Fietsleed/brokkenpiloot

bloemen in de tuin

Fietsen is populair geworden sinds de introductie van de e-bike. Vooral in de zomers wemelt het van allerhande fietsverkeer.

Ik heb mijn leven lang gefietst. Voor een groot deel uit noodzaak, omdat ik een groot deel van mijn leven geen auto had. Ik bracht mijn kinderen vier keer per dag naar en van school (vroeger bleven kinderen nog niet altijd over tussen de middag) op de fiets. Ik reed met één kind voor op de fiets en één kind achterop en mijn oudste dochter reed met een kind achterop haar tussenmaatfiets. Dat kon toe nog zonder gevaar. Nu ben je als fietser veelal aangeschoten wild. Het verkeer is een stuk drukker geworden en de fietser is in die drukte de meest weerloze. Ik lees en hoor weleens wat over bakfietsmoeders die Amsterdam doorkruisen met voor zich een brede bak met soms maar 1 of 2 kindertjes. Het zijn moeders die links gedraaide yoghurt drinken en niet schromen om veel plaats in te nemen in het verkeer.

Maar hoe dan ook, na deze lange inleiding wil ik jullie vertellen dat ik gisteren onnodig heel lelijk gevallen ben van mijn fiets. Ik heb de stoere maar oer stomme gewoonte om als ik moet afremmen al remmend en nog rijdend mijn ene been over de stang van de fiets naar een kant te slingeren en dan met twee voeten aan één kant tot stilstand te komen. Dat is zeer gevaarlijk als je met de schoen blijft haken terwijl je met dat been slingert. Ik ben al eens eerder gevallen op dezelfde manier, maar dan de andere kant op. Een vrouw die het had zien gebeuren waarschuwde me toen. Ze zei dat ik beter kon remmen en dan met de benen aan weerskanten tot stilstand komen. Ik bedankt haar voor het advies en heb het misschien een tijdlang op de goede manier gedaan, maar de verkeerde en gevaarlijke manier is er weer ingeslopen. Het is niet makkelijk om oude gewoontes kwijt te raken.

Ik voelde me vallen met fiets en al, waar immers die ene voet aan was blijven haken. Ik krabbelde overeind en zette mijn fiets recht. Niemand die me had zien vallen. Ik strompelde met de fiets aan mijn hand en voelde een hevige pijn in mijn knie, maar ook in mijn borst, waar het stuur me een oplawaai had gegeven. Ik probeerde zo te lopen of er niets met me aan de hand was. Ik was op weg naar de AH om te vragen of ik een paar handschoenen had laten liggen bij de zelfscan kassa. Het meisje ging er naar zoeken op twee plekken maar vond niets. Ik bedankte haar voor haar moeite en eenmaal weer buiten probeerde ik weg te fietsen. Ik kon de fietsbeweging niet maken zonder te verrekken van de pijn met mijn skinny jeans en ging weer lopen. Het laatste stuk fietste ik weer, omdat ik niet wilde opvallen in mijn buurt. Ik kwam thuis in shock en baalde ervan dat ik nu vandaag niet naar de verjaardag van mijn dochter zou kunnen gaan, waarop ik me zo had verheugd. En toen ik in mijn opengewaaide fietstas keek zag ik daar de handschoenen liggen waarvoor ik dus helemaal niet naar AH had hoeven fietsen! Ik was ze helemaal niet kwijtgeraakt.

Ik kon niks anders dan als een ziek vogeltje zitten met mijn been omhoog. Ik kon met het been met de geblesseerde knie geen traptreden nemen, maar moest het goed been gebruiken en het ander been erachteraan slepen. Voor het slapen gaan kwam ik op het idee om een oud huismiddeltje toe te passen.

Zo heet mogelijke opgewarmde olie met koenjit gedrenkt in watten aanbrengen op de kneuzing. En dan goed afbinden met een verband en daaroverheen plastic wikkelen tegen vlekken op het laken.

Ik paste dit recept ooit eerder toe op een gekneusde voet en dat werkte wonderbaarlijk. Ik kon de dag ervoor niet op die voet staan en de volgende dag liep ik weer als een kievit. Gelukkig maar, want ik woonde toen met vier kinderen in een opvanghuis met vijandige vrouwen. Ik moest mijn kinderen kunnen verzorgen!

