Belevenissen van een consument

Het is mooi weer en vandaag ga ik na de tweede koffie op de fiets naar de Leyweg. Ik heb een drieledig doel: bij de HEMA een paar slipjes kopen, kijken naar sportschoenen bij Nelson en van Haren. En daarna lamsachterbout kopen.

Onderweg passeer ik de islamitische basisschool. De school gaat zodadelijk uit en ik zie een hele rij moeders op weg naar de school lopen. Er zijn veel jonge vrouwen die in zeer wijde gewaden met daaroverheen grote sluiers gekleed gaan. Het is een betrekkelijk nieuwe dracht, die het modebeeld in mijn buurt sterk begint de bepalen. Droegen de meeste vrouwen in mijn buurt voorheen al een hoofddoek en op zijn minst een jakje dat hun achterste bedekte, nu zie ik ineens veel islamitische vrouwen, en met name de jongere vrouwen, gekleed in zeer wijde gewaden in beige, grijze en zwarte tinten. Het viel me gisteren ook al op toen ik eventjes naar AH fietste. Het is een kledingstijl, die in deze buurt plotseling sterk aan het opkomen is. Ik zie zelfs een vrouw lopen met een nikab. Ze is geheel in het zwart en vanaf de zijkant zie ik dat ze haar mond ook bedekt heeft. Wat een kuisheid ineens. Waar zou die toch vandaan komen? Zou het een nieuw geluid zijn vanuit de moskee, waar mogelijk gesteld wordt de beste en meest deugdzame vrouwen nu diegenen zijn die zich hullen in deze wijde kledij die hen doet lijken op nonnen? Ik weet het niet, maar ik heb mijn vermoedens.

Ik fiets rustig verder in mijn spijkerbroek met bloesje. Ogen op steeltjes, dat wel, want het verkeer is enorm veel drukker geworden sinds de grote vakantie voorbij is. Het lijkt wel een verdriedubbeling. Ik weet dat ik kwetsbaar ben met mijn broze botjes en dus kijk ik wel uit mijn doppen.

Bij Nelson zie ik geen sportschoenen die me bevallen. Ik zoek simpele lichtgewicht schoenen met een goede profielzool, die mijn zwarte Nikes waarin nu een gaatje zit kunnen vervangen. Ik zie heel zware en lompe schoenen en de meeste hebben naar mijn smaak te veel kleuren en tierelantijnen. Voor de zekerheid loop ik nog even naar van Haren, maar ik verwacht daar niet veel behoorlijks te vinden. En dat is ook zo. Tijdens het zoeken raak ik aan de praat met een vrouw van ongeveer mijn leeftijd. Zij zoekt ook en beweert dat de schoenen heus wel van kwaliteit zijn. ‘Niet als je één voet hebt die wat breder is dan de andere,’ zeg ik somber. Ik kijk naar haar voeten, enorme maar vrij smalle voeten in slippers. ‘U heeft lekkere smalle voeten,’ complimenteer ik haar. ‘Ja, het enige dat ik groot heb zijn mijn borsten en heupen,’ klaagt de vrouw. ‘Dat is toch iets wat we allemaal willen?’ lach ik. ‘Nee hoor, als het kon dan hakte ik ze eraf.’ ‘Krijgt u er rugpijn van?’ vraag ik bezorgd. ‘Nou! Verschrikkelijk,’ zegt ze en ze gunt me ongevraagd een blik in haar inderdaad gigantische decolleté. Ik zie dat ze een sport-BH draagt. ‘Dit is de enige BH die ik kan hebben,’ zegt ze. ‘Een normale BH verdraag ik niet met dit gewicht. Maar als we denken dat het ziekenfonds iets voor ons kan doen dan hebben we het mis. Alleen omdat we te wit zijn.’ Ik kijk haar even aan om te peilen of ze dit echt meent. ‘Nou….nou,’ zeg ik dan maar, om haar toch een beetje terug te fluiten. ‘Nee, echt waar, hoor,’ zegt ze nog een keer. Ik wens haar een fijne dag verder en veel succes met verder zoeken naar schoenen en ik taai snel af.

Weer ‘in de lucht’

Zoals de paar oplettende lezers die ik heb opmerkten was mijn website een tijdje niet te vinden of er kwamen rare mededelingen tevoorschijn.

