Mijn buurt in Nederland

Ik woon in Nederland een mooie groene ´achterstandswijk´. Althans zo wordt mijn wijk genoemd. Vroeger heette mijn wijk ook wel in de volksmond ´krachtwijk prachtwijk´. Ik geef de voorkeur aan de laatste benaming.

Ik lees nu een roman van Alex Boogers (fantastisch goede schrijver. Het boek heet: ´Onder een hemel van sproeten´) over het wel en wee van met name twee adolescenten die leven in een wijk als de mijne, maar dan in de buurt van Rotterdam. Ik herken veel van wat ik lees en besef dat mijn wijk in heel wat delen ervan er niet veel beter aan toe is dan de wijk die hij beschrijft, hoe bewoners en sociaal werkers ook hun best doen om onze buurt te laten bruisen van positieve levendigheid. Er worden genoeg activiteiten georganiseerd voor de bewoners en hun kinderen en er zijn gemeenschappelijke moestuintjes aangelegd in de weelderige groene ruimte die de portiek- en eengezinswoningen nu nog omringt.

Maar dat neemt niet weg dat er veel armoede is en dat de cohesie tussen de bewoners steeds minder wordt vanwege de verschillen in achtergrond. Er is criminaliteit, er wordt gedeald en de straten en mooie groene weiden liggen regelmatig vol met zwerfvuil, als symbool van de verwaarlozing die er ook is op andere vlakken.

Nu zijn er grootse plannen om mijn buurt vrijwel geheel plat te gooien en te gaan bebouwen met hogere flats dan de huidige portiekwoningen van vier verdiepingen. Daartussen zullen ook gezinswoningen komen met een gemeenschappelijke binnentuin. Er zullen in de toekomst veel meer mensen in deze wijk een plek krijgen, zo wordt ons in wervende folders voorgespiegeld en er zal minder schrijnende armoede zijn, omdat er minder kansarmen zullen wonen. Daarmee zijn die kansarmen natuurlijk niet geholpen, want zij zullen het niet beter krijgen door hen te verplaatsen, maar dat terzijde. De buurt zal beter worden is het argument, ook al zal dit gaan ten koste van oude bomen en veel groen. Er wordt gesproken over onder de huizen liggende garages en daarop zullen nieuwe tuintjes aangelegd worden, veel mooier dan de speelveldjes die er nu zijn tussen de woningen.

Mijn buurvrouw woont al 52 jaar in mijn buurt. Zij heeft de wijk zien veranderen. Het was ooit een mooie groene buurt, waar hoofdzakelijk jonge gezinnen van ambtenaren zich vestigden. Zij heeft de buurt steeds meer zien verpauperen. Datzelfde zag ik ook in de 30 jaar dat ik nu in deze buurt woon. Gisteren belde ik haar weer eens, wat ik regelmatig doe om op de hoogte te blijven van haar wel en wee. Zij weet bijna alles wat er gebeurt in de buurt en daarnaast heeft ze de hele dag radio West opstaan en hoort ze via dat kanaal ook de laatste nieuwtjes van Den Haag en omstreken. Als ik met haar praat is dat net alsof ik de plaatselijke buurtkrant lees. Ze vertelt me over schiet- en vechtpartijen die hebben plaatsgevonden in onze buurt. Ze haalde tot drie keer toe de woorden aan die haar Marokkaanse bovenbuurman sprak: ´De mensen zijn allemaal gek geworden´. Alsof het een paar keer reciteren van die woorden deze meer waarheidsgehalte zouden geven.

En vervolgens praten we over de bouwplannen in de buurt, waar we regelmatig nieuws over krijgen, zowel digitaal als op papier. Ik las onlangs het volgende:

Uitnodiging: ga op 23 februari in gesprek met architecten

Ook in de Dreven starten binnenkort de eerste 2 projecten. De projecten in de Dreven liggen aan de Dorpersdreef, Gravendreef, Baljuwdreef en Schependreef. De architecten van deze 2 nieuwe woonblokken horen graag van de bewoners uit de wijk welke ideeën en wensen er zijn voor hun woonomgeving.

