Ons internet via de koperen kabel zal binnenkort worden vervangen door glasvezel. Je ontkomt er niet aan.
Ik kreeg een mail van Odido dat ik kon overstappen en recht had op een gratis monteur. Daar besloot ik gebruik van te maken, want het einde van dat koper is sowieso in zicht.
Ik kreeg uit vele hoeken advies en commentaar. Ik zou een stopcontact in mijn meterkast moeten hebben, wat er nu niet in zit. Dit bleek te kloppen. Een stopcontact in de meterkast is nodig. Ook werd er beweerd dat ik daar zelf voor zou moeten zorgen. En mij werd met stelligheid verteld dat vanaf nu iedereen zijn modem in de meterkast moet hebben staan.
Karamba, ik wil helemaal geen modem in mijn meterkast, maar ik wil hem op de vertrouwde plek in de woonkamer, waar de modem via kabels nu verbonden is met onze laptops en de smart tv.
Op internet werd ik niet wijzer. Ik las wat op allerlei forums van mensen die aan het klooien waren met dat stopcontact en die modem. Veel ontevreden klanten, zowel bij KPN als bij Odido.
Ik besloot Odido gewoon te gaan bellen en vernam dat de monteur het stopcontact in de meterkast voor mij zal aanleggen. Bovendien kan ik kiezen of ik de modem in de meterkast wil of ergens anders. Dat moet natuurlijk wel praktisch te verwezenlijken zijn voor de monteur doordat er een duidelijke route is langs plinten e.d. waarlangs de kabel gelegd kan worden. Het is ook van belang te weten dat de monteur niet mag boren in je muren.
Ahmad bedacht een route via de meterkast door een aantal muren heen, de kortste en veiligste route voor de kabel. Je wilt natuurlijk niet dat de kabel met voeten betreden wordt langs drempels van deuren e.d.
Gisteren boorde Ahmad 4 gaten. Wat zou ik beginnen zonder deze man? Daarna ging ik al poetsend en opruimend achter hem aan en kwam in hoeken en gaten waar ik zelden kom, zoals de meterkast zelf. Ik wist dat daar nog veel meuk stond en dat was ook zo en dat alles onder een laag stof en spinnenwebben. Ik had lange tijd niet goed in die kast gekeken, omdat de rotzooi die erin stond (het meeste nog van mijn ex en niets ervan van mij) me tegenstond. Er stonden op de door de vorige bewoner aangebrachte plankjes een tiental plastic flessen met autoshampoo. Ik ben zuinig, maar zelf mijn auto wassen met de hand doe ik niet. Heel veel grote vaten met koelvloeistof, carwax, een trekhaak, oude scharnieren en spijkers en dat alles onder een vette laag stof. We gooiden een vuilniszak vol weg en wat nog bruikbaar was spoelde ik onder de kraan, zodat het er niet meer zo verschrikkelijk verwaarloosd uitzag maar fris en nieuw. De meterkast kreeg een poetsbeurt, evenals mijn trapkast. Wat een rommel en stof ook daar in hoekjes! En tenslotte achter mijn ‘secretaire’ (sorry voor het bekakte woord, maar zo heet dat massieve ding nu eenmaal) maakte ik ook schoon.
Wat voelden wij ons voldaan. Ahmad had pijn in zijn armen van het boren door de bakstenen muren en ik had spijt dat ik had schoongemaakt op mijn nieuwe beige schoenen. In het heetst van de strijd vergeet je wat je aan hebt en maak je schoenen of kleding vies. Ahmad komt er ook weleens achter dat hij heeft staan tuinieren op zijn huisslippers. Maar dat mag hem de pret niet drukken.
Maandag komt de monteur. Ik ben trots dat wij alles zo goed hebben voorbereid voor hem.