De website was gecrasht. Over het waarom en de moeizame weg van het herstellen ervan zal ik niet in detail treden. Dat is een saai en technisch verhaal. Wel wil ik hier vertellen hoe het begon en hoe de website uiteindelijk ‘gered’ kon worden.

Het begon met een mail van WordPress. In de mail stond dat het hen dit keer niet gelukt was om de website te updaten naar de laatste versie en dat ik het zelf handmatig kon doen in enkele minuten door een paar klikken. Dat deed ik, eerst via mijn telefoon, wat je volgens mij nooit moet doen. De update bleef hangen en ik sloot alle open pagina’s af.

Daarna probeerde ik het nog een keer in mijn laptop. Opnieuw bleef de update hangen tijdens het proces. Het lukte gewoonweg niet en zeker niet in enkele minuten. Het ging van kwaad tot erger. Het was een nachtmerrie die 2 dagen duurde, waarvan ik me herinner dat ik geen nieuwe berichten meer kon schrijven, geen foto’s meer kon uploaden en ook een tijdje dat ik helemaal niet meer in mijn website kon komen en dat de website gewoon onbereikbaar was voor iedereen. Goede raad was niet aanwezig.

Er volgden twee dagen van puzzelen door de knappe kop naast me, die naast vele andere rollen ook de rol van webmaster speelt. Hij is degene die weet hoe je de database die Strato om de zoveel tijd voor je bewaart als backup en de foto’s en andere attachments die te vinden zijn in filezilla kan combineren tot een goedlopende website.

Maar de databases in de backup van Strato bleken niet te werken. Er zat een grote fout in, maar waar die fout nu precies zat was Ahmad onduidelijk! Ahmad zat met een krom ruggetje uren te zoeken achter zijn en mijn laptop. De stoom kwam uit zijn oren. Ik piekerde met hem mee, maar ik heb er weinig verstand van.

Uiteindelijk, na veel pogingen, had hij de website in orde in een nieuwe WordPress installatie. Maar dat kon hij alleen voor elkaar krijgen met de kloon van mijn website in de local host, die hij enkele dagen voor de crash had geïnstalleerd.

‘Als ik je website niet had bewaard in de local host, was je alles wat je tot nu toe geschreven hebt kwijt geweest,’ zegt Ahmad. ‘Misschien wilde Allah dat ik het voor je bewaarde en deed ik dat, zonder te weten wat er enkele dagen later zou gebeuren met je website.’ ‘Zitten de berichten dan niet in filezilla?’ vraag ik, domme leek. ‘Nee, in filezilla vind je alleen de attachments, links en foto’s die horen bij de berichten, de pagina’s en plugins e.d. De berichten zijn alleen te vinden in de database van je webhost (Strato) en die was in ons geval gecrasht.’

Wat een toeval. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Ik ben blij dat ik weer schrijven kan, als ik daar zin in mocht krijgen.

Eerlijk gezegd vond ik het ook wel even rustig. Ik bedacht me dat ik mijn hosting bij Strato kon beëindigen en gewoon voor mezelf zou kunnen schrijven, zonder het telkens op het internet te gooien. Zoiets als ‘oma’s dagboek’ of een ander boek, wat misschien spannender zou zijn om te lezen, zoals mijn veelbewogen levensverhaal.

Terwijl Ahmad zat te puzzelen op een oplossing en het niet zeker was of dat zou lukken, besloot ik dat ik zou doorgaan met schrijven als het zou lukken om de website te herstellen. Als het niet zou lukken zou ik kiezen uit twee opties: een nieuwe website beginnen onder dezelfde domeinnaam of mijn hosting bij Strato opzeggen en niet meer voor een ieder leesbaar schrijven maar alleen maar voor mezelf, net als ik nu al doe met mijn schilderwerk.

Maar het lot heeft beslist dat ik hier nu verderga met deze ellenlange website, die al dateert van 2011.

Er komt nu een idee in mij op om er een tweeledig geheel van te maken. Een actueel gedeelte, waarin ik zoals tot nu toe erop los babbel en vertel over mijn wel en wee van nu. En een herinneringen-gedeelte, waarin ik terugga in de tijd en mijn leven beschrijf.

