Een teken van leven

Ik ben er nog, maar ik heb niets te schrijven. Of het moet zijn: Stay well. Be happy. Pas op met gladheid en breek je nek niet bij het schaatsen.

Ik snap de opwinding niet zo van de Nederlanders die helemaal opgewonden en blij worden van sneeuw en het ijs dat eraan zit te komen. ‘Dan hebben we tenminste weer iets wat we mogen doen,’ hoorde ik iemand op ‘op1’ zeggen (een flutprogramma, waarvan ik soms flarden terugkijk op YouTube). ‘Ja,’ kirde een ander. ‘Ik zie ons al allemaal heerlijk op de grachten schaatsen met sopie en….’.

Zij liever dan ik. De tijd van stoerdoenerij op mijn botte kunstschaatsen is nu echt definitief