Tijdens een bijeenkomst op 23 februari kunnen bewoners de architecten laten weten wat zij belangrijk vinden voor de 1e nieuwbouwprojecten in de Dreven.

Met alle inbreng gaan de architecten vervolgens aan de slag. Wilt u ook meedenken? Kom op 23 februari naar Ambachtsgaarde 198 te Den Haag.

Dat gaf mij een beetje hoop dat ze wellicht mijn straat overslaan. De Schependreef ligt achter het blok van 4 huizen waar mijn achtertuin op uitkijkt. Als ze daartussen gaan bouwen, dan zijn ze in ieder geval nog niet bezig met mijn straat.

Ik zeg tegen de buurvrouw: ´Ik ben wel verbaasd, want ik dacht dat ze na het platleggen van de Zichten met het bouwproject zouden verder gaan in de Gaarden en daarna pas de Dreven.´ Nee,´ zegt ze. ´Ze beginnen nu bij de Dreven omdat het hier het ergste is met de criminaliteit en overlast. Maar ze beginnen niet bij ons maar achterin, waar het het ergste is.´ Maar als ik op de kaart kijk dan klopt dat niet. Ze beginnen opzij van ons en vlak achter ons en slaan ons daarbij kennelijk voorlopig over.

Hoe dan ook, ik bereid me er wel op voor dat ik ooit weg zal moeten uit mijn mooie en prima geïsoleerde eengezinswoning. Mij zal dan waarschijnlijk een klein huisje of flatje worden aangeboden. Ik denk erover dan te gaan zoeken in omringende dorpen, niet te ver van mijn kinderen. Laatst viel mijn oog op een dorpje (eigenlijk is het een gedeelte van ´s Gravenzande) dat Heenweg genoemd wordt. Alleen de naam al fascineert me. Ik las in de krant dat de bewoners daar erover klagen dat er weinig te doen is vanwege het zeer geringe aantal inwoners. Nu worden er een heleboel woningen gebouwd in hun dorp en daarmee zijn ze heel blij, omdat er dan mogelijk ook meer faciliteiten zullen komen. Ik denk soms: misschien is er daar in de toekomst wel een plekje voor een bejaarde als ik. Ik zal hoe dan ook de rust gaan zoeken, ergens waar het groen is.

PS. Ik keek even naar het bouwproject in Heenweg. Dat blijken allemaal koopwoningen te zijn voor gezinnen. Niet voor mij weggelegd. Maar kijkend op de site Haagwonen zag ik wel een senioren benedenwoninkje met een tuintje op het zuiden in ´s Gravenzande. Er zijn mogelijkheden inshaAllah als de tijd komt om te vertrekken.

Minituintje en banket

We zijn allebei aan het bijkomen van de coronagriep. Ahmad is iets meer hersteld dan ik, want ik hoest nog steeds en ik lust nog geen koffie, wat bij mij altijd een teken is dat ik nog niet in orde ben. Maar ik probeer alvast wat meer te gaan bewegen door mee te doen met ´Nederland in Beweging´.

Vandaag stelde ik voor om te gaan lopen naar een tuincentrum hier, geheten ´Guzmán´, wat voor mij klinkt als Turks, maar het schijnt een gewone Spaanse achternaam te zijn. We hadden daar laatst al met de auto wat kruidenplantjes gekocht om hier ons eigen kruidentuintje te hebben. We kochten rozemarijn, tijm, peterselie, salie en koriander, maar we waren de oregano vergeten. Dus vandaag gingen we te voet naar Guzmán, één van de weinige winkels die hier op zondag open zijn. Het was een wandeling bij een bedekte lucht en met een lekker fris windje dat regen beloofde. Maar er vielen slechts een paar verdwaalde stoffige druppels.

