Verloren stemmetje

Gisteren hoorde ik toevallig op radio 1 dat het de dag was om te stemmen voor het Europese parlement. O, dan ben ik nog op tijd. Ik viste uit de stapel post die ik had ontvangen ter voorbereiding van deze ‘grote dag’ het stembiljet tevoorschijn. Ik wist al waarop ik ging stemmen. Dat is een partij die overeenkomt met de idealen van zowel de SP als de Partij van de Dieren.

Ik liep naar het stembureau dat dit keer gevestigd was in een school voor speciaal basisonderwijs in mijn buurt. Ik liep op mijn beige schoenen langs de fysiopraktijk, waar de therapeute me destijds ontmoedigde aangaande mijn mogelijke herstel van een gamma nail operatie. De therapeute zei dat ze ’te doen met me had, telkens als ze me zag weg strompelen’. Ze zag het somber in dat ik ooit weer normaal zou kunnen lopen, ondanks al mijn inspanningen om te revalideren, en bleef me maar vertellen over een andere patiënt met een vergelijkbare moeilijke herstelperiode als de mijne. Deze vrouw had ervoor gekozen om via nog een operatie de gammanail te laten vervangen door een nieuwe heup en nu liep ze weer als een kievit zonder pijn.

Achteraf denk ik dat ze misschien belangen had in het aanpraten van mensen dat ze beter af waren met een kunstheup, maar dat kan ik niet bewijzen. Ik hoopte dat ze uit het raam keek en zag hoe soepeltjes ik tegenwoordig loop met de gammanail nog steeds in mijn donder. Helaas kreeg ik precies toen ik langs de praktijk liep last van mijn knie en liep ik lang niet zo elegant als ik zou willen. Dat zal je altijd zien. Hoogmoed komt voor de val. Waarschijnlijk keek er ook niemand naar me vanuit die praktijk.

Gelukkig was de kniepijn niet blijvend. Vandaag heb ik meer last van mijn schouder. Ahmad en ik moeten lachen om onze oude dag kwalen die telkens op verschillende plaatsen in ons lichaam opduiken. Pijntje hier en dan weer pijntje daar. Als een oude machine die hier en daar piept en knarst en soms het gevoel geeft dat er hier en daar geolied moet worden. Maar de gewrichten laten zich niet oliën. We moeten leven met de dag en afwachten welk pijntje beweging ons soms geeft en waar.

Matige foto met mobiel. Leuk bekkie.

Maar goed, ik kwam onderweg deze mooie aalscholver tegen die onbeweeglijk bleef staan voor een fotootje en trof in het stembureau een drietal verveelde gepensioneerden achter een paar tafels. ‘Doe maar rustig aan,’ zei de vrouw achter de eerste tafel, toen ik even moest zoeken naar mijn rijbewijs in mijn pasjeshouder, ‘want het is hier niet druk’. Er was inderdaad maar één persoon voor me, ook een oudje.

In de avond zag ik dat mijn stem verloren was gegaan tussen de andere stemmetjes. De Partij voor de Dieren had 1 zetel en de SP 0. Ach ja, het gaat om het idee dat je toch je best hebt gedaan om enige invloed uit te oefenen.

Hoekjes en gaatjes.

Ons internet via de koperen kabel zal binnenkort worden vervangen door glasvezel. Je ontkomt er niet aan.

Ik kreeg een mail van Odido dat ik kon overstappen en recht had op een gratis monteur. Daar besloot ik gebruik van te maken, want het einde van dat koper is sowieso in zicht.

Ik kreeg uit vele hoeken advies en commentaar. Ik zou een stopcontact in mijn meterkast moeten hebben, wat er nu niet in zit. Dit bleek te kloppen. Een stopcontact in de meterkast is nodig. Ook werd er beweerd dat ik daar zelf voor zou moeten zorgen. En mij werd met stelligheid verteld dat vanaf nu iedereen zijn modem in de meterkast moet hebben staan.

Karamba, ik wil helemaal geen modem in mijn meterkast, maar ik wil hem op de vertrouwde plek in de woonkamer, waar de modem via kabels nu verbonden is met onze laptops en de smart tv.

Op internet werd ik niet wijzer. Ik las wat op allerlei forums van mensen die aan het klooien waren met dat stopcontact en die modem. Veel ontevreden klanten, zowel bij KPN als bij Odido.

