Het niet zomaar oordelen over een ander blijft voor mij een aandachtspunt. Ook als ik kijk naar mijn lief. Ik moet me constant realiseren dat ik ook maar kijk vanuit mijn kokervisie en vooral beseffen dat ik niets beter ben dan wie ook.
Ik las vanmorgen in een column in het NRC dat mensen die anderen bekritiseren niet zozeer begaan zijn met de wereld om zich heen en wat die anderen elkaar aandoen maar dat zij eerder spreken vanuit de behoefte zich beter te voelen dan die anderen. Dat vond ik een rake opmerking.
Het is moeilijker om werkelijk naar jezelf in de spiegel te kijken dan dat het is om een ander te bekritiseren. Ik wil, telkens als ik een wrevel in mezelf voel opkomen naar wie of wat ook, goed bij mezelf nagaan waar die wrevel vandaan komt. Meestal heeft het onaangename gevoel meer met mezelf te maken dan met de ander. Alles is reflectie. Letterlijk. In mijn omgeving zie ik constant mijn innerlijk weerkaatst. De omgeving is een gegeven. Het is aan mij om mijn rol in de waarneming daarvan te erkennen. Hoe ik kijk heeft meer met mij te maken dan met mijn omgeving. Dat moet ik onthouden. Als ik vrij ben van vooroordeel, dan voel ik enkel liefde en vertrouwen.