Ons kruidentuintje. We houden de plantjes binnen, omdat anders de katten van Miguel erin gaan rommelen en plassen
Het tuincentrum is mooi en gezellig gedecoreerd. De plantjes staan er mooi en fris bij, wat ik wel anders heb gezien in Nederland.
Hier neemt men haloween serieus, zoals alle feestjes die gevierd kunnen worden
´los prisoneros´ zitten er nog steeds, alsof we nooit zijn weggeweest

Ahmad, die dol is pindakoekjes, die hier niet te koop zijn, maakte gisteren zijn eigen versie van deze koekjes. Hij vindt het zelf zijn beste koekjes ooit, deze huiselijke banketbakker. Hoewel ik niet van zoet houd, wilde ik er best een paar proberen. Zoals alles wat hij klaarmaakt, waren ze heerlijk.

😋

En zo rommelen we wat aan in ons besloten appartementje in het kneuterige en gezellige dorp, waar we ons nu bevinden. Elke middag rummikubben en daarna kijk ik naar NLZiet. Op het moment is dat naar ´de neven van Eus´. En dan lekker verder in Jeroen Brouwers. Geen vrolijke man, maar ik kan hem goed verdragen. Hij schrijft zo mooi dat ik echt met hem meeleef, ook al drink ik geen liters jenever. Ik ben blij dat hij zoveel boeken heeft geschreven, omdat ik daar nu een tijd mee verder kan.

Verre wortels

Als student maakte ik ooit een tekening van twee bomen die ver van elkaar verwijderd stonden. Maar de takken raakten elkaar. Ik maakte er een gedichtje bij. Dat ging over twee mensen wier ‘wortels’ ver van elkaar waren maar die toch uiteindelijk verbonden werden via hun ‘takken’. Ik had toen het gevoel dat ik iets belangrijks had geuit door deze combi van tekening en gedicht, maar kon dat voor mezelf niet plaatsen of rationeel beredeneren.

Vanmorgen stond ik met mijn Ahmadje in ons kleine keukentje. We grapten met elkaar door woordspelingen in het Spaans/Nederlands. Ineens kwam het idee in me op dat het eigenlijk heel gek is. Dat ik me zo vertrouwd voel in mijn huis hier en ook daar in zijn huis met deze boerenzoon uit Arrahal. Hij heeft zo een andere jeugd en volwassen leven gehad dan ik en onze moedertaal is niet dezelfde. En toch staan we hier met elkaar onze eigen grapjes te maken alsof het heel gewoon is dat wij bij elkaar horen en een gemeenschappelijk leven leiden. Onze zielen raken elkaar en we verstaan elkaar. Hoe wonderlijk is dat eigenlijk. Ik sprak het uit en Ahmad vond het ook mooi dat twee mensen uit zo verschillende werelden zo vertrouwelijk met elkaar zijn.

Ik denk terug aan mijn studie psychologie, waarin ik van alles leerde. Er zijn zoveel stromingen in dat vak en zoveel theoretici en er worden zoveel tips en trics gedoceerd om de mens te kunnen begrijpen en eventueel te helpen. Maar één woord is me vooral bijgebleven. Het is een nogal vaag begrip, dat je niet statistisch kan onderzoeken en dat door behavioristen dan ook niet als wetenschappelijk wordt erkend.

Verstehen is dat woord. Het wordt altijd in de Duitse taal gezegd. ‘Verstehen’ is begrijpen op een dieper niveau. De ander willen zien en begrijpen, naar hem willen luisteren met volle aandacht voor het verbale en nonverbale. Het is iets dat je niet kan aanleren door studie. Je hebt het of je hebt het niet. Het heeft, denk ik, te maken met werkelijke interesse in de ander.

Wij ‘verstehen’ elkaar en hebben samen een taal ontwikkeld met een mix van Andalu’ en Nederlands. Andalu’ voert daarbij de boventoon.

Uitgeschakeld

Al bijna 20 jaar ben ik niet meer echt verkouden geweest. Maar aan die periode is een eind gekomen. Zondag begon er een flinke verkoudheid op te komen in mijn kleine donder. Het begon met natte oogjes en daarna een kriebelhoest en pijn in de keel. Het was geen corona volgens een zelftest. Maar evenzo voelde ik me beroerd, vooral gedurende de nachten waarin ik mijn irritante blafhoest probeerde in te houden voor de slapende man naast me. Dat lukte niet.