Ik besloot Odido gewoon te gaan bellen en vernam dat de monteur het stopcontact in de meterkast voor mij zal aanleggen. Bovendien kan ik kiezen of ik de modem in de meterkast wil of ergens anders. Dat moet natuurlijk wel praktisch te verwezenlijken zijn voor de monteur doordat er een duidelijke route is langs plinten e.d. waarlangs de kabel gelegd kan worden. Het is ook van belang te weten dat de monteur niet mag boren in je muren.

Ahmad bedacht een route via de meterkast door een aantal muren heen, de kortste en veiligste route voor de kabel. Je wilt natuurlijk niet dat de kabel met voeten betreden wordt langs drempels van deuren e.d.

Gisteren boorde Ahmad 4 gaten. Wat zou ik beginnen zonder deze man? Daarna ging ik al poetsend en opruimend achter hem aan en kwam in hoeken en gaten waar ik zelden kom, zoals de meterkast zelf. Ik wist dat daar nog veel meuk stond en dat was ook zo en dat alles onder een laag stof en spinnenwebben. Ik had lange tijd niet goed in die kast gekeken, omdat de rotzooi die erin stond (het meeste nog van mijn ex en niets ervan van mij) me tegenstond. Er stonden op de door de vorige bewoner aangebrachte plankjes een tiental plastic flessen met autoshampoo. Ik ben zuinig, maar zelf mijn auto wassen met de hand doe ik niet. Heel veel grote vaten met koelvloeistof, carwax, een trekhaak, oude scharnieren en spijkers en dat alles onder een vette laag stof. We gooiden een vuilniszak vol weg en wat nog bruikbaar was spoelde ik onder de kraan, zodat het er niet meer zo verschrikkelijk verwaarloosd uitzag maar fris en nieuw. De meterkast kreeg een poetsbeurt, evenals mijn trapkast. Wat een rommel en stof ook daar in hoekjes! En tenslotte achter mijn ‘secretaire’ (sorry voor het bekakte woord, maar zo heet dat massieve ding nu eenmaal) maakte ik ook schoon.

Wat voelden wij ons voldaan. Ahmad had pijn in zijn armen van het boren door de bakstenen muren en ik had spijt dat ik had schoongemaakt op mijn nieuwe beige schoenen. In het heetst van de strijd vergeet je wat je aan hebt en maak je schoenen of kleding vies. Ahmad komt er ook weleens achter dat hij heeft staan tuinieren op zijn huisslippers. Maar dat mag hem de pret niet drukken.

Maandag komt de monteur. Ik ben trots dat wij alles zo goed hebben voorbereid voor hem.

Meeuw in mijn huis

Ik ben vandaag vrij vroeg beneden en zie direct een meeuw op de tuintafel staan. Het is een mooi gezicht. Meeuwen zijn heel wit en zien er fris en schoon uit. Maar dat geldt niet voor wat er uit hun meeuwenkontjes valt! Zij poepen grote klodders en laten daarbij vlekken achter die moeilijk te verwijderen zijn, vooral als ze al wat ingedroogd zijn.

Ik jaag de mooie maar overlast gevende vogel weg, maar tot mijn verbazing vliegt hij niet weg maar wandelt hij door mijn tuin en neemt dan plaats op de rand van een grote pot met koriander.

Ik bekijk de tafel en de stoelen en zie dat deze vol zitten met klodders…..Ik zeg het woord niet, want anders krijg ik reacties dat dit wéér een poepverhaal is.

Ik denk niet langer na, maar pak snel een natte poetslap om de uitwerpselen op de weerbestendige stoelkussentjes en tafel weg te poetsen voordat het helemaal is ingedroogd. Ik besef dat ik daar sta in mijn onderbroek en een t-shirt en hoop maar dat ik geen toeschouwers heb. Ik verwacht het niet vanwege het vroege uur op zondag. Het lukt me niet erg goed om de verschrikkelijke vlekken weg te werken.

Dan ga ik toch maar naar boven om even een broek aan te trekken. Ahmad is ook inmiddels wakker en ik vertel hem over de meeuw. ‘Die jaagde ik eerder in de ochtend ook al van de tuintafel,’ zegt hij. (O, vandaar die al ingedroogde vlekken op de tafel en stoelen, denk ik dan)

Als ik beneden kom zie ik de meeuw nog steeds door de tuin lopen. Ik wil hem wegjagen, maar hij vliegt niet op. In plaats daarvan lopen we rondjes om de schuur en probeer ik hem te foppen door ineens van de andere kant te naderen. Ik bedenk me dat het dier misschien niet kán wegvliegen en besluit de poort van de tuin open te doen, zodat hij daardoor kan verdwijnen. Maar in plaats daarvan loopt de meeuw mijn huis in!