Ik vind dat laatste heel eng om te doen en nu neem ik me voor om dat gedeelte nog maar even voor mezelf te houden (door het in word te schrijven) en het pas als paginalink in dit weblog te zetten als ik het helemaal af heb en als ik vind dat het door mijn eigen keuring kan. Het is voor mij moeilijk om de dingen die ik meemaakte zwart op wit neer te typen en zelf te lezen, laat staan dat ik dat direct zou durven delen met anderen. Ik zou dat laatste alleen doen als ik denk dat dit zin heeft en herkenning zou kunnen oproepen en troost zou kunnen geven aan anderen.

Knappe koppen

Vorige week was de zoon (I) van Ahmad een week in Nederland. Dit in verband met de formule 1 race die afgelopen zondag gereden werd. De ingenieurs die zorgen dat al die raceauto’s goed rijden zijn altijd vanaf de maandag tevoren present op de plaatsen overal ter wereld waar de race op zondagen gereden wordt. Sinds in ieder geval de laatste drie jaar vindt het spektakel ook jaarlijks plaats in Zandvoort. Alle keren dat I hier was voor een weekje maakte Ahmad van de gelegenheid gebruik om hem even te gaan zien.

De eerste keer was dat in Zandvoort, waar we heel lekker met I gingen eten in een Thais restaurant, de tweede keer was het ergens op een plek aan het water niet ver van Schiphol en dit jaar zagen we elkaar in een restaurant in Noordwijk. Het ligt er altijd aan in welke plaats en welk hotel I gestationeerd wordt. Altijd leuk om Ahmads lieve zoon I te zien, die dezelfde leeftijd heeft als mijn jongste zoon. Ik denk dat ik alleen maar een auto bezit om deze te gebruiken voor dat soort gelegenheden. De auto geeft mij de kans om naar mijn en Ahmad’s kinderen te rijden. Verder heb ik het mooie ding niet nodig. Ik fiets liever.

I vertelde ons tijdens het eten over het huis dat hij onlangs heeft kunnen kopen met zijn vriendin, op wie hij helemaal gek is. ‘Nu je zo een fijn leven hebt met je vriendin, vind je het nog wel leuk om zo vaak de hele wereld te moeten afreizen achter de formule 1 aan?’ vraag ik. Dan vertelt hij ons dat hij nu al jaren zo een 28 reizen per jaar moet maken, maar dat hij van plan is vanaf het komende jaar er maar 10 te gaan doen. Verder gaat hij dan thuis werken. ‘Waaraan?’ vragen wij. Dan vertelt hij dat, eigenlijk altijd al, de ingenieurs van de formule 1 zich niet alleen maar bezig houden met de races en de auto’s die daar rijden. Ze ontwerpen ook applicaties voor in auto’s. Zo is hij de medebedenker van het lampje dat gaat branden op het dashboard van auto’s als de bandendruk niet meer in orde is en de banden opgepompt dienen te worden. Nu is hij bezig met het ontwerpen van een nieuw navigatiesysteem voor in de auto. Als ik dit hem hoor vertellen, dan denk ik: ‘Wat een knappe kop is hij toch. Echt een slimme jongen, net als overigens ook de andere twee kinderen van Ahmad, die beiden in het onderwijs werken. Het zijn alle drie studiebollen.

Mijn lieve Ahmad is ook een studiebol. Hij heeft niet veel school mogen genieten, maar hij is, zoals ik misschien te vaak in dit weblog vertelde, een autodidact. Hij weet veel van geschiedenis, planten, dieren en hij heeft een goede algemene ontwikkeling. En hij weet heel veel van websites. Ik zit hier maar wat te kletsen in mijn weblog, maar dat dit weblog zo goed blijft draaien is mede te danken aan mijn lieve computernerd.

Gisteren vroeg hij mij hoe ik het zou vinden als ik dit weblog kon bewaren voor mijn kinderen als ik kom te overlijden. Dat zou ik graag willen. Nu is het zo dat dit weblog uit de lucht verdwijnt als ik kom te overlijden en geen contributie meer betaal aan mijn webhost (Strato). Maar Ahmad weet een manier om mijn hele weblog op te slaan in mijn pc. De pc fungeert dan als local host. Mijn website is dan niet meer te vinden op internet, maar wel in mijn laptop of desnoods, als ik dat vlak voor mijn overlijden zou kunnen regelen op een externe schijf. Het weblog in de local host zou je kunnen zien als een kloon van mijn echte weblog. Als ik nieuwe stukjes schrijf in mijn op internet te vinden weblog, dan kan ik (bijvoorbeeld maandelijks) de nieuw geschreven stukje met foto’s, links en filmpjes en al transporteren naar mijn weblog in de local host.

