Fietssleutel kwijt verdulleme

Ik ga vroeg naar de buurvrouw voor het lijstje. Wil op tijd weg voor de boodschappen. Ben lekker vroeg bij de winkels. Zet mijn fiets alvast bij AH. Daarna loop ik snel naar Jumbo voor griotjes, want die hebben ze alleen maar daar. Als ik terugkom bij mijn fiets zie ik dat deze netjes op slot staat, maar zoekend in en aan mijn tasje (ik heb een fietssleutel met een haak eraan, die je ergens aan vast kan haken) merk ik dat mijn fietssleutel ontbreekt. Hij is nergens, niet in mijn tasje, niet in mijn giga-grote fietstassen en ook niet op de grond naast de fiets, wat me wel eens eerder is overkomen.

Ik loop in snelpas de route terug die ik ben gelopen voor de griotjes, vraag aan de kassière of ik mijn fietssleutel heb laten liggen. ‘Nee.’ Ik loop weer terug en kijk nog een keer overal. Niets. Daar komt Ahmad aan op zijn fiets. Hij gaat toevallig naar de kapper in datzelfde winkelcentrumpje. ‘Ik ben mijn fietssleutel kwijt. Maar ik moet wel die boodschappen doen. Misschien kan jij ze straks meenemen’. Ik blijf zoeken. Ga het vragen bij de servicebalie van de AH en ook nog maar eens bij die van de Jumbo. Misschien heeft iemand mijn sleutel gevonden en daar afgegeven. ‘Helaas niet.’ Ik vraag het in de drankwinkel ernaast. ‘Nee.’ Ik vraag het aan twee christenvrouwen die het evangelie staan te verkondigen. Nee, ze hebben niets gezien, maar er eerlijk gezegd niet op gelet. Ik loop weer naar mijn fiets, waar de fietssleutel natuurlijk nog steeds niet ligt. Ahmad staat geduldig te wachten. ‘Ik moet eerst even naar het Kruitvat voor 2 flessen gloor. (Mijn buurvrouw ‘verslijt’ bleekmiddel alsof het een eerste levensbehoefte is.) Ik reken de flessen af bij de kassa en op goed geluk vraag ik het meisje of er toevallig iemand een gevonden fietssleutel heeft gebracht. ‘Deze?’ vraagt ze en ze houdt mijn fietssleutel omhoog. Halleluja! ‘Ja, die is het !’

Ik was nooit eerder zo blij met mijn eigen fietssleutel. Ik loop ermee naar buiten en zeg tegen mijn liefste dat hij naar de kapper kan. Ik heb de sleutel! Veel mensen die meeleefden zijn blij voor me. Ik loop de AH binnen met de sleutel alsof het een medaille is die ik net heb gewonnen in een wedstrijd. Ik word nog net niet toegejuicht maar krijg veel medeleven.

Al met al kom ik toch later dan ik gewild had bij de buurvrouw aan met haar boodschappen. Maar mijn dag kan niet meer stuk.

Ik heb geen reservesleutel. Wanneer ik weer boodschappen ga doen laat ik er direct één namaken. Ik ben een ramp als het gaat om het verliezen en laten slingeren van allerlei dingen.