Maandag belde de buurvrouw, die haar hart wilde luchten bij mij over de slechte verzorging die haar ten deel valt van de verzorgers die de wonden in haar voet moeten schoonmaken en verbinden. Ze hoorde aan mijn kikkerstem dat boodschappen doen voor haar er niet in zat. Gelukkig had ik zaterdag nog een en ander voor haar gehaald, maar ze had wel erg veel trek in Almhof toetjes.

Ze begreep dat ik niks voor haar kon betekenen. Ik heb haar gezegd dat ik haar zou bellen zodra ik weer naar buiten kan. En dat is helaas tot op de dag van vandaag nog niet zo. Het lijkt of er geen enkele vooruitgang is in mijn ziek zijn. Ik hobbel wat door het huis en heb toch de keuken schoon gepoetst, want dat moest echt. Verder kijk ik NLZiet (breuklijnen) en Netflix (Gomorra) op mijn tablet in mijn warme bed. Ahmad deed boodschappen en kookte heerlijk. Haalde druiven en perssinaasappels. Nu is hij ook verkouden geworden, maar gelukkig alleen in zijn neus. Hij heeft geen keelklachten.

Zondag moeten we in het vliegtuig naar Malaga zitten. Dat zal vast wel lukken. We doen rustig aan. Ik vind het heel jammer dat ik mijn kinderen deze week niet kon zien om afscheid te nemen, maar ik wil ze niet aansteken met dit vieze virusje.

Griep is vervelend. Maar er zijn veel ergere dingen. Gezondheid is een groot goed en dat besef ik weer eens.

Ik moet wel morgen of overmorgen naar buiten om mijn auto door de wasstraat te rijden en hem vol te tanken en ik moet even bij de buurvrouw langs om het beloofde schilderij af te leveren. Ik wil haar niet besmetten dus misschien moet ik het aan de deur afgeven. Klein leed te midden van gigaleed om ons heen.

Consuminderen

Er is gebrek aan van alles, over de hele wereld. De mens is bezig alle grondstoffen uit de aarde te onttrekken en de natuur te vernielen om aan zijn consumptiedrift te voldoen. We krijgen nu de rekening gepresenteerd. Crisis op crisis volgen elkaar op. En de mens zoekt naarstig naar oplossingen. Gaten worden gedicht en er ontstaan nieuwe gaten in begrotingen. Eén ding moet overeind blijven: DE KOOPKRACHT. Dat klinkt als een soort turbokracht die hoe dan ook niet mag verminderen.

Slechts een enkeling denkt aan consuminderen. Dat zou goed zijn voor onze natuurlijke leefomgeving, maar minder kopen is in tegenspraak met de winsten die gemaakt moeten worden door grote ondernemers. Hoe komen we ooit uit deze spagaat?

Ik ben van nature een zuinig mens. Dat wil zeggen dat ik nooit iets weggooi dat nog gebruikt kan worden. Ik vervang spullen en kleding niet voordat ze versleten zijn. Ik gooi geen voedsel weg. En tegenwoordig douchen wij ook korter dan ooit en zetten wij de kraan uit als we ons inzepen. Ik doe zoveel mogelijk op de fiets en gebruik de auto alleen als het echt niet anders kan. Ik wil niet zeggen dat ik hierom beter ben dan een ander. Het is voor mij heel normaal en ik ben altijd zo geweest. Ik werkte maar 27 uur, omdat ik met het geld dat ik daarmee verdiende genoeg had om rond te komen.

Nu zie ik dat jonge mensen keihard moeten werken als partners met een gezin om hun levensstandaard op peil te kunnen houden. De levensbehoeften zijn groter geworden bij groot en klein en daarvoor moet hard gewerkt worden. Soms zoveel dat mensen daarvan dan weer een burn-out krijgen.