Waarom zou ik dit willen? Omdat ik denk dat het misschien leuk kan zijn voor mijn kinderen of kleinkinderen om dit heel veel later te lezen. Zoals je een kijkje neemt in een oud dagboek. De tijden zullen veranderen en dan is het misschien leuk dingen terug te lezen uit een heel andere tijd.

Ahmad legt me uit hoe hij het heeft gedaan. Dat weblog klonen en transporteren naar de local host. Het is voor mij echt abacadabra. Ik kan nog net begrijpen hoe ik kan inloggen in beide weblogs en gebruikmakend van xampp als administrator berichten kan exporteren van het echte weblog en vervolgens kan importeren in het gekloonde weblog in de local host. Maar ik blijf het wonderlijk vinden en bijzonder knap van Ahmad.

Wat een knappe koppen!

Wandelen in de Uithof

We doen het nog elke morgen, wandelen, soms een klein rondje en meestal een grotere ronde. Wat we daar zien en horen is niet meer zo spectaculair als in de lente. Toen hoorde je, vooral als je onder de bomen liep, een concert van vogelgezang. Het was paartijd en broedtijd. Overal doken watervogels met kuikens op.

Nu is het nog steeds mooi. Maar de kuikens zijn groter geworden of verslonden door prooidieren. De vogels lokken elkaar niet langer met hun mooiste gezang. De bloeitijd van veel planten loopt op haar einde. Maar alsnog genieten wij van elke wandeling. Ik heb er een vijfde filmpje van gemaakt.

Mijn kinderen komen bijna thuis

Ze verbleven in Toscane en hebben alle regen en wind hier gemist. Als ze thuiskomen staan hun tuintjes er fris en sappig bij. Ik hoop dat zij een goede reis terug hebben in de auto met kinderen op de achterbank. En ik ben benieuwd naar de vakantieverhalen. Behalve een heleboel foto’s die ze me toestuurden via de app (waarvan ik een filmpje maakte voor hun, ter herinnering) heb ik niet veel gehoord. Ik wilde ze ook niet lastigvallen met ‘hoe is het daar?’, maar intussen was ik wel heel benieuwd.

Wij bleven hier met twee hondjes en na een week 1 hondje. Het lijkt zo een lange tijd. Lola (zo heet ze nou eenmaal) lijkt zich prima thuis te voelen bij ons. Wij zijn ook aan het ritme van uitlaten gewend en kijken met regelmaat vertederd naar het kleine schattige beest. Doordat we er vier keer per dag uitmoeten met Lola, zien wij onze groene omgeving dus ook veel meer dan normaal. Naast de wandelingen in de Uithof die we ook al maakten zonder hondje, wandelen we nu ook een paar keer per dag in onze eigen buurt en dat is ook heel mooi. Het groene gras, de beplanting en de sloten, de eenden, futen en ganzen, we zien ze een paar keer per dag en steeds weer ander licht maakt dat telkens opnieuw interessant.

Ik heb me voorgenomen wat kritischer te zijn met fotograferen en filmen. Laatst ging ik zelfs zonder camera op stap. En je zal net zien: juist die avond was er een schitterende schemering en zag ik veel plaatjes die ik had willen vastleggen. Ik wil mijn camera voortaan altijd weer meenemen. Foto’s die niet geslaagd zijn kan je immers verwijderen.

Ik herinner me nu de fotograaf van het huwelijk van mijn dochter. Hij heeft van de ochtend tot de late avond foto’s genomen. Hij bleef maar rondrennen met zijn camera. Daarna maakte hij een selectie uit al zijn foto’s en stelde een schitterende reportage samen, zowel digitaal als in een mooi album. Dat is één van de voordelen van het digitale tijdperk, gewoon veel foto’s schieten, omdat het kan, en dan de goede bewaren.