Potverdikkeme, niet op mijn Perziche tapijt, denk ik dan en ik jaag hem naar de betegelde keuken en dan de bijkeuken in. Nu is het zaak om hem via de deur van de bijkeuken naar buiten te krijgen. Dat lukt gelukkig als Ahmad me komt helpen en we de deur naar de gang vanuit de keuken hebben gesloten.

Even later zie ik de meeuw lopen op het grasveld voor mijn huis. Hij vliegt nog steeds niet op. ‘Misschien kan hij niet vliegen,’ zeg ik tegen Ahmad, ‘en moet ik de dierenambulance bellen.’ ‘Ik ga wel even kijken of hij kan vliegen,’ zegt Ahmad. Hij loopt naar de meeuw en maakt een dreigende beweging. Dan vliegt de meeuw weg. Ik zie dat deze meeuw, net als een vliegtuig, een vrij lange periode nodig heeft om op te stijgen. Mijn omheinde tuin was kennelijk te klein om weg te kunnen vliegen. Hij had een langere startbaan nodig.

Oppervlakkig

De laatste tijd houd ik me nogal op de vlakte bij alles wat ik hier schrijf. Maar het is ook niet gemakkelijk om heel open te praten over alles wat me bezig houdt. Bovendien hoeft dat ook niet, omdat niet alles gezegd hoeft te worden.

Als ik om me heen kijk naar wat er nu gebeurt om me heen en verder weg of kijk naar het weerbericht om me heen en dat van verder weg, dan word ik daar niet per se vrolijk van. Wat ik echter om me heen zie aan plantjes en diertjes maakt me wel blij en daarom schrijf ik daarover en maak ik daar foto’s en filmpjes van. Dat komt vast heel ‘eutebeuterig’ over.

Ik wil me graag uiten maar vind meestal niet de woorden die alles dekken wat ik denk en voel. Ik ben geen dichter en ook geen echte schrijver. Ik ben een hobbyist die van alles een beetje kan. Gelukkig heb ik weer een idee voor een schilderijtje. Dan kan ik me daarin uitleven. Ik denk dat we allemaal de behoefte hebben om ons te uiten en dat kan op allerlei manieren. Ik wens de lezer succes in het uiten van wat hem/haar bezig houdt, boeit of bezorgd maakt. We zijn mensen en mensen kunnen gevoelens en gedachten delen door woorden, beelden, dans, zang, muziek enzovoort. Dat is mooi. Een goed gesprek of een uitwisseling van genegenheid met een vriend(in), familielid, kind, collega, onbekende is ook nooit weg en geeft warmte over en weer.

Zullen we ons daaraan vasthouden?

Filmpjes van de Uithof in Den Haag

Wat Ahmad wil uitdrukken met zijn weblog over zijn tuin is ongeveer wat ik probeer te doen met mijn filmpjes over de Uithof en ook wel die van onze wandelingen in Spanje. Ook ik groeide in mijn jongste jaren op in een groene en bosrijke omgeving. Dat is te danken aan het feit dat mijn stiefvader vlieger was in het leger. Militairen wonen op de mooiste plekjes (min of meer verborgen voor ‘ de vijand’). Tussen bomen en dieren groeide ik op tot we naar Eindhoven verhuisden.

Verschil tussen mij en Ahmad is dat hij veel leergieriger is dan ik. Hij wil alles weten over wat hij ziet, deelt zijn kennis en maakt daar een mooi weblog van. Ik ben meer van de indrukken zonder me veel af te vragen.

Zonder woorden wil ik de schoonheid laten zien van onze leefomgeving en met name de natuur voor zover niet gestoord door de mens. Hier is er weer eentje.

Inleiding voor zijn weblog die Ahmad schreef

Hij weet nog niet of hij het weblog ooit echt de ether in gaat sturen. Het staat nu in zijn local host. Maar hij liet me alvast de inleiding lezen die hij schreef aangaande zijn motivatie voor dit weblog. Ik las hem en zag er in mijn ogen alles in wat Ahmad typeert als liefhebber van de natuur en hoe hij die weet te verbinden met spiritualiteit, liefde en zijn geloof. Daarom wil ik de inleiding hier plaatsen in het origineel en in mijn mijn vertaling uit het Spaans.