Vanmorgen werd ik wakker en de knie voelde wel iets beter, maar niet zo spectaculair als 30 jaar geleden die voet. Ik besloot om 8 uur de huisartsenpraktijk te bellen voor een afspraak om te laten onderzoeken of er echt niets gebroken of gescheurd was. Ik mocht komen om 10.15 uur. Ik bleek gelukkig wel auto te kunnen rijden. En……tot mijn opluchting was er niets gebroken of gescheurd in mijn kniegewricht en ook de rib is gekneusd en niet gebroken. Ik kon de dokter wel omhelzen voor dit goede nieuws. Ik kan vanmiddag gewoon naar de verjaardag van mijn dochter en daar heel lang aan tafel zitten als ik maar af en toe rondjes met mijn voet draai. De pijn moet slijten. En het bewegen zal steeds makkelijker gaan.

IK MOET VOORZICHTIGER ZIJN IN HET VERVOLG!

Brokkenpiloot

Ik ga vroeg naar de winkels. Op de fiets. Vlees kopen voor vandaag en nog wat boodschappen in andere winkels. Het is heerlijk rustig nog. Ik zie een klein hondje met een jasje aan dat me aankijkt met een vrij hulpeloze blik. Ik glimlach naar het hondje en daarna ook naar haar bazin, die ook glimlacht. Wat fijn toch, dat je soms woordeloos even een warm contact kan hebben met mens en dier, bedenk ik me.

Als ik na het bezoek aan de slager ben overgestoken naar de supermarkten, zie ik een zwerver op een bankje zitten. Hij heeft een grote tas bij zich en zit op een bankje van het zonnetje te genieten. Ik herinner me dat ik 5 euro in mijn zak heb zitten. Zal ik die aan hem geven, vraag ik me af. Mensen die niet vragen worden in de regel door mij niet overgeslagen. Ik kijk nog even om. Misschien vergis ik me. Is hij wel een zwerver of gewoon een armoedig uitziende man met een tas? Terwijl ik omkijk stap ik ook af van mijn fiets, omdat ik moet stoppen voor een hekje waar ik alleen lopend doorheen kan. En ineens lig ik languit op mijn linkerzij naast mijn fiets met mijn fiets op me. Een vrouw met een boodschappenkarretje ziet me liggen. ‘Dit zag ik niet aankomen,’ zeg ik tegen haar, terwijl ik overeind krabbel. Ik merk dat ik gelukkig niets gebroken heb, maar mijn linkerknie heb ik wel erg bezeerd door de klap en ook de duim van mijn rechterhand. ‘Ik zag het gebeuren,’ zegt de vrouw. ‘Je moet zo voorzichtig zijn. Ik zag je al rijdend van je fiets springen. Dat is gevaarlijk. Je moet altijd eerst remmen en dan afstappen. ‘U heeft gelijk,’ zeg ik. Ik bleef haken, terwijl ik afstapte, maar ik maakte ook de fout dat ik intussen aan het omkijken was.’ Ik vroeg me af of ik die man wat geld zou geven. Ik kijk naar de zwerver en zie dat hij met een niet nader te definiëren lach naar me kijkt. Misschien lacht hij me wel uit. Ik beef nog wat na.

‘Eerst maar even wat bijkomen van de schrik,’ zeg ik tegen de vrouw. En ik vervolg, lopend naast mijn fiets, de weg naar de supermarkt. Geconcentreerd doe ik mijn boodschappen. Ik weet dat mijn knie meer en meer pijn zal gaan doen, maar gelukkig heb ik niets gebroken.

Als ik thuiskom, zegt mijn liefste dat hij elke dag dat ik op de fiets ergens heen ga bang is dat ik val. Als ik maar even wat later thuiskom, zit hij hem te knijpen. ‘Voortaan ga je niet meer op de fiets ergens heen,’ zegt hij bazig voor zijn doen. Ik weet dat hij het goed bedoelt. ‘Voortaan maken we wekelijks een grote boodschappenlijst en dan doen we samen de boodschappen met de auto,’ zegt hij. Ik vind dat wel een goed idee. Dan gaan we met twee karren. Eén kar voor de buurvrouw met boodschappen die ik op haar verzoek contant betaal met haar centjes en één kar voor ons, die Ahmad duwt en afrekent met onze pinpas. Kleine boodschappen wil ik voortaan lopend doen. Misschien heeft de buurvrouw een boodschappenkarretje voor me. Maar toch zal ik af en toe nog wel eens de fiets moeten pakken. Ik moet gewoon beter uitkijken!