Jaren geleden, we lezen het jaartal 1996, ging ik elke week met mijn toen nog kleine kinderen naar een wekelijkse dhikrbijeenkomst van de Naqhsbandi soefies. Dat waren bijeenkomsten waarin we samen gingen bidden en dhikr doen. Dhikr is letterlijk het “je herinneren” van Allah. Dat kun je in je eentje doen door telkens bijvoorbeeld de 99 Schone Namen van Allah te herhalen (of alleen maar Allah….Allah…Allah…) en dat kan eigenlijk de hele dag door. Terwijl je aan het werk bent, op straat loopt, enzovoort. Maar het kan ook in groepsverband. Dan doe je dat in koor en vaak onder begeleiding van een daf (een soort trommel). Het is een vorm van meditatie in een groep. Deze bijeenkomsten vonden plaatst in een leegstaande woning die het eigendom was van één van de murids (soefi-leerlingen) . Buiten deze bijeenkomsten werd de woning feitelijk niet gebruikt. Behalve dat er af en toe een tijd lang een illegaal onderdak kreeg.
In die tijd kreeg ik ineens het idee om de ruimte waar wij dhikr deden ook overdag te gaan benutten, als een soort honk voor dolende zielen. Ik stelde me voor dat we gedurende de hele dag thee gingen schenken. Vrijwilligers zouden elkaar dan kunnen aflossen als gastvrouw/ gastheer. Aan geld dacht ik niet zozeer. Dat mensen ook voor de thee zouden moeten betalen. Nee, niets van dat, maar gewoon mensen de kans geven even op adem te komen in een rustige omgeving waar niets hoeft en waar de gastvrouw/heer een luisterend oor biedt. Er zouden wat boeken op tafel liggen over spirituele onderwerpen.
Ik had toen nog werk als groepsleider voor mensen die vastliepen in hun communicatie. Dit soort groepen wilde ik bij belangstelling daar ook gratis gaan geven en verder dacht ik dat elke murid die tijd had datgene kon gaan doen waar deze goed in was om andere mensen te inspireren. Zo konden we bijvoorbeeld een atelier maken voor mode voor moslima’s met mooie zelf ontworpen kleding die mensen zelf konden maken, een muziekatelier voor mensen die met elkaar muziek wilden spelen. Eigenlijk gewoon workshops naar gelang de behoefte van de mensen en naar gelang de kwaliteiten van de mensen.
Dat ik op dat idee kwam had weer te maken met mijn verleden. Toen ik vroeger als student in een kraakpand woonde en leefde van weinig geld, kwamen er vaak mensen bij mij op bezoek voor een kopje thee. Ik had allemaal tweedehands meubels en zelfs een tweedehands Chinese theepot, die vrijwel permanent op een theelichtje stond. Af en toe kwamen er zelfs heroïnejunks op visite, die even helemaal vergaten dat ze verslaafd waren en uren bleven kletsen bij een kopje thee. Niemand vroeg waar het bier of de wijn was. Thee was ok.
Veel later vierde mijn oudste dochter een keer haar verjaardag in mijn huis. Ik serveer geen alcohol. Ik zette Marokkaanse thee. De jonge gasten bleven kletsen tot twee a drie uur in de nacht en vergaten zelfs muziek op te zetten. Ze vroegen me telkens een nieuwe pot thee te zetten. Niemand miste de alcohol en heel tevreden en onderling verbonden ging iedereen naar huis.
Maar om terug te komen op mijn plannen destijds in het soefi-honk. Dat werd aanvankelijk goed opgepakt door de eigenaar van de woning. Hij wilde er ook direct een stichting van maken. Toen ik samen met een “soefi-zuster” op weg was om daarvoor regelingen te treffen, begon zij ineens heel vals te roddelen over de eigenaar van het huis. Op de één of andere manier zette mij dat zodanig op een verkeerd been, dat alle energie die ik had om dit project te beginnen in één klap uit me wegvloeide. Want zo gaat dat met inspiratie, weet ik nu. Het is zoiets breekbaars en zo gemakkelijk te vernielen. Eén stomme opmerking kan inspiratie al teniet doen.
N.B. Vandaar dat het zo belangrijk is om hierop goed te letten bij het grootbrengen van kinderen. Kinderen zijn nog onbevangen en hebben een “open mind”. Zij staan vaak veel meer open voor nieuwe ideeën dan volwassenen. Maar heel wat keren worden die mooie ideeën in de kiem gesmoord door de dooddoeners van volwassenen. Om ideeën een kans te geven moeten even alle negatieve invloeden in de kast blijven. Een idee is als een net ontkiemend plantje, het is zo gemakkelijk te vertrappen.
Met dat thee-idee in mijn achterhoofd, deze ervaringen die ik dus heb opgedaan met thee en het heilzame effect ervan op de mens, de sfeer die je kunt scheppen met alleen maar een simpel kopje thee, zie ik toch nu een toekomst. Ik weet dat ik de kwaliteit heb om mensen op hun gemak te stellen en rust te geven. Dat is ook wat ik wil. Mensen de kans geven even bij zichzelf te kunnen zijn en hopelijk weer verse ideeën op te doen die voor hun toekomst van belang zijn. Dat wil ik gratis doen (fisabilillah=in de Naam van Allah). Met een kopje thee.
Een herinnering die ik heb aan thee gaat nog verder terug. Ik was een gevoelig kind dat opgroeide in een af en toe heel bedreigende en druilerige omgeving. Ergens moest ik troost uit putten. Ik weet nog dat er 2 gedachten waren die mij rust gaven als heel klein kind. Gedachte 1. Dat wat er ook gebeurde, dat er in Nederland altijd koeien te vinden zijn in de wei. Het kijken naar koeien en hun lieve herhauwende hoofden gaf me als kind altijd heel veel rust. Gedachte 2. Ook al zijn mensen nog zo arm, meestal hebben ze nog wel geld voor een kopje thee. Een lekker warm kopje thee. Dat vond ik een heel geruststellende gedachte.