Zie onderstaande:

Este es un espacio para hablar de mi jardín como símbolo de vivir y saber. Un jardín es mucho más que un conjunto de plantas más o menos ordenadas: es una pequeña representación de la dinámica vital de las personas, animales y plantas, y todo ello bendecido por la luz del sol, la luna y las estrellas, el agua y el viento que contiene el oxígeno y otras partículas vitales.

Sin embargo, teniendo en cuenta todo lo anterior, un jardín nace en la mente antes que en la realidad, una idea, o pensamiento, que germina en lo más profundo de los sentimientos, las emociones y la espiritualidad. Hablamos de jardín como expresión humana, no como un producto comercial. Cada sociedad y cultura ha ordenado este pequeño espacio según sus valores, anhelos y sentimientos, su tecnología, saberes y recursos. Pero quiero hablar de la vida contenida en un jardín, sea el que sea, pobre o rico, diverso o monótono.

¿Para que ha creado la naturaleza tanto colores y olores? No es un ofrecimiento para deleite humano, sino para sus propias necesidades biológicas: atraer a los insectos que puedan polinizarlas y, de este modo, reproducirse y evolucionar genéticamente. Y por debajo de sus flores y hojas, otro mundo infinitamente pequeño, trabaja sin descanso para hacer posible todo signo de vida. Es una armonía universal donde todos ponen su pequeña aportación en este proceso vital, pero eso no signfica una forma ideal (desde la perspectiva humana) de ser y comportarse, como podemos contemplar en la crudeza de los depredadores cuando necesitan cazar para comer, o para defenderse. Pero esa «crudeza natural» es un puro bálsamo ante las crueldades de que es capaz el ser humano.

Un jardín es una representación del gusto y refinamiento por la vida, en su sentido más profundo, pues alrededor de las flores y sus aromas, han surgido verdaderas obras poéticas, grandes obras de artes en pinturas y arquitectura en cuyo espacio es propio para el amor, la amistad, la alegría y la meditación, también ese rincón donde podemos ocultarnos para llorar las penas, los desamores y engaños.

Por tanto, un jardín es un espacio cultural, emocional y espiritual que cada ser humano necesita y anhela.

Mijn vertaling:

Dit is een ruimte om te praten over mijn tuin als symbool van leven en kennis. Een tuin is veel meer dan een verzameling min of meer geordende planten: het is een kleine representatie van de vitale dynamiek van mensen, dieren en planten, en dit alles gezegend door het licht van de zon, de maan en de sterren, het water en de wind die zuurstof en andere vitale deeltjes bevat.

Als we echter al het bovenstaande in aanmerking nemen, wordt een tuin in de ziel geboren voordat het in werkelijkheid een idee of gedachte is, die ontkiemt uit de diepten van gevoelens, emoties en spiritualiteit. Ik wil hier praten over een tuin als menselijke uitdrukking, niet als een commercieel product. Elke samenleving en cultuur heeft haar ruimte georganiseerd op basis van haar waarden, verlangens en gevoelens, haar technologie, kennis en middelen. Maar ik wil het hebben over het leven in een tuin, wat die ook mag zijn, arm of rijk, divers of eentonig.

Waarom heeft de natuur zoveel kleuren en geuren gecreëerd? Het is geen aanbod voor menselijk genot, maar voor haar eigen biologische behoeften: het aantrekken van insecten die haar kunnen bestuiven, zodat zij  zich op deze manier genetisch kan voortplanten en evolueren. En onder de bloemen en bladeren werkt een andere oneindig kleine wereld onvermoeibaar om elk teken van leven mogelijk te maken. Het is een universele harmonie waarin elke soort zijn kleine bijdrage levert aan dit vitale proces, maar dat betekent niet dat er een ideale manier is (vanuit menselijk perspectief) om te bestaan en zich te gedragen, zoals we kunnen zien in de ruwheid van roofdieren wanneer ze moeten jagen om te kunnen eten of zich verdedigen. Maar deze ‘natuurlijke wreedheid’ is een puur balsem vergeleken met de wreedheden waartoe mensen in staat zijn.

Een tuin is een weergave van de smaak en verfijning van het leven, in de diepste zin van het woord, omdat rond de bloemen en hun aroma’s echte poëtische werken zijn ontstaan, grote kunstwerken in schilderijen en architectuur waarin de ruimte geschikt is voor liefde, vriendschap , vreugde en meditatie. Daarnaast  een ruimte waar we ons kunnen verstoppen om uit te huilen over het door ons geleden (liefdes)verdriet en bedrog.