‘Overload’

We leven in een welvaartsland waarin er van alles veel is. Veel snoep, veel soorten eten, veel soorten toetjes, veel soorten vakanties, auto’s die steeds groter worden, een land dat gemakkelijk ‘rupsjes nooit genoeg’ creëert.

Dan komen de woorden van wijlen mijn moeder in mijn gedachten. Zij leerde mij dat alles waar ’te’ voor staat vermeden moet worden. Je kan genieten van alles: suiker, vet, alcohol, luieren en dat mag gerust als het maar niet te veel wordt. Alles met mate richt geen schade aan, maar zodra je de maat overstijgt dan gebeurt dat wel.

Alles ligt in onze maatschappij zo voor het grijpen, dat het verleidelijk is je eraan te buiten te gaan.

Vanmorgen bedacht ik dat dit ook geldt voor zoiets simpels als foto’s maken. Vroeger ging je voor een foto naar een fotograaf en een enkeling had zelf een camera waarmee foto’s konden worden gemaakt. In de camera zat een filmrolletje dat ontwikkeld moest worden. Mijn ouders deden dat zelf, maar de meeste mensen lieten dat doen door een fotowinkel. Het was een dure hobby. Je leverde het filmpje in en hoopte dat de foto’s goed gelukt waren.

Tegenwoordig kan je lukraak foto’s schieten met digitale camera’s of zelfs met je mobiel, waarvan de camera steeds beter wordt. Het kost geen cent om de foto’s te uploaden en als een foto niet goed gelukt is dan kan je deze verwijderen. De camera’s zijn gemakkelijk te bedienen, omdat ze automatisch het beeld zo scherp mogelijk weergeven. Iedereen kan dus foto’s maken. En dat doen we ook.

Ik bedacht me dat ik zelf ook een fotojunk ben geworden, die zelden zonder camera op stap gaat. Maar hoe belangrijk en mooi zijn de foto’s zie ik maak nu eigenlijk? Elke foto van mij vertegenwoordigt een poging het gevoel dat ik had bij het zien van iets over te brengen. Maar lukt dat ook? Zelden, denk ik.

Ik sprak er gisteren over met Ahmad. ‘Ik denk dat ik minder foto’s moet maken,’ zeg ik. ‘Er zijn er te veel en zo verliest elke foto zijn betekenis. Ik wil me beperken tot beelden die speciaal zijn en niet zomaar wat in het rond schieten. Er zijn te veel foto’s in de clouds, heb ik gelezen, en dat schijnt ook nog belastend te zijn voor het milieu.’ (N.B. Zelf heb ik niks in clouds staan. Ik heb alle foto’s op mijn laptops staan, maar misschien is dat ook belastend voor het milieu. Ik snap dat soort dingen niet. Maar ik vind in ieder geval dat al die nietszeggende en op elkaar lijkende foto’s op den duur nergens goed voor zijn. Het is een overload en wie heeft nog tijd of geduld om dat allemaal te gaan bekijken?). Een fotoalbum is nog overzichtelijk, maar duizenden digitale foto’s….wat moet je daarmee?)

Ahmad reageert op de rustige manier die ik van hem ken: ‘Je moet je niks aantrekken van wat je leest en wat men zegt, maar foto’s maken als je daar zin in hebt.’ Ja, dat is waar. En dan vertel ik hem over een serie in de Volkskrant, waarin men fotografen presenteert die op een heel speciale en poëtische manier foto’s hebben gemaakt. Dat maakt veel indruk op mij en dat zijn foto’s die wel bijblijven. Zo zou ik graag willen fotograferen, maar dat is een kunst en dat is niet voor iedereen weggelegd.

Subliminale reclame

Ooit vertelde iemand mij dat in bioscopen mensen tijdens het kijken naar het filmprogramma advertenties kregen voorgeschoteld van frisdranken. En daarmee bedoelde deze niet de ‘normale’ reclame die je tussen de het voorprogramma en de film door krijgt te zien. Nee, hij had het over beelden (van bijvoorbeeld een flesje cola) die tussen de opnamen door in miniseconden zouden worden vertoond. Ze waren zo kort dat de toeschouwer het niet opmerkte, maar het zou intussen wel zo zijn dat de hersenen die beelden registreerden en onthielden. Intussen werd de kachel tijdens de voorstelling flink opgestookt zodat mensen dorst kregen. Als het dan pauze was, dan snelde menigeen naar het verkooppunt, waar pepsi en andere frisdranken werden verkocht.

