deze vijanden van de islam tegen de wereld aan kijken. Dan weet ik tenminste met welke meningen ik te maken heb en hoe zij die rechtvaardigen voor zichzelf.
Sinds gisteren heb ik mij ook bij hun aangemeld om te kunnen inloggen, zodat ik kan reageren op hun stukjes. Ik weet dat het niet veel nut heeft om te argumenteren met iemand die volledig in beslag genomen wordt door haat, maar ik doe het toch. Enerzijds om mijn eigen verontwaardiging te uiten over de meningen die ik lees en de griezelige reacties daarop en anderzijds in de hoop dat ik toch iets kan doen aan “voorlichting” om eventuele vooroordelen weg te nemen. Waarschijnlijk helemaal tevergeefs, als een Don Quichote.
Hoop echter wel dat ze me niet gaan opsporen thuis om wraak te nemen. Ik ben nog altijd bang voor agressie van mensen, als ik ergens tegengas durf te geven. De confrontatie is niet echt mijn sterke punt……..

Regen

Het regent en het is een beetje donker. Het is herfst. Op zich nog een leuk jaargetijde, vind ik. Het is wat kouder, maar nog niet zo koud. Met een jas aan is het best uit te houden. Dat er een lange, koude winter aankomt hoef je nog niet te weten, als je daar gewoon niet aan denkt. Want dan wordt het minder leuk. Nee, gewoon daar niet aan denken en alleen genieten van de de blaadjes, die zwevend neerkomen vanuit de bomen en even nog even blijven dansen over de straat. De heerlijke kleuren en geuren van de herfst. De vochtige lucht, die werkt als een verfrissende douche voor je huid. De natuur maakt zich op voor een winterslaap. Als wij beren waren zouden we dat ook doen.

Ouder en lelijker worden

Laatst had ik het alleen maar over het toekomstbeeld van het teruglopen van kracht en gezondheid voor een oudere en het gevoel niet meer mee te tellen. Maar wat dacht je van de uiterlijke verandering? Het geleidelijk aftakelen van de eens zo jeugdige schoonheid is een ander issue en wat voor één! Sommige zeggen dat mannen mooier oud worden dan vrouwen, maar dat vind ik onzin. Een steeds lossere huid en een steeds rimpeliger wordende halspartij staat niemand goed, man of vrouw.
Dat mannen soms nog een jong blaadje kunnen verschalken, terwijl ze er al lang niet meer uitzien als een lekkere vent heeft niets te maken met het feit dat ze mooier oud zouden worden, maar meer met de euro’s die ze op de bank hebben staan. Oude mannen en vrouwen kunnen best jonge partners krijgen, als ze maar dokken. Nee, we worden allemaal oud en lelijker. Ik heb nog nooit een bejaarde gezien, die sexy genoemd kan worden. Dat is gewoon niet zo. Dus dat ideaalbeeld moet je helemaal loslaten, als je een oude heer of dame begint te worden. Anders is het pathetisch. Je kan je gezicht optrekken, maar dan verraden je handen je, met hun rimpels en levervlekken. Jong blijven tot het einde? Vergeet dat maar!
Ik moet dus net als velen met mij accepteren dat bij zijlicht de rimpels boven mijn mond goed te zien zijn, naast alle andere rimpels die mijn gezicht kreukelen. Het beste zie ik eruit als ik omhoog kijk, maar dat is een houding die niet lang vol te houden is, wil men niet struikelen of voor hoogmoedig worden aangezien. Dus dat hoofd moet gewoon geaccepteerd worden zoals het is, en die kin en halspartij ook.
Ik draag mijn haar lang en begin daar nu ook een onzeker gevoel over te krijgen. Bij een jonge vrouw staat dat leuk. Maar laatst zag ik toevallig in “boer zoekt vrouw” een wat oudere dame met lang, dun en onverzorgd haar. Direct ging door mij heen: “Zie ik er ook zo uit?” Dat moet niet! Net als Hilary Clinton. Af en toe denk ik: “heeft ze niet genoeg geld voor de kapper?” Haar haar ziet er al een stuk verzorgder uit als ze het in een staart naar achteren doet. Ok, dat ga ik ook doen….
Gisteren ontving ik zo mijn jongste dochter, met de staart. Ahmad zegt dan altijd vertederd dat ik met staart zo een klein hoofdje heb. Wat moet ik doen?, vraag ik haar. Moet ik mijn haar niet afknippen, nu ik wat ouder ben? Of is het goed met die staart?

na vele afgekeurde foto's gemaakt door Ahmad kon deze er eindelijk mee door, mede dankzij het feit dat hij niet scherp is, wat in mijn voordeel werkt.