Daarom is een tuin een culturele, emotionele en spirituele ruimte die ieder mens nodig heeft en waarnaar hij verlangt.

Ahmad is bezig met een nieuw weblog

Hij maakt foto’s van alle planten en bloemen die bloeien in onze tuin. Hij zet daar bij een beschrijving van elke plant, die hij opzoekt op internet met vermelding van de bezochte link. Daarbij gaat hij heel secuur te werk. Als hij klaar is met de planten wil hij zich richten op de vliegende insecten en kruipende diertjes rondom deze planten en ook daarvan een beschrijving geven.

Hij is er al een tijdje mee bezig in volle concentratie.

Al als kleine jongen was Ahmad geïnteresseerd in alle wat groeit en bloeit. Hij kreeg geen kans zijn school af te maken, maar profiteerde wel van de leerschool die hij kreeg met zijn familie door elke dag naar hun landbouwgrond te gaan en daarop te planten en te oogsten.

Hij werd geraakt door wat hij om zich heen zag aan natuur en bleef vaak slapen op het land om naar de sterren te kijken en in de ochtend op te staan met het gezang van vogels. In zijn latere ‘carrière’ deed hij van alles om financieel te voorzien in de behoeften van zijn ouders en later zijn gezin, maar door wilskracht had hij daarnaast het geluk toch een diploma te halen als hovenier. Dat bezorgde hem een aanstelling als ambtenaar en hovenier in de pantsoenen. Hij had een grote liefde voor planten en bloemen en was bekoord door de mooi aangelegde tuinen uit de tijd van Al Andalus. Ook waar hij werkte stonden prachtige bomen en planten. Het deed hem dan ook pijn dat de baas voor wie hij werkte hem dwong planten en bomen die nog mooi en sterk waren te kappen en te verwijderen. Hij werd gezien als een te eigenwijze tuinman en werd dan ook overgeplaatst naar de functie van beheerder op sportterreinen. Een ‘lastig en eigenwijs iemand’ als hij was zijn baas liever kwijt dan rijk.

Het was een voor Ahmad vervelende tijd om het eentonige werk op de sportvelden te moeten verrichten dat in niets leek op datgene waarvoor hij had geleerd. Uit verveling ging hij de geschiedenis van Andalusië bestuderen en schreef daarover zijn boek ‘Andalucía como matria’.

En nu is hij in de gezegende omstandigheid dat hij niet meer hoeft te werken en datgene kan doen wat hij leuk vindt. En nu komt zijn liefde voor alles wat groeit en bloeit weer naar boven. Hij heeft onze tuin dit jaar voorzien van veel aromatische, eetbare en decoratieve vaste planten. Hij verzamelt de bolletjes en de zaadjes uit de planten om ze opnieuw uit te strooien, zodat we elk jaar een rijkere oogst hebben aan verrassende planten.

Geen creativiteit meer

Zowel Ahmad als ik doen niets meer aan huisvlijt. Er wordt niet aan pyrografie en tiffany gedaan en ik heb nog een canvasje dat onbeschilderd blijft.

‘Jij maakt ook niks meer, hè,’ zeg ik tegen Ahmad. ‘Ik heb geen idee wat ik zou willen maken en voor wie,’ zegt hij. Datzelfde geldt ook voor mij. Ik heb geen plan voor een schilderij dat ik nog in mijn huis of in het huis van iemand anders zou willen zien hangen. En ik maak niet graag dingen om die vervolgens in een hoekje te laten verstoffen.

Maar nu denk ik: hoezo niet? Ik heb nog veel verf. Waarom ga ik niet schilderijen van anderen die ik mooi vind of andere dingen die me aanspreken naschilderen om daarvan te leren. Of gewoon voor de lol. De schilderijen die af zijn kan ik gewoon bewaren of weggooien. Ik denk erover na.

Voorlopig houd ik bij slecht weer me bezig met fietsen op de hometrainer en intussen series kijken op mijn tablet. En lezen in de tuin als de zon schijnt. Elke dag maken we een wandeling en doen wij in de middag onze spelletjes rummikub. Alle puzzels genaamd ‘het woord’ die ik in de kranten vind los ik dagelijks op. Ik kijk en luister nieuws. De dagen zijn zo om. Ben ik misschien een beetje gemakzuchtig geworden? Wellicht, maar het bevalt me wel…..

Wat een zegen is het als je niet meer zoveel hoeft maar wel dingen mag doen waar je zin in hebt.