Oud zeer

Ieder heeft er wel mee te maken, met oud zeer. Het kan een nare gebeurtenis zijn in je leven, een jeugd die niet fijn is verlopen, een sterfgeval van een dierbare, geestelijke of lichamelijke mishandeling of vernedering. Het leven bestaat uit prettige en minder prettige ervaringen. Door sommige ervaringen lopen we mentale schade op, waarvan we ons helaas niet altijd bewust zijn. Of waarvan we ons pas vele jaren later bewust worden.

Ik ben een boek aan het lezen van ex-psychiater Bram Bakker met de titel ‘oud zeer’. Normaal gesproken lees ik al lange tijd geen non-fictie meer. Maar de titel van het boek en het feit dat Bram Bakker zijn beroep als psychiater vrijwillig vaarwel heeft gezegd maakte me nieuwsgierig.

Ik herken veel in de kritiek die hij heeft op de reguliere geestelijke gezondheidszorg en het onderverdelen van mentale problematiek op schalen in de DSM, de onwenselijkheid van verslavende psychofarmaca, die het onderliggende probleem niet verhelpen, maar slechts werken als een pleister op een wond. Deze ‘medicijnen’ laten je alleen je ellende via chemische weg vergeten, lossen niets op en hebben bovendien bijwerkingen.

Ook ik had kritiek op de geestelijke gezondheidszorg, toen ik er tijdens en na mijn studie psychologie mee kennismaakte. Ik werkte op een crisiscentrum op de gesloten psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis, waar psychotische mensen gillend binnenkwamen, als begeleider van een groep chronische patiënten in de Willem Arntzhoeve en ik werkte met tbr-gestelden met zware psychische afwijkingen in de van der Hoeven Kliniek. Daar werd me direct al duidelijk dat ik het totaal niet eens was met hoe mensen in geestelijke nood behandeld werden. Anders dan Bram Bakker besloot ik al vóórdat ik een loopbaan begon als psycholoog in de ggz, om af te haken. Ik liep zo een ongetwijfeld mooie carrière mis, maar bleef wel trouw aan mezelf.

Ik vind het fijn om te horen en te lezen dat vandaag de dag meer psychologen en psychiaters vraagtekens durven te zetten achter de gangbare hulpverlening aan mensen die het het niet redden in onze maatschappij vanwege hun mentale problematiek.

Ik ben zelf iemand met veel oud zeer, waarin ik langzamerhand steeds meer inzicht krijg. Ik heb nooit therapie gehad, nooit psychofarmaca ingenomen. Behalve de hasj waarmee ik me de jaren tijdens mijn zeer traumatische eerste huwelijk trachtte te verdoven. Totdat ik inzag dat deze verdoving me niet uit mijn benarde situatie kon halen en ik ermee stopte.

Beetje bij beetje heb ik me op eigen kracht kunnen ontworstelen aan de geestelijke schade die ik overhield aan mijn jeugd en twee eerdere huwelijken. Ik ben niet de enige die verkeerde partners uitzocht, omdat ik meende dat ik ‘niet beter verdiende’, hetgeen samenhing met mijn jeugd.

Maar ik was er tot voor kort nog niet helemaal uit, ondanks het gelukkige leven dat ik nu leid met mijn huidige partner, en dat voelde ik regelmatig. Er zat nog woede in mij en verwarring over de details van een leven vol misbruik. Ik bagatelliseerde de impact daarvan nog steeds, wat invloed had op mijn leven van nu, terwijl ik inmiddels nu bijna 73 jaar tel.

Dankzij het boek van Bram Bakker kwam ik achter bepaalde feiten in mijn leven die ik serieuzer moet nemen dan ik tot nu toe heb gedaan. Ik besloot de angst die in mij ontstaan is onder ogen zien en mijn kwetsbaarheid te durven voelen. Het is alsof er sinds gisteren een last van me af is gevallen. Ik voel me bevrijd en verbittering en een zure kijk op gebeurtenissen en mensen lijken nu plaats te maken voor zachtheid.