Mijn lieve schat staat direct klaar met advies. Ma, je moet het niet wegkammen van je voorhoofd. Dat maakt ouder. Ze kamt mijn haar lief in twee plukken van voren, beetje links, beetje rechts. En de rest van je haar moet je voor de helft een beetje opbollend naar achter spelden. Ik probeer het en ja, deze mode-expert heeft gelijk. Dit staat me echt beter dan dat hoge kale voorhoofd. Dankjewel, lieve Kiran. Zo kan ik weer een tijdje vooruit. Maar het verval houd ik niet tegen…….

Comodin

“Je bent een comodin”, zegt Ahmad tegen me. Ik vraag hem wat dat is, want ik ken nog lang niet alle Spaanse woorden. Dat is een kaart die je voor verschillende dingen kan gebruiken. Een soort joker dus. Dat ben ik voor mijn kinderen.
Een paar dagen geleden klaagde ik nog over het “zich nutteloos en ongebruikt voelen” dat gepaard kan gaan met het ouder worden. Mijn leven was toen even vrij rustig en zo kwam ik waarschijnlijk op die gedachte. Nu, dat was kort daarna wel even helemaal anders. Maandag sprak ik af met mijn oudste zoon bij de bibliotheek na zijn werk. Natuurlijk nam ik direct een lekkere bak warm eten voor hem mee en ik stond vervolgens een dik uur met hem te kletsen, buiten in de wind, tot we allebei verkleumd waren. Bij thuiskomst moest ik mijn jongste nog thuiswonende zoon aanspreken op een paar dingen die niet helemaal “smooth” gaan en waarvoor echt actie nodig is van zijn kant. Ik spreek nu over twee jongemannen van respectievelijk 25 en 22 jaar. Bij beide heb ik plaatsvervangende stress voor het op tijd betalen van hun rekeningen, hetgeen natuurlijk helemaal niet mijn verantwoording hoort te zijn. Gisteren kreeg ik gelukkig mijn jongste zoon zover dat hij zelf zijn brieven eens goed ging bekijken en actie ondernam op het verduidelijken van wat er open stond van bepaalde rekeningen. Ik zag dat hij het allemaal fantastisch kon. Hoezo ook niet, als je bedenkt dat we hier te maken hebben met een accountmanager. Laat hij zijn eigen accounts dus maar “managen”. De tijd is voorbij dat deze moeder de rol van secretaresse op zich neemt. Intussen had ik 5 porties eten gereed. Eén voor mijn oudste zoon, die ook even langs kwam, twee voor de jongste, één voor de avond en één voor de volgende dag op het werk, en natuurlijk een portie voor Ahmad en mijn persoon. Kort daarvoor was mijn dochter ook even langs geweest met haar kleine van bijna vijf, maar dat was gewoon gezellig, want deze meid speelt het klaar om te werken, te studeren en een kind op te voeden. Zijn meiden dan eerder volwassen?
Vanmorgen stond ik blij op, omdat mijn jongste zoon al twee dagen op een rij een kwartier eerder is opgestaan, zodat hij niet met de vlam in de pijp naar zijn werk hoeft te racen, mij met stress achterlatend. Belt hij vanuit zijn auto om een nummer van een één of andere rekening (“hij staat op luidspreker, hoor ma”). Daarvoor moet ik mijn oudste dochter bellen die dat weer moet sms-en, waarna ik weer naar hem moet sms-en. Mijn oudste dochter is een beetje geïrriteerd dat ik haar stoor, waarbij zij weer vergeet dat het ook niet mijn “pakkie an” is en dat ik helemaal niet lekker rustig kan ontbijten alvorens te gaan sporten.
Ik heb net even snel gekookt, want straks moet ik zorgen dat haar kind (6 jaar) om 14.45 op het voetbalveld staat met zijn voetbalschoentjes aan, regen of geen regen want er is kunstgras. Dan moet ik als een speer naar huis, want dan wordt mijn andere kleinkind (4 jaar) gebracht.
Wie zegt nu dat oude mensen nutteloos in een hoek zitten? Ik in ieder geval nog niet. Bezig zijn voor mijn (klein)kinderen vind ik helemaal niet erg, maar de stress mogen ze wel weglaten.

