Schilderij oppimpen

Vannacht betrapte ik mezelf erop dat ik ineens wakker lag en dat ik lag te piekeren over mijn schilderijtje van de leeuwin met jong. Ik was er overdag al niet tevreden over maar had het laten rusten. Ik wist dat ik er niet blij mee was maar kon mijn vinger er niet op leggen wat er aan het werkje mankeerde. In ieder geval had de kop van de moeder te veel strepen, wat haar toch nog iets tijgerachtigs gaf. Het was leeuw noch tijger en ook de achtergrond beviel me niet, maar hoe en wat dan wel? Ik weidde er verder geen gedachten aan tot vannacht. Ongemerkt was ik vanuit een diepe slaap wakker geworden en lag ik nu te denken aan oplossingen voor dit schilderijtje. Ik weet dat ik dat niet moet doen. Ik word dan klaarwakker en het schilderij word in mijn verbeelding steeds hopelozer.

Dus ik liet de gedachten met moeite los en ging weer slapen. Later droomde ik er toch nog over. Ik droomde dat ik de leeuwin helemaal licht van kleur maakte en dat haar ogen nu ook verdwenen waren. Het was verschrikkelijk. Toen ontdekte ik ook nog dat er een gat in zat. Het was ineens een canvasje geworden zonder houten frame. Maar dat canvas wat tot de draad versleten en er zat een groot gat ergens in het midden. Het vodje had iets weg van een papieren zakdoekje.

‘Dit is niks meet waard,’ zei ik tegen Ahamd en ik gooide het in de prullenbak. ‘Gelukkig hangt het origineel nog buiten,’ voegde ik eraan toen. ‘Nu kan ik het buiten gaan bewerken.’ Een maffe droom!

Vanmorgen pakte ik het ding op en nam het mee naar ons atelier. Ik besloot op het gevoel wat erin te gaan veranderen. De leeuwenkop moest minder lijnen hebben en ook de kleine mocht wel wat lichter en duidelijker. Ik besloot spontaan de groene achtergrond over te verven met een dunne laag blauw voor meer contrast. Blauw is koeler dan groen en geeft een illusie van nacht. Nu ben ik tevreden. Al ben ik dat nooit 100 %.