Ik vind dat triest om te zien. Die schoenen van 500 piek en alle andere hebbedingen en gewilde uitjes en vakanties hebben een hoge prijs. Mensen moeten tegenwoordig meer en meer kunnen laten zien dat zij meetellen in de consumentenrace. Hoe gelukkig word je daarvan en wie zegt dat dat moet? De reclame, instagram, tiktok?

Seneca zei al in zijn tijd: ‘niet het rijkst is degene die het meeste bezit, maar degene die het minste nodig heeft’.

Graf van mijn moeder en mijn broer

Gisteren gingen mijn oudste dochter en haar man helemaal naar Hengelo (Gelderland) om het graf van haar oma en oom te bezoeken.

Het graf zag er goed uit, vredig in het herfstige zonlicht. Mijn dochter maakte een mooie foto.

Gelukkig heeft Ahmad enkele jaren geleden de struiken weggehaald die alle zicht op de grafstenen ontnamen. Hij plantte wat andere planten, die het nog steeds goed lijken te doen ondanks de droogte van de afgelopen jaren.

De tekst op de grafsteen van mijn broer doet vermoeden dat hij een zoon was van mijn stiefvader en moeder, wat niet waar is. Hij was, net als ik ben, een kind van Theunissen. Dat ik zijn zus ben en hem ook erg mis, was niet belangrijk genoeg om op de grafsteen te vermelden. Wel dat hij vermoord is, iets dat ik nooit op een grafsteen zou zetten. Maar ik heb er geen inspraak in gehad. Het zij zo. Alles stroomt en niets blijft was de lijfspreuk van Hans. Ik ben blij dat die tekst op de grafstenen is gegraveerd.

Een week voor vertrek…..

We doen niet zoveel bijzonders, wetende dat we over een week weg gaan. De dagen worden gevuld met het winterklaar maken van de tuin en het zo schoon mogelijk achterlaten van het huis door hier en daar te poetsen. Ook afscheid nemen van dierbaren en deze nog zoveel mogelijk gaan zien staat op het lijstje.

Hier een filmpje van datgene wat wij zeker ook gaan missen:

Ik heb de terugreis naar Nederland vandaag al geboekt 🙂.

Portret buurvrouw kan afgeleverd worden

De volgende keer dat ik boodschappen voor haar doe zal ik het haar brengen, ingelijst en wel. Ik ben er zelf best tevreden over. Vind het mijn beste schilderij tot nu toe. Ik hoop dat zij het een mooie plek zal geven.

olieverf 30 x 40

En opnieuw heb ik een plan voor een schilderij. Ik wil mijn vriend P. schilderen zoals ik hem zag vanuit mijn positie al bijrijder op zijn motor. Helemaal in zijn element en met een heel tevreden uitdrukking op zijn gezicht. Ik maakte een momentopname uit het filmpje dat ik maakte van mijn bezoek aan hem een dikke week geleden. Ik zal het met dit minifotootje moeten doen.

deze
of deze

Gelukkig zijn

Mijn vriend P. (de P. die niet ernstig ziek is) was er verbaasd over dat ik zei dat dit de gelukkigste fase in mijn leven tot nu toe is. Hij zei dit totaal niet te herkennen, omdat hij het helemaal niet prettig vindt om oud te zijn. Ook ik vind het jammer dat ik nu door een wat zwakker lichaam dan voorheen minder kan dan in mijn jongere jaren. Maar daar weegt tegenop dat er nu ook minder gedaan hoeft te worden en het leven een stuk gemakkelijker is als gepensioneerde met kinderen die allen hun eigen leven hebben.

Ik ben gaan nadenken. Hoe kan het toch dat zo weinigen van mijn leeftijd zich herkennen in mijn gelukbeleving als oudere?

Ik zie het antwoord daarop als volgt. Als je veel hebt moeten afzien gedurende een aanzienlijk deel van je leven, dan voelt al het geluk en gemak van leven wat je daarna ten deel valt als een hemel op aarde. Heb je in je jongere jaren veel plezier gekend en veel moois mogen meemaken, dan kan op je oude dag het leven tegenvallen als bepaalde goede omstandigheden die je hebt gehad in je leven wegvallen.