Schaamlippen

“Jaarlijks zouden ongeveer tweeduizend vrouwen bij een arts aankloppen voor een schaamlipcorrectie. Ze denken vaak dat het niet normaal is dat de binnenste schaamlippen groter zijn dan de buitenste, terwijl dit volgens de woordvoerder van de gynacaelogenvereniging Marieke Paarlberg bij 95 procent van de vrouwen het geval is.
Plastisch chirurg Mujde Özer van het AMC legt in de krant uit dat het zwelweefsel van de clitoris in deze schaamlippen doorloopt. Zij begrijpt dan ook goed dat verzekeraars de ingreep van duizend euro niet willen vergoeden als het niet nodig is.” (Zo lees ik in Nu.nl) http://binnenland.nieuws.nl/719421
Als ik dit bericht lees wordt ik enerzijds een beetje nieuwsgierig. Hoe zien die schaamlippen er dan uit en waarom zijn die vrouwen er zo ontevreden mee dat ze het willen veranderen? Ik heb werkelijk geen idee. Ik weet nog dat er toen ik nog klein was kinderen waren die heel geïnteresseerd waren in elkaars geslachtsdelen. Ze gingen met elkaar de bosjes in om elkaars plassertje en piezewies te bekijken en samen bijvoorbeeld een plasje te gaan doen. Ik begreep daar toen niets van, want ik had die behoefte helemaal niet. Mijn anatomische kennis van andermans “muts”, zoals deze in Den Haag wordt genoemd, gaat niet verder dan dat wat ik heb gezien in de douche van de sportschool enkele jaren terug toen ik daar nog douchte. Ik zag alleen maar bossen haar, omdat niet moslims zich daar niet scheren. Ik wilde er ook niet echt naar kijken, dus zetten we onze conversatie voort alsof iedereen gewoon gekleed was en vermeden we het naar beneden te kijken. De enkele pornofilm die ik gezien heb heeft me ook niet wijzer gemaakt. Dus nu ben ik een beetje nieuwsgierig geworden naar die zogenaamd afwijkende vagina’s. Ik vraag aan Ahmad of hij wat info heeft over “vergelijkend materiaal”, maar discreet als hij is laat hij niet veel los over wat hij gezien heeft. Hij volstaat ermee te zeggen dat het juist goed is als de “binnenzaak” flink opzwelt en dat lijkt mij eigenlijk ook, temeer omdat zoals de plastisch chirurg in bovenstaande zegt dat het zwelweefsel van de clitoris in deze schaamlippen doorloopt.
Dat klinkt mij allemaal heel natuurlijk en lekker in de oren en ik vraag me dan ook sterk af waarom de ziekenkostenverzekering deze ingreep van 1000 piek wil vergoeden, terwijl het gaat om een “afwijking” die bij 95 % van de vrouwen zou bestaan! Wat is dan de afwijking? Die 95 % of die andere 5 %?
Eerlijk gezegd begin ik me nu ook nogal kwaad te maken. Wat is dit voor raar gedoe. Dat vrouwen die het in hun kop halen dat ze “verkeerd” geschapen zouden zijn tegen beter weten in dat gewoon maar vergoed kunnen krijgen. Terwijl jongetjes die besneden worden dat door hun ouders moeten laten betalen. Als het gaat om besnijdenis van het voorhuidje spreekt men van een “zinloze verminking”, terwijl aangetoond kan worden dat het weghalen van de voorhuid bij mannen uit hygiënisch oogpunt aan te bevelen is. Het besnijden van de voorhuid van de man dateert nog uit de tijd van Abraham, die als eerst de opdracht kreeg van Allah/ God om zijn voorhuid weg te snijden. Abraham bedacht zich geen ogenblik en sneed eigenhandig en zonder verdoving zijn eigen voorhuid weg. Ik weet dat veel mensen niet geloven in God en daarom het verhaal van Abraham en alle anderen die in navolging van dit voorschrift zich laten besnijden onzin vinden. Ok, dat kan, maar voor veel mensen is het wel belangrijk en zelfs iets dat moet gebeuren. Dat deze mensen daarvoor in hun portemonnee moeten tasten, terwijl vrouwen die zich in hun hoofd halen dat ze niet mooi genoeg zijn wel een vergoeding krijgen voor hun grillen, dat vind ik oneerlijk.