Ik weet niet of het een flauwekulverhaal was.

Maar wat ik al enige jaren wel opmerk is dat in boeken, films en series openlijk enige propaganda wordt gemaakt voor het gebruik van alcohol. Als mensen iets te vieren hebben, troost nodig hebben of gewoon het gezellig willen hebben zie je ze met een een glas in de hand of een flesje naar elkaar proosten. Datzelfde lees je ook in boeken. Het is geen openlijke reclame, maar ik zie het wel als beïnvloeding en zelfs aanmoediging. Op die manier wordt drankgebruik tentoongesteld als een sociaal geaccepteerd gebruik, terwijl het toch gaat om een toxische stof die je oordeelsvermogen beïnvloedt en aantoonbaar niet goed is voor je lichaam.

Wat sigaretten betreft is er een nieuw bewustzijn sinds decennia. Roken is slecht voor de gezondheid en hangt samen met veel ziekten. Er mag geen reclame meer voor worden gemaakt. Maar drinken is nog steeds o.k. En in boeken en series wordt het vaak gepresenteerd als een waar troostmiddel dat bovendien nog zou verbroederen en vriendschappen in stand zou houden. Geen goed gesprek of gezelligheid zonder een glaasje! Ik overdrijf nu een beetje.

Het is iets dat mij dus opvalt aan hedendaagse films, series en boeken. Ik stoor me er niet aan. Ik hield vroeger (dat is nu bijna 50 jaar geleden) ook wel van een alcoholische versnapering, vooral van lekkere drankjes. En ik weet hoe het voelt als je een beetje aangeschoten raakt en dat warme gevoel vanbinnen krijgt. Ik begrijp dus de hang naar alcohol bij mensen heel goed.

In de Koran staat o.a. dat de nadelen van het gebruik van alcohol groter zijn dan de voordelen. In een later stadium van de onthullingen in de Koran (de Koran werd opgetekend gedurende een periode van 23 jaar) werd alcoholgebruik helemaal ontraden.

Zelf ben ik sinds ik moslim ben (nu 45 jaar en 4 maanden plus 7 dagen) geheelonthouder, net als Ahmad. ‘Wij hebben geen alcohol nodig,’ zegt Ahmad. ‘Wij kunnen zonder die drank genieten.’ En dat is waar. We zijn bovendien op een leeftijd dat we zo mogelijk nog bewuster met ons lichaam omgaan dan voorheen, omdat we graag zo lang mogelijk gezond willen blijven. Ik gun dat eigenlijk iedereen en daarom vind ik de nonchalance waarmee de eventuele schade van drankgebruik wordt weggewuifd zorgelijk. Mensen praten over vleestaks, suikertaks, enzovoort, uit zorg voor de te dik wordende welvaartsmens en het welzijn van dieren, maar over de schadelijke effecten van regelmatig drankgebruik hoor je niet zoveel, al wordt daar af en toe wel mondjesmaat aandacht aan besteed. Er zijn, denk ik, te veel mensen die graag alcohol drinken en dat ook zo willen houden. En er wordt goed aan verdiend.

Ik weet dat ik met dit stukje het risico loop dat de lezer me een zeikerd vindt ?.

Bio Moringa

Dit is geen reclame.

Ahmad had anderhalf jaar terug nog problemen met stenen in zijn blaas en een vergrote prostaat waardoor hij vaker moest plassen dan normaal. Dat laatste is een normale kwaal voor mannen op zekere leeftijd. Hij nam daarvoor op eigen houtje homeopathische ‘medicijnen’ in de vorm van voedingssupplementen.

Maar nu is hij geopereerd aan beide ongemakken tegelijk en plast hij weer als een jonge vent. Toch gebruikt hij nog steeds één van die voedingssupplementen. ‘Hoezo gebruik jij dat supplement nog?’ vroeg ik hem laatst. ‘Je hebt toch nergens last meer van? Wat is het voordeel?’ Het supplement dat hij dagelijks gebruikt heet bio moringa en hij koopt het bij Bol.

