Vroeger moesten wij vaak verhuizen, omdat mijn stiefvader zich vaak liet overplaatsen. Elke verhuizing bracht mee dat we dingen moesten wegdoen. Speelgoed waarvoor we te groot waren geworden en zoveel andere dingen. Mijn stiefvader hield al in die tijd van een een minimalistische inrichting. Als kinderen bij ons thuis kwamen vroegen ze weleens of we gingen verhuizen. Maar dat was dan niet zo. Ons huis was gewoon leger dan de meeste huizen in die tijd. We hadden voor die tijd moderne meubels met formica tafelbladen en gladde vloeren.
Mijn broer was iemand die graag dingen bewaarde. ‘Het kan nog wel een keer van pas komen,’ placht hij dan te zeggen. Wat nog wel van pas kon komen kon van alles zijn, van schroeven tot onderdelen van spullen of stukken hout. Noem het maar, mijn broer zag overal wel wat van waarde in. Hij was handig in het fabriceren van dingen.
Toen ik uit huis ging hechtte aan ik niet veel waarde aan spullen tot ik een gezin kreeg met steeds meer kinderen. In die tijd begon ik iemand te worden die dingen bewaarde. Dekens, oude dikke jassen, allerhande spullen die in de schuur stonden. Ik beeldde me dan in dat er een tijd kon komen dat we misschien geen kachel konden betalen en dat ik dan mezelf en mijn gezin moest warm houden met die oude dekens en jassen. Het was een onberedeneerd instinct dat mij in die tijd veel liet bewaren voor mogelijk slechtere tijden. Ook begon ik dingen te bewaren met gevoelswaarde. Dat waren dingetjes die mijn kinderen me cadeau hadden gegeven of dingen die ze hadden gemaakt. Briefjes die ze me schreven om sorry te zeggen als ze stout waren geweest en zoveel meer. Ik heb er nu een kast mee vol. De ‘herinneringenkast’. Verder heb ik wat erfstukken van mijn moeder en mijn echte vader die ik zeker bij me zal houden en ook de dingetjes en schilderijen die Ahmad en ik maakten.
Maar wat ik ook nog heb is een gigantische berg onnodige troep. Kleding, kussens, beddengoed dat niet meer glad is, maar bobbelig van het wassen of versleten. Oude gordijnen, enz enz. Multomappen van mijn kinderen. Schaatsen in kindermaten. Zelfs bewaarde ik kleren die ik droeg in Pakistan, salwar kameez en andere islamitische kleding. Ik heb een hele krat vol met hoofddoeken, kleding die ik droeg op bedevaart in Mecca. Ik bewaarde die kleding met het idee dat er misschien ooit een tijd zou aanbreken dat iedereen islamitische kleding ging dragen. Nu denk ik dat die tijd niet gaat komen.
Waar ik nu ineens enorm zin in heb is om opruimend door mijn hele huis te gaan. Alle kleding en schoenen die ik nooit meer ga dragen in zakken en ook de kussens en andere lappen en restjes wol, etc. Heerlijk, heerlijk. Ik kan niet wachten. Aanstaande donderdag is er in mijn buurt gelegenheid om lampen en apparaten die het niet meer doen of ongebruikt blijven in te leveren. Daar begin ik mee. Ik sta in de startblokken om dat alles te gaan doen. Beetje bij beetje en op dagen dat er niet valt te genieten in de tuin zal ik als een witte tornado aan de slag gaan…..inshaallah.