Mijn buurvrouw van 86 jaar had wel zin in een lekkerbekje van de visboer op de markt in Wateringen. ‘Ze zijn erg goed,’ vertelde ze me. Ze hebben volgens haar ook een winkel in Wateringen.
Dus ik ging vorige week op de woensdag vroeg in de ochtend voor haar naar de markt voor dat visje. En ook voor mezelf voor een BH zonder beugels en knellende bandjes, een soort sport-BH. Ideaal, dames! Als je zo een BH draagt, wil je geen andere meer.
Ik bestelde de vis en was blij dat er geen lange rij voor de kraam stond, zoals dat wel het geval is rond 12.00 uur, als de mensen trek krijgen in een vis.
‘Kruiden of geen kruiden?, vroeg de verkoopster met een nors gezicht. Het verbaasde me dat ze dat direct vroeg. Normaal gesproken wordt de vis eerst gebakken en moet je daarop wachten en vraagt men als de vis klaar is of je er kruiden op wil. Maar goed. Ik bestelde de kruiden erbij en kreeg de vis, ingepakt in een papieren zakje. Het rook niet naar gebakken vis, maar het zakje was wel warm.
Lang verhaal kort. Mijn buurvrouw at het visje bij haar aardappeltjes en sla en vond het visje er al vrij taai en droog uitzien. Bij de staart zag ze een zwart vel. Dat beviel haar niet, maar tegelijkertijd dacht ze nog: ‘Misschien ben ik te kieskeurig’. Ze at een deel van de vis. En kort erna werd ze erg misselijk en moest zij overgeven. Al haar eten kwam eruit. Voor iemand met een kwetsbare gezondheid als de hare kan dit fataal zijn.
Een paar dagen later kocht ik twee lekkerbekken voor mij en de man naast me in een viswinkel in mijn buurt. De vis werd vers gebakken, terwijl ik erop wachtte en even later kreeg ik een papieren verpakking, waaruit nog een stuk van de vers gebakken vis stak. Het rook sterk naar gebakken vis en het papier was zeer warm (niet magnetronwarm!).
Wij aten de heerlijke vis, waarbij ik frites had gebakken van verse aardappelen. En intussen voelde ik woede opkomen naar de visboer op de markt in Wateringen. Wat een miserabele verkooptechniek is dat om vissen van een dag ervoor te slijten aan niets vermoedende klanten!
Vandaag was het weer woensdag. Ik besloot weer naar die markt te gaan voor nog twee BH’s en om even te praten met de visboer. Ik wachtte netjes mijn beurt af in de korte rij die voor de viskraam stond. Toen ik aan de beurt was, zei ik dat ik alleen iets wilde zeggen. Dat ik de vorige week een vis had gekocht bij hun op ongeveer dezelfde tijd in ochtend als vandaag en dat die vis voor een bijna 90-jarige dame was, die daar heel erg ziek van is geworden.
Er werd niet doorgevraagd naar wat er dan gebeurd was met de oude dame. Nee, direct werd me gezegd dat ik loog en dat ik hun niet zomaar mocht beschuldigen. Zowel door de man als de vrouw achter de balie (een echtpaar) werd ik hard toegeroepen dat ik loog. Ik zei rustig: ‘Ik lieg niet. Die mevrouw werd ziek na het eten van de vis en ik denk dat jullie me een al eerder gebakken vis hebben gegeven, want hij was ook meteen klaar.’ Er stond nog een klant mee te luisteren. De winkelier zei nogmaals dat ik aan het liegen was. En daarna dat ik voortaan dan maar lekker niet meer moest komen. ‘Dat zal ik zeker niet doen,’ zei ik. En daarna op luidere toon: ‘Maar doe dit niet nog eens!’ Ik stond te trillen op mijn benen van woede en liep daarna snel naar mijn fiets. Thuis belde ik de buurvrouw om te vertellen wat er gebeurd was op de markt. ‘Wacht maar,’ zei ze. ‘Ik laat mijn vlees altijd bezorgen bij een keurslager in Wateringen en hem ga ik het ook vertellen.’ ‘Ja, vertel het maar aan wie het horen wil,’ zei ik. Laat heel Wateringen het maar weten.