‘Ik heb het idee dat het me goed doet en energie geeft,’ legt hij uit. Er schijnen heel veel goede eigenschappen te zitten in het middel. Het zou goed zijn voor de botten en nog veel andere zaken Dagelijks eet hij er 3 tabletten van. Ik kijk op het potje. Er staat op: ‘dagelijks 1 tablet en de aanbevolen dosering niet overschrijden’. Wauw, Ahmad gebruikt al jaren een ‘superboost’! Ik waarschuw hem en zeg dat er op het potje staat dat hij er maar één per dag moet nemen.

‘Waarom neem jij het ook niet?’ zegt Ahmad. Ik bekijk de vele goede werkingen waarover men rept op internet en het lijkt me wel wat. Ik koop ook een potje en begin ze ook te nemen, 1 per dag. Dat is nu ruim een week geleden. ‘Merk je al wat van de werking?’ vraagt Ahmad een paar keer. In het begin merkte ik niet zoveel maar de laatste dagen begin ik echt wat te voelen. Het lijkt alsof ik veel meer energie heb. Ik loop met ferme tred, alsof ik ineens een paar jaartjes jonger ben. Ik ben minder moe, heb meer zin in activiteiten en ik heb mijn oude gewoonte opgepakt om weer spontaan met mensen te kletsen op straat, wat ik een hele tijd niet meer deed, omdat ik er gewoon geen inspiratie voor had en geen fut. Ik ben uitgelatener thuis en zing weer (al is het niet als een nachtegaal). Goed middel die moringa!

En dat terwijl we het een tijd terug nog veel hadden over ‘wat te doen bij overlijden van één van ons’. We maakten een protocol voor elkaar. Ik ordende mijn documenten, digitaal en qua papierzooi. En ten leste paste ik ook mijn begrafeniswensen weer eens aan bij DELA. Ik koos al eerder voor een natuurgraf, maar werd toen ontmoedigd door een medewerker van DELA die zei dat het lastig was en duur en dat er mogelijk niet genoeg plaats was. Vervolgens koos ik voor een islamitisch graf, maar dat heb ik nu weer gewijzigd, omdat ik zag dat er weldegelijk natuurbegraafplaatsen beschikbaar zijn op de Brabantse heide, een plek waar ik me verwant mee voel. Ik heb gekozen voor snel begraven, geen kaartjes, geen advertenties, geen bloemen, geen muziek, geen rouwauto’s, geen toespraken, geen koffie. Dat scheelt een hoop geld (waar DELA misschien niet blij mee is). Maar ik denk ‘cut the crap’ en stop me gewoon zo snel mogelijk in de grond in een biologisch afbreekbare kist of zonder kist. Dat zal mijn lichaam dienen als voedsel voor nieuw leven en mag ik lekker blijven liggen. Dit is natuurlijk en zeker ook volgens islam, maar dan zonder wassing en gebed. De wassing zal me niet schoonwassen van zonden en het gebed van anderen voor mij zal me ook niet redden. Ieder neemt zijn daden mee in zijn graf en er is geen mens die je na de dood nog kan helpen. Zo zie ik dat.

Het ruikt hier naar hond

Nu begrijp ik waarom mijn dochters houden van dure geurkaarsen. De lucht van hun hondjes is onmiskenbaar een hondenlucht, hoe klein ze ook zijn. Loulou is, voor ze hier kwam, gewassen met shampoo, maar je haalt de lucht hiermee niet voor lange tijd uit de hond zoals we merken. Ahmad steekt nu regelmatig een wierookje op in de huiskamer, en dan ruikt ons huis tijdelijk naar een oosterse tempel in plaats van naar natte hond. Echt een oplossing van het geurprobleem is dat evenwel niet. Nu weet ik ook weer waarom ik er nooit voor zou kiezen een hond in huis te nemen.

Het brengt me terug naar mijn kindertijd, toen er altijd honden in huis waren. Het sterkst herinner ik me de hondengeur uit de tijd dat we met onze Volkswagen kever met vakantie gingen naar ‘verre landen’. Mijn broer en ik zaten dan uren ‘gevangen’ op de achterbank met aan onze voeten de ruftende en naar hond stinkende teckel, een eigenwijs beest dat door mijn moeder getraind was om alleen van haar te houden en van niemand anders. Voorin rookten onze ouders bovendien sigaretten, want dat kon toen nog.

Maar de geur daargelaten, de hondjes die we nu te logeren hebben, wekken mijn vertedering op, ondanks hun onwelriekende pelsjes. Vanochtend werd ik weer begroet met gekwispel van staartjes. Het regende niet en we maakten een lange wandeling door de Uithof. Onderweg kwamen we veel andere honden tegen. Al van verre kan je vaak aanvoelen welke honden rustig zullen passeren en welke niet. De rustige honden worden veelal vergezeld door een dito rustige baas. Zo niet de onrustige exemplaren.

Voor ons loopt een vrouw met hoofddoek met een aantal tassen en emmers. Zij is op weg naar de volkstuintjes die grenzen aan het natuurpark. Een gillende vrouw met 5 loslopende honden probeert haar honden tot de orde te roepen. De honden hebben maling aan haar gegil en willen de vrouw met de emmers begroeten die daar niet van gediend is. Door met haar emmer te zwaaien probeert zij de honden op afstand te houden. Er lopen nog wat mensen langs die het voorval aanschouwen. De vrouw met de emmers loopt voorbij en kan de honden moeilijk van zich afschudden, omdat ze haar achtervolgen. Van een afstand hoor ik haar iets lelijks zeggen tegen de hondenbezitster zonder overwicht. De hondenbezitster geeft nu uitleg aan de voorbijgangers die even zijn blijven staan om naar deze hilariteit te kijken. ‘Anders zijn ze nooit zo,’ zegt de hondenvrouw. ‘Het komt doordat die vrouw zo met haar emmers liep te zwaaien. Dat had ze niet moeten doen.’ Ik kan me niet inhouden. ‘Welja, geef haar de schuld maar. Als je je honden niet onder controle hebt, houd ze dan bij je,’ ontsnapt er uit mijn mond.

Ook nu komen herinneringen boven. Op latere leeftijd hadden mijn ouders rottweilers die ze totaal niet onder controle hadden. Als zo een beest iets in zijn bek had liet hij alleen los als ze hem een stukje kaas voor hielden. Mijn kinderen waren toen nog klein. Toen het zwarte monster een tosti uit het handje pikte van mijn toen 6 jarige dochter zeiden mijn ouders dat het haar eigen schuld was omdat ze de tosti te dichtbij de hond had vastgehouden. Toen mijn oudste dochter 2 was en een lelijke beet kreeg van de hond was het ook niet de schuld van de hond. Ze had het dier niet gek moeten maken door in de kamer rond te kruipen. Eigenaardige eigenschap is het van sommige hondenbezitters om nooit de schuld te zoeken bij hun viervoeter. Datzelfde zie je ook bij sommige ouders. Hun kinderen hebben nooit schuld, maar het zijn altijd de andere kinderen.

We lopen door met onze tere hondjes aangelijnd en proberen de vrouw met de 5 honden voor te blijven die met haar honden ongeveer dezelfde richting opkomt. Onze dwergexemplaren zijn er niet op gebouwd om met grotere honden te spelen. Het enige wat ze doen als zo een monster toenadering zoekt is lelijk keffen en dat proberen wij te voorkomen. Het is een beetje gênant om het baasje te zijn van een keffertje met een brutale mond tegen verbaasde lobbesen die niks verkeerds in de zin hebben.

Deze heb ik besteld. Aan de onderkant zit een rond gat, waaruit de zakjes getrokken kunnen worden

Als we thuiskomen merk ik dat ik de helft ben kwijtgeraakt van het hondenpoepzakhoudertje dat aan de uitlooplijn van Loulou hing. Karamba, er zat net een nieuwe rol met roze zakjes in. Het was eigenlijk ook een onhandig ding van plastic in de vorm van een hondenkluif met een opening voor de zakjes. Ik zou zelf nooit zo een ding kopen, dat bungelt aan de hondenlijn, maar ik zou de zakjes gewoon bewaren in mijn zak. Hoeveel drollen legt een hondje per uitgaansbeurt? Toch geen honderd? Maar ik heb bij Bol.com een nieuwe besteld. Een luxe, stevig, lichtgewicht exemplaar van leer met een ritsje. Het ziet er degelijk uit en je zal het niet snel verliezen. Ik hoop dat mijn oudste dochter er blij mee is.