Ik hoor het van mensen om me heen. Dat ze weliswaar een bepaalde leeftijd hebben, maar zich niet zo voelen. In de regel bedoelt men dan dat men zich jonger voelt dan de kalenderleeftijd. Logisch, in ons allemaal zit nog het kleine meisje of jongetje en ook de enthousiaste jongeling van vroeger. Als we niet in de spiegel kijken en ons redelijk gezond en uitgerust voelen, dan is het gemakkelijk om onszelf jonger te wanen dan we zijn. Maar er zijn momenten dat we zonder dat te willen geconfronteerd worden met onze leeftijd.
Ik wil niet in details treden over de kwaaltjes en kwalen die ik heb. Dat is vervelend voor de lezer en de kwalen die men krijgt met het stijgen van de leeftijd zijn voor iedereen anders. Maar een gemeenschappelijk iets is, denk ik, wel dat we met het vorderen van de leeftijd steeds minder energie hebben.
Toen ik laatst op het feestje van mijn kinderen was, merkte ik dat er een verschil is in leeftijd en ook in het leven dat we hebben. Ahmad en ik bevinden ons in de luwte van het leven en kunnen alles rustig aan doen in ons eigen ritme, terwijl het leven van mijn kinderen iets weg heeft van een permanente rollercoaster. Zij kunnen dat aan en zoeken zelfs in hun vrije tijd prikkels om zich te ontspannen, terwijl wij ons het beste voelen in een dagelijks terugkerend en vertrouwd ritme, zowel hier als in Spanje. ‘Hoe voelen wij ons om weer hier te zijn?’ vroegen mijn kinderen mij. Heerlijk, maar het is hier even heerlijk als daar. Met het verschil dat Ahmad daar zijn kinderen kan zien en ik hier. Maar het leven dat we leiden is ongeveer hetzelfde hier als daar en daarover is weinig interessants te vertellen.
Ik zei het al eens eerder in dit weblog. Tot een tijd terug voelde ik mij 37 jaar, terwijl ik bijna het dubbele ben in leeftijd. Sinds een tijd, ik weet niet hoe lang al, voel ik me geen 37 meer. Ik merk dat aan bepaalde lichamelijk mankementen. Ik ben iemand die vrij snel beweegt en nu word ik ermee geconfronteerd dat ik daarmee moet uitkijken. Ik ben nu in 1 week twee keer door mijn rug gegaan door een onverhoedse verkeerde beweging. De spit van de eerste keer was net een paar dagen over, toen ik vanmorgen bukte ik om iets op te rapen en daarbij te snel omhoog kwam. Krak, weer ging het mis en nu op een andere plek in mijn rug. Ik werd er boos om en had even zin om te gaan jengelen als een klein kind van frustratie. Ik deed dat ook even stiekem, hoorde mezelf en moest daar direct in mezelf om lachen (als een boer met kiespijn). Een oma die jengelt als een kind, dat kan toch niet. Dat is dan weer een voordeel van ouder zijn voor mij. Ik observeer mezelf voortdurend en zie gelukkig wel wat ik aan het doen ben. Ik was onmiddellijk stil. Als je ouder bent kan je de dingen beter relativeren dan als je jonger bent. Ik nam me voor voortaan voorzichtiger te bewegen en niet zo onbesuisd.
Ik ben nu een oudere vrouw en moet me ook zo gedragen. Rustiger bewegen en beseffen dat ik aan de zijlijn sta van het drukke leven dat anderen leiden. Wij zitten in een rustige fase, waarvan we mogen genieten. Dat er lichamelijke ongemakken bijkomen zoals artrose en een perkament-dunne en voor wondjes gevoelige huid op mijn handen, die ik zo graag laat wapperen, moet ik accepteren. Ik kan mijn handen blijven gebruiken, maar moet daarbij ook voorzichtiger zijn met wat wel en niet kan. En zo heeft elke oudere wel wat. Ahmad en ik hebben wat dat betreft nog geluk.
We blijven elke dag wandelen.