Ik wil met het schrijven van dit stukje zeggen dat het lezen van een boek en het herkennen van dingen daaruit therapeutisch kan werken. Elk mens is verschillend en wat iemand nodig heeft om dichter bij zichzelf te komen en de ballast van negatieve ervaringen kwijt te raken is voor een ieder anders.

Ik heb er op grond van mijn eigen ervaring tot nu toe vertrouwen in dat het leven zelf mensen of ervaringen op je pad brengt die je nodig hebt om inzicht te krijgen in jezelf en je eigen handelen. Dat kan voor de één een opmerking zijn die toevallig geplaatst wordt, voor de ander een ontmoeting zijn, voor de ander een film of serie. Of het lezen van een boek, zoals in dit geval mij overkwam.

Wandelen in de Uithof

We doen het nog elke morgen, wandelen, soms een klein rondje en meestal een grotere ronde. Wat we daar zien en horen is niet meer zo spectaculair als in de lente. Toen hoorde je, vooral als je onder de bomen liep, een concert van vogelgezang. Het was paartijd en broedtijd. Overal doken watervogels met kuikens op.

Nu is het nog steeds mooi. Maar de kuikens zijn groter geworden of verslonden door prooidieren. De vogels lokken elkaar niet langer met hun mooiste gezang. De bloeitijd van veel planten loopt op haar einde. Maar alsnog genieten wij van elke wandeling. Ik heb er een vijfde filmpje van gemaakt.

Tijd niet meer geschreven

Tja, en hoe komt dat. Geen tijd! Dat mag gek klinken voor een gepensioneerde, die immers overal tijd voor zou moeten hebben. Maar de werkelijkheid is anders.

De dagen lijken om te vliegen. Daarbij komt dat we steeds langere nachten maken, dus later opstaan. Zaten we vroeger fris aan het ontbijt om een uur of 7, nu is dat geregeld een uur of 9 of gisteren zelfs 9.30. We slapen en dromen wat af. En als de dag dan begonnen is, dan hebben we een vrij strak programma. Na het ontbijt een wandeling in de Uithof. Daarna is er nog een beetje tijd om wat anders te doen voor de tweede koffie. Dat kan zijn boodschappen doen of, zoals nu, even schrijven in dit weblog. Na de koffie (rond 11.30) heb ik weer wat tijd tot het middagmaal om 15.00 uur. Maar soms moet ik dan koken of naar Specsavers voor een nieuwe bril. Of ik heb even tijd om wat te schilderen, wat ik nooit langer dan een uur achter elkaar doe. Of ik plak een filmpje van foto- en filmmateriaal. Dat zijn mijn twee andere hobby’s naast leuteren in dit weblog

Na het middagmaal is het vaste prik dat we een spelletje rummikub doen. Dat zijn altijd twee of drie spelletjes, zodat er uiteindelijk een ‘winnaar van de dag’ is. Dat rummikub gaat ons nooit vervelen, omdat elk spel anders is.

Na het spelen is het tijd voor thee of een ijsje. En daarna stap ik op de hometrainer met mijn tablet, waarop ik intussen tv en series kijk. Dat doe ik met pauzes, waarin ik languit op het logeerbed lig tot het avondeten. Na het avondeten gaan we in ons bed liggen, waar we lezen e.d. en vervolgens gaan slapen En zo vliegen de dagen om, met af en toe een uitzondering, als dat de dag anders verloopt, omdat we een afspraak hebben met familie.

Zo zit dat. Ik heb verder niet zoveel te melden.

We hadden nog wat houtschijven liggen, die Ahmad nooit bewerkte met pyrografie, omdat ze nogal donkerbruin waren en je daarom de gebrande tekening niet zou kunnen zien. Ik kreeg het idee om daarom de schijf te bewerken met een geverfde achtergrond, zodat Ahmad die daarna zou kunnen bewerken met pyrografie. Maar dat bleek niet te kunnen. Pyrografie kan kennelijk alleen met succes gebeuren op onbewerkt hout.