Ik behoor, denk ik, tot de kleine groep mensen die in haar jongere jaren veel heeft moeten missen en dat komt (besef ik heel goed) voor een groot deel door domme keuzes die ik zelf maakte. En die keuzes werden weer bepaald door een totaal gebrek aan zelfvertrouwen, wat weer veroorzaakt werd door ervaringen in mijn jeugd. Telkens merkte ik wel dat een onzichtbare welwillende ‘hand’ mij wegtrok uit uiterst penibele en vervelende situaties. En uiteindelijk mag ik nu ervaren dat alles alsnog is goed gekomen. Alhamdullillah! Dank u, o God.

Ik ben samen met de liefde van mijn leven. Als ik met hem ben maakt het mij niet uit waar ik me bevind. Ik ben gelukkig naast hem. Met mijn kinderen, die allemaal ook door pieken en dalen zijn gegaan en om wie ik me veel bekommerd heb, gaat het nu alle vier goed. Ze zijn gelukkig met hun partners, werk en hun kinderen. Ik heb met hen allemaal een mooi en goed contact. Ze redden zich nu wel, ook al zou ik er niet meer zijn en dat geeft mij veel rust.

De gelukkige jaren die ik nu mag meemaken zijn een cadeautje. Voor mij is het altijd belangrijk geweest nuttig te zijn voor een ander. Ik heb lange tijd gedacht nog niet te mogen sterven, omdat ik hier nog nodig was. Dat idee heb ik nu niet meer. Ik kan nu wel gaan 😉, maar zal daar zelf nu zeker niet voor kiezen. Want ik ben veel te gelukkig met mijn vredige en kalme leven nu. Als de tijd echter komt, dan ga ik met een gerust hart.

Soebhan Allah. Alles is te danken aan Allah. Zonder Allah ben ik niets. Ik moet nu denken aan het volgende gedicht:

Voetstappen in het zand

ik droomde eens en zie
ik liep aan ’t strand bij lage tij.
Ik was daar niet alleen,
want ook de Heer liep aan mijn zij.

We liepen samen het leven door,
en lieten in het zand,
een spoor van stappen; twee aan twee,
de Heer liep aan mijn hand.

Ik stopte en keek achter mij,
en zag mijn levensloop,
in tijden van geluk en vreugde,
van diepe smart en hoop.

Maar als ik het spoor goed bekeek,
zag ik langs heel de baan,
daar waar het juist het moeilijkst was,
maar één paar stappen staan.

Ik zei toen “Heer waarom dan toch?
Juist toen ik U nodig had,
juist toen ik zelf geen uitkomst zag,
op het zwaarste deel van mijn pad..”

De Heer keek toen vol liefde mij aan,
en antwoordde op mijn vragen;
“Mijn lieve kind, toen het moeilijk was,
toen heb ik jou gedragen…”

– Mary Stevenson

Werkelijk voelt het zo voor mij als ik terugkijk op mijn leven.

Mijn eerstgeborene heeft haar liefdesgeluk gevonden

Vandaag mocht ik de film die gemaakt is van de heerlijke dag van haar huwelijk bij haar thuis komen bekijken in hun gerieflijke woning.

Het hardwerkende paar was thuis en ook drie van hun kinderen, alsmede hun prachtige kat en lieve hondje. Op hun tv gestreamd zag ik de film van hun huwelijksdag, gemaakt door een professionele videomaker. We zaten er samen met natte oogjes van ontroering naar te kijken.

Ik ben zielsgelukkig dat mijn dochter zo gek is op haar echtgenoot met wie zij al ruim 6 jaar samen is. Ik zie hun geluk en hun liefde en dat maakt mij een gelukkige moeder. Ik laat in alle rust mijn kinderen achter als ik weer naar Spanje ga (net als Sinterklaas).

De twee gelukkige zielsverwanten hebben mij toestemming gegeven hun huwelijksfilm in dit weblog te publiceren en ik doe dit dan ook met alle trots.