Het valt niet altijd mee om een boek te kiezen, waarvan je denkt dat het je zal bevallen. Smaken verschillen. Zoals ik al eerder vertelde, lees ik alle boeken van Kees van Beijnum, omdat ik hem een fantastische schrijver vind. Ik ben nu bezig met het laatste door mij nog ongelezen boek van hem, de offers. Dat is iets taaier om in te komen voor mij dan zijn andere boeken, maar ik wist dat ik door moest zetten en ik zit dan ook nu helemaal in het verhaal. Heerlijk is dat.
Maar het is tijd om weer uit te kijken naar een ander goed boek, omdat ik boeken snel uitlees. Ik las in de Volkskrant dat Arnon Grunberg de PC Hooftprijs heeft gewonnen. Ik heb een paar boeken van hem gelezen.Ik vind dat hij heel mooi omgaat met de taal, maar ik voel niets bij zijn verhalen en soms zelfs afkeer. Ik heb niets met zijn fantasiewereld en zijn boeken laten me zitten met een gevoel van teleurstelling. Wat wilde hij nu eigenlijk vertellen, denk ik dan? Het zal wel aan mij liggen, want veel anderen lezen hem wel graag. Anders had hij de prijs niet verdiend.
Vandaag las ik in de column van Sylvia Witteman dat het boek van Jonathan Franzen, Crossroads (Kruispunt als Nederlandse titel) gezien wordt als het allerfijnste boek van 2021. Vervolgens vertelt zij een en ander over de inhoud van het boek en ook dat het deel 1 zal zijn van een trilogie. Ik vind Sylvia Witteman een heel goede columniste. Ik lees al haar columns met veel plezier en daarom hecht ik ook waarde aan haar oordeel over een boek.
Dus na van Beijnum hoop ik dit lijvige werkte te gaan lezen. Als het boek bevalt, dan kan ik daarmee een stukje van de winter door. Lezen is fijn.