Omdat ik het zonde vond om verder niks te doen met de houtschijven, heb ik het karwei maar afgemaakt door verder te schilderen op het hout:

Olieverf op houtschijf 30 x 26

Vandaag wordt het hondje opgehaald

Ze kunnen elk moment hier zijn, want we hebben afgesproken om 12 uur. Ze hebben het hondje gemist. Zij vinden zelf ook dat Lola een zoet en bijzonder lief hondje is en ook al zijn zij gisteravond pas teruggekomen van vakantie, zij kunnen ook niet wachten om Lola op te halen.

Ik ga haar missen en zij mij ook. Net kroop ze op mijn schoot, alsof ze al voelt dat ze zo zal worden opgehaald. Zij trekt naar mij en begroet mij altijd enthousiast. Hoe Ahmad ook zijn best doet, door haar vlees te geven en ook met haar te gaan wandelen, ik blijf haar nummer 1.

Ik ga nog even met haar een blokje om, zodat haar baasjes dat niet hoeven te doen, als ze straks komen om haar mee te nemen naar Hendrik Ido Ambacht. Wat ga ik dat kleine stinkerdje missen!

Mijn kinderen komen bijna thuis

Ze verbleven in Toscane en hebben alle regen en wind hier gemist. Als ze thuiskomen staan hun tuintjes er fris en sappig bij. Ik hoop dat zij een goede reis terug hebben in de auto met kinderen op de achterbank. En ik ben benieuwd naar de vakantieverhalen. Behalve een heleboel foto’s die ze me toestuurden via de app (waarvan ik een filmpje maakte voor hun, ter herinnering) heb ik niet veel gehoord. Ik wilde ze ook niet lastigvallen met ‘hoe is het daar?’, maar intussen was ik wel heel benieuwd.

Wij bleven hier met twee hondjes en na een week 1 hondje. Het lijkt zo een lange tijd. Lola (zo heet ze nou eenmaal) lijkt zich prima thuis te voelen bij ons. Wij zijn ook aan het ritme van uitlaten gewend en kijken met regelmaat vertederd naar het kleine schattige beest. Doordat we er vier keer per dag uitmoeten met Lola, zien wij onze groene omgeving dus ook veel meer dan normaal. Naast de wandelingen in de Uithof die we ook al maakten zonder hondje, wandelen we nu ook een paar keer per dag in onze eigen buurt en dat is ook heel mooi. Het groene gras, de beplanting en de sloten, de eenden, futen en ganzen, we zien ze een paar keer per dag en steeds weer ander licht maakt dat telkens opnieuw interessant.

Ik heb me voorgenomen wat kritischer te zijn met fotograferen en filmen. Laatst ging ik zelfs zonder camera op stap. En je zal net zien: juist die avond was er een schitterende schemering en zag ik veel plaatjes die ik had willen vastleggen. Ik wil mijn camera voortaan altijd weer meenemen. Foto’s die niet geslaagd zijn kan je immers verwijderen.

Ik herinner me nu de fotograaf van het huwelijk van mijn dochter. Hij heeft van de ochtend tot de late avond foto’s genomen. Hij bleef maar rondrennen met zijn camera. Daarna maakte hij een selectie uit al zijn foto’s en stelde een schitterende reportage samen, zowel digitaal als in een mooi album. Dat is één van de voordelen van het digitale tijdperk, gewoon veel foto’s schieten, omdat het kan, en dan de goede bewaren.

‘Overload’

We leven in een welvaartsland waarin er van alles veel is. Veel snoep, veel soorten eten, veel soorten toetjes, veel soorten vakanties, auto’s die steeds groter worden, een land dat gemakkelijk ‘rupsjes nooit genoeg’ creëert.

Dan komen de woorden van wijlen mijn moeder in mijn gedachten. Zij leerde mij dat alles waar ’te’ voor staat vermeden moet worden. Je kan genieten van alles: suiker, vet, alcohol, luieren en dat mag gerust als het maar niet te veel wordt. Alles met mate richt geen schade aan, maar zodra je de maat overstijgt dan gebeurt dat wel.

Alles ligt in onze maatschappij zo voor het grijpen, dat het verleidelijk is je eraan te buiten te gaan.

