Gisteren naar de dokter geweest. De pijn in mijn handen blijkt CMC artrose te zijn. Niets aan te doen. Handen een beetje ontzien, pijnstillers, een brace en oefeningen om de handen verstandiger te gebruiken en wat te trainen kunnen verlichting geven, maar genezen zal het nooit. Het kan wel erger worden.
Het is voor het eerst van mijn leven dat ik van een dokter de mededeling krijg dat ik iets heb dat niet over gaat. Mijn altijd vriendelijke dokter vertelt het luchtig maar wel heel direct. Het is een kwaal die normaal is op mijn leeftijd. Het komt vooral voor bij oudere vrouwen, net als osteoporose, wat ik ook heb. Maar Ahmad heeft ook osteoporose en slikt daarvoor dezelfde tabletten als ik en hij heeft ook dezelfde pijn ik zijn handen. Toen hij vandaag het terras ging schoonspuiten met de hogedrukspuit kreeg hij pijn vanaf de binnenkant van zijn pols tot in zijn hele arm van het aanhoudend moeten knijpen. Hij heeft dezelfde klachten als ik. Gedeelde smart…
Ik moet terugdenken aan een langdurig werkloze cliënt die ik tijdens mijn werkzaamheden als trajectbegeleider moest proberen te activeren. Hij zei me: ‘Ik kan niks, want ik heb pijn in mijn donder (dondah op zijn Haags)’. Ik zeg in de ochtend tegen Ahmad: ‘Ik kan echt de buurvrouw niet meer helpen ook al zou ik het willen, want ik heb ‘pijn in mijn klauwen (klauwah)’.
Naast de pijn in mijn klauwen vanwege de artrose zitten mijn handen ook vol bloeduitstortingen en schaafwondjes, vooral aan mijn vingers. Vandaag zet ik mijn fiets tegen een boom voor wat boodschappen bij de Turkse winkel. En ja hoor, ik schaaf mijn linker wijsvinger door net even langs de boom te strijken. Ik loop er rustig mee verder en zoek kweeperen. Even later zie ik dat de zak met kweeperen vol bloed zit. De schaaf is dieper dan ik dacht en bloedt. Als ik bij de kassa kom verontschuldig ik me voor het bloed en ik vraag om een pleister. Het meisje achter de kassa plakt een piepkleine pleister op mijn schaafje en dan zegt ze vrij streng en nogal autoritair dat ik eigenlijk altijd een pleister bij me moet hebben als ik weet dat ik zo vaak mijn handen schaaf. Haar arrogante toon staat me tegen, maar als ik daarna wegfiets besef ik wel dat zij gelijk heeft. Je kan niet bloedend door winkels lopen. Dat roept afkeer op bij mensen. Ik moest mijn bebloede zak van haar in een andere zak stoppen. Ook daarin had ze gelijk. Maar de manier waarop ze me orders gaf was niet zo aardig.
Ik merk sowieso dat de stemming nogal gedrukt is in mijn buurt. En dat is zacht uitgedrukt. Sommige mensen kijken om zich heen alsof ze zin hebben iemand op zijn gezicht te timmeren. Er heerst geen vrolijkheid in het winkelcentrum. Ik wil het wel begrijpen. Ik woon in een buurt waarin de meeste bewoners arm zijn en waarschijnlijk in deze dure tijd helemaal moeite hebben met het betalen van hun noodzakelijke levensbehoeften. Maar prettig is het niet.
Ik heb me vandaag ingeschreven bij de woonnet haaglanden voor eventueel in de toekomst een andere woning. Toen ik zag wat het aanbod was dat zou passen bij mijn situatie werd ik daar niet blij van. Piepkleine optrekjes in saaie buurten met kale vloeren. Toen ik dat zag besefte ik hoe goed ik hier zit in mijn woning met tuin vlak naast een vogelreservaat. Ik ga hier niet weg voordat ze me vertellen dat mijn huis zal worden afgebroken en ik hoop dat dat heel lang zal duren of nooit gebeurt. Ahmad zei na onze ochtendwandeling: ‘Logisch dat rijke mensen deze buurt willen overnemen. Op loopafstand van het natuurpark en via een rechte weg ben je in 5 minuten in Kijkduin’. Ja, inderdaad logisch.