Eergisteren hadden we geluk. Tijdens onze ochtendwandeling konden wij een laatste glimp opvangen van de vier jonge zwaantjes en hun pa en ma. Ma en de kleintjes waren waarschijnlijk net van het nest in het water afgedaald en vlak daarbij in de buurt, waar we de grote vis hadden gezien de dag ervoor, waren ze bezig voedsel te zoeken in het water. Daarna zwommen ze weg, het hoekje om van de sloot. Onderweg zagen we pa af en toen venijnig naar beneden pikken in het water, waarschijnlijk om grote vissen te raken met zijn snavel. Hij zal zijn kleintjes vast heel goed beschermen.
Vandaag zochten we de gracieuze familie, maar er was geen spoor meer van ze te bekennen. De sloten zijn talrijk en vertakt. Ze kunnen nu best een heel eind verderop rondzwemmen of ergens uitrusten op het land te midden van hoge beplanting.