Vanmorgen bedacht ik dat dit ook geldt voor zoiets simpels als foto’s maken. Vroeger ging je voor een foto naar een fotograaf en een enkeling had zelf een camera waarmee foto’s konden worden gemaakt. In de camera zat een filmrolletje dat ontwikkeld moest worden. Mijn ouders deden dat zelf, maar de meeste mensen lieten dat doen door een fotowinkel. Het was een dure hobby. Je leverde het filmpje in en hoopte dat de foto’s goed gelukt waren.

Tegenwoordig kan je lukraak foto’s schieten met digitale camera’s of zelfs met je mobiel, waarvan de camera steeds beter wordt. Het kost geen cent om de foto’s te uploaden en als een foto niet goed gelukt is dan kan je deze verwijderen. De camera’s zijn gemakkelijk te bedienen, omdat ze automatisch het beeld zo scherp mogelijk weergeven. Iedereen kan dus foto’s maken. En dat doen we ook.

Ik bedacht me dat ik zelf ook een fotojunk ben geworden, die zelden zonder camera op stap gaat. Maar hoe belangrijk en mooi zijn de foto’s zie ik maak nu eigenlijk? Elke foto van mij vertegenwoordigt een poging het gevoel dat ik had bij het zien van iets over te brengen. Maar lukt dat ook? Zelden, denk ik.

Ik sprak er gisteren over met Ahmad. ‘Ik denk dat ik minder foto’s moet maken,’ zeg ik. ‘Er zijn er te veel en zo verliest elke foto zijn betekenis. Ik wil me beperken tot beelden die speciaal zijn en niet zomaar wat in het rond schieten. Er zijn te veel foto’s in de clouds, heb ik gelezen, en dat schijnt ook nog belastend te zijn voor het milieu.’ (N.B. Zelf heb ik niks in clouds staan. Ik heb alle foto’s op mijn laptops staan, maar misschien is dat ook belastend voor het milieu. Ik snap dat soort dingen niet. Maar ik vind in ieder geval dat al die nietszeggende en op elkaar lijkende foto’s op den duur nergens goed voor zijn. Het is een overload en wie heeft nog tijd of geduld om dat allemaal te gaan bekijken?). Een fotoalbum is nog overzichtelijk, maar duizenden digitale foto’s….wat moet je daarmee?)

Ahmad reageert op de rustige manier die ik van hem ken: ‘Je moet je niks aantrekken van wat je leest en wat men zegt, maar foto’s maken als je daar zin in hebt.’ Ja, dat is waar. En dan vertel ik hem over een serie in de Volkskrant, waarin men fotografen presenteert die op een heel speciale en poëtische manier foto’s hebben gemaakt. Dat maakt veel indruk op mij en dat zijn foto’s die wel bijblijven. Zo zou ik graag willen fotograferen, maar dat is een kunst en dat is niet voor iedereen weggelegd.

Hondjes

Ik praat niet meer zoveel over de hondjes die bij ons logeren, terwijl mijn kinderen zich vermaken in Toscane. Het is ook niet zo vermeldenswaardig. Eén van de hondjes, de kleinste, is al vertrokken sinds afgelopen zaterdag. Degenen die aan huis zouden oppassen op dit minihondje en een kat kwamen het hondje ophalen zodra zij terugkwamen van hun vakantie.

Het andere hondje, de bollerd, is een stuk gemakkelijker dan het kleine fragiele hondje dat nog altijd wat schrikachtig is en kwetsbaar vanwege een trauma in haar vroege jeugd. Zij was mijn ‘zorgenkindje’ en nu zij weg is valt die zorg weg. Het is ook gemakkelijker om op één hondje te passen dan op twee.

Ik noem de hondjes in dit weblog niet bij naam, omdat ik eigenlijk niet zo gek ben op hun namen. De bollerd heet Lola en het fragiele hondje heet Loulou. Ik vind de namen niet passen en heb zitten denken welke namen ik wel bij ze vind passen.

Vandaag schoten me ineens de namen binnen die ik ze zou geven, nu ik ze al jaren ken.