Een droom in waaktoestand uit het verleden

Jaren geleden, we lezen het jaartal 1996, ging ik elke week met mijn toen nog kleine kinderen naar een wekelijkse dhikrbijeenkomst van de Naqhsbandi soefies. Dat waren bijeenkomsten waarin we samen gingen bidden en dhikr doen. Dhikr is letterlijk het “je herinneren” van Allah. Dat kun je in je eentje doen door telkens bijvoorbeeld de 99 Schone Namen van Allah te herhalen (of alleen maar Allah….Allah…Allah…) en dat kan eigenlijk de hele dag door. Terwijl je aan het werk bent, op straat loopt, enzovoort. Maar het kan ook in groepsverband. Dan doe je dat in koor en vaak onder begeleiding van een daf (een soort trommel). Het is een vorm van meditatie in een groep. Deze bijeenkomsten vonden plaatst in een leegstaande woning die het eigendom was van één van de murids (soefi-leerlingen) . Buiten deze bijeenkomsten werd de woning feitelijk niet gebruikt. Behalve dat er af en toe een tijd lang een illegaal onderdak kreeg.
In die tijd kreeg ik ineens het idee om de ruimte waar wij dhikr deden ook overdag te gaan benutten, als een soort honk voor dolende zielen. Ik stelde me voor dat we gedurende de hele dag thee gingen schenken. Vrijwilligers zouden elkaar dan kunnen aflossen als gastvrouw/ gastheer. Aan geld dacht ik niet zozeer. Dat mensen ook voor de thee zouden moeten betalen. Nee, niets van dat, maar gewoon mensen de kans geven even op adem te komen in een rustige omgeving waar niets hoeft en waar de gastvrouw/heer een luisterend oor biedt. Er zouden wat boeken op tafel liggen over spirituele onderwerpen.
Ik had toen nog werk als groepsleider voor mensen die vastliepen in hun communicatie. Dit soort groepen wilde ik bij belangstelling daar ook gratis gaan geven en verder dacht ik dat elke murid die tijd had datgene kon gaan doen waar deze goed in was om andere mensen te inspireren. Zo konden we bijvoorbeeld een atelier maken voor mode voor  moslima’s met mooie zelf ontworpen kleding die mensen zelf konden maken, een muziekatelier voor mensen die met elkaar muziek wilden spelen. Eigenlijk gewoon workshops naar gelang de behoefte van de mensen en naar gelang de kwaliteiten van de mensen.
Dat ik op dat idee kwam had weer te maken met mijn verleden. Toen ik vroeger als student in een kraakpand woonde en leefde van weinig geld, kwamen er vaak mensen bij mij op bezoek voor een kopje thee. Ik had allemaal tweedehands meubels en zelfs een tweedehands Chinese theepot, die vrijwel permanent op een theelichtje stond. Af en toe kwamen er zelfs heroïnejunks op visite, die even helemaal vergaten dat ze verslaafd waren en uren bleven kletsen bij een kopje thee. Niemand vroeg waar het bier of de wijn was. Thee was ok.
Veel later vierde mijn oudste dochter een keer haar verjaardag in mijn huis. Ik serveer geen alcohol. Ik zette Marokkaanse thee. De jonge gasten bleven kletsen tot twee a drie uur in de nacht en vergaten zelfs muziek op te zetten. Ze vroegen me telkens een nieuwe pot thee te zetten. Niemand miste de alcohol en heel tevreden en onderling verbonden ging iedereen naar huis.
Maar om terug te komen op mijn plannen destijds in het soefi-honk. Dat werd aanvankelijk goed opgepakt door de eigenaar van de woning. Hij wilde er ook direct een stichting van maken. Toen ik samen met een “soefi-zuster” op weg was om daarvoor regelingen te treffen, begon zij ineens heel vals te roddelen over de eigenaar van het huis. Op de één of andere manier zette mij dat zodanig op een verkeerd been, dat alle energie die ik had om dit project te beginnen in één klap uit me wegvloeide. Want zo gaat dat met inspiratie, weet ik nu. Het is zoiets breekbaars en zo gemakkelijk te vernielen. Eén stomme opmerking kan inspiratie al teniet doen.
N.B. Vandaar dat het zo belangrijk is om hierop goed te letten bij het grootbrengen van kinderen. Kinderen zijn nog onbevangen en hebben een “open mind”. Zij staan vaak veel meer open voor nieuwe ideeën dan volwassenen. Maar heel wat keren worden die mooie ideeën in de kiem gesmoord door de dooddoeners van volwassenen. Om ideeën een kans te geven moeten even alle negatieve invloeden in de kast blijven. Een idee is als een net ontkiemend plantje, het is zo gemakkelijk te vertrappen.
Met dat thee-idee in mijn achterhoofd, deze ervaringen die ik dus heb opgedaan met thee en het heilzame effect ervan op de mens, de sfeer die je kunt scheppen met alleen maar een simpel kopje thee, zie ik toch nu een toekomst. Ik weet dat ik de kwaliteit heb om mensen op hun gemak te stellen en rust te geven. Dat is ook wat ik wil. Mensen de kans geven even bij zichzelf te kunnen zijn en hopelijk weer verse ideeën op te doen die voor hun toekomst van belang zijn. Dat wil ik gratis doen (fisabilillah=in de Naam van Allah). Met een kopje thee.
Een herinnering die ik heb aan thee gaat nog verder terug. Ik was een gevoelig kind dat opgroeide in een af en toe heel bedreigende en druilerige omgeving. Ergens moest ik troost uit putten. Ik weet nog dat er 2 gedachten waren die mij rust gaven als heel klein kind. Gedachte 1. Dat wat er ook gebeurde, dat er in Nederland altijd koeien te vinden zijn in de wei. Het kijken naar koeien en hun lieve herhauwende hoofden gaf me als kind altijd heel veel rust. Gedachte 2. Ook al zijn mensen nog zo arm, meestal hebben ze nog wel geld voor een kopje thee. Een lekker warm kopje thee. Dat vond ik een heel geruststellende gedachte.