May I introduce:

Dit is Bobby
En dit is bambi

Maar ja, zo heten ze niet ?.

Subliminale reclame

Ooit vertelde iemand mij dat in bioscopen mensen tijdens het kijken naar het filmprogramma advertenties kregen voorgeschoteld van frisdranken. En daarmee bedoelde deze niet de ‘normale’ reclame die je tussen de het voorprogramma en de film door krijgt te zien. Nee, hij had het over beelden (van bijvoorbeeld een flesje cola) die tussen de opnamen door in miniseconden zouden worden vertoond. Ze waren zo kort dat de toeschouwer het niet opmerkte, maar het zou intussen wel zo zijn dat de hersenen die beelden registreerden en onthielden. Intussen werd de kachel tijdens de voorstelling flink opgestookt zodat mensen dorst kregen. Als het dan pauze was, dan snelde menigeen naar het verkooppunt, waar pepsi en andere frisdranken werden verkocht.

Ik weet niet of het een flauwekulverhaal was.

Maar wat ik al enige jaren wel opmerk is dat in boeken, films en series openlijk enige propaganda wordt gemaakt voor het gebruik van alcohol. Als mensen iets te vieren hebben, troost nodig hebben of gewoon het gezellig willen hebben zie je ze met een een glas in de hand of een flesje naar elkaar proosten. Datzelfde lees je ook in boeken. Het is geen openlijke reclame, maar ik zie het wel als beïnvloeding en zelfs aanmoediging. Op die manier wordt drankgebruik tentoongesteld als een sociaal geaccepteerd gebruik, terwijl het toch gaat om een toxische stof die je oordeelsvermogen beïnvloedt en aantoonbaar niet goed is voor je lichaam.

Wat sigaretten betreft is er een nieuw bewustzijn sinds decennia. Roken is slecht voor de gezondheid en hangt samen met veel ziekten. Er mag geen reclame meer voor worden gemaakt. Maar drinken is nog steeds o.k. En in boeken en series wordt het vaak gepresenteerd als een waar troostmiddel dat bovendien nog zou verbroederen en vriendschappen in stand zou houden. Geen goed gesprek of gezelligheid zonder een glaasje! Ik overdrijf nu een beetje.

Het is iets dat mij dus opvalt aan hedendaagse films, series en boeken. Ik stoor me er niet aan. Ik hield vroeger (dat is nu bijna 50 jaar geleden) ook wel van een alcoholische versnapering, vooral van lekkere drankjes. En ik weet hoe het voelt als je een beetje aangeschoten raakt en dat warme gevoel vanbinnen krijgt. Ik begrijp dus de hang naar alcohol bij mensen heel goed.

In de Koran staat o.a. dat de nadelen van het gebruik van alcohol groter zijn dan de voordelen. In een later stadium van de onthullingen in de Koran (de Koran werd opgetekend gedurende een periode van 23 jaar) werd alcoholgebruik helemaal ontraden.

Zelf ben ik sinds ik moslim ben (nu 45 jaar en 4 maanden plus 7 dagen) geheelonthouder, net als Ahmad. ‘Wij hebben geen alcohol nodig,’ zegt Ahmad. ‘Wij kunnen zonder die drank genieten.’ En dat is waar. We zijn bovendien op een leeftijd dat we zo mogelijk nog bewuster met ons lichaam omgaan dan voorheen, omdat we graag zo lang mogelijk gezond willen blijven. Ik gun dat eigenlijk iedereen en daarom vind ik de nonchalance waarmee de eventuele schade van drankgebruik wordt weggewuifd zorgelijk. Mensen praten over vleestaks, suikertaks, enzovoort, uit zorg voor de te dik wordende welvaartsmens en het welzijn van dieren, maar over de schadelijke effecten van regelmatig drankgebruik hoor je niet zoveel, al wordt daar af en toe wel mondjesmaat aandacht aan besteed. Er zijn, denk ik, te veel mensen die graag alcohol drinken en dat ook zo willen houden. En er wordt goed aan verdiend.

Ik weet dat ik met dit stukje het risico loop dat de lezer me een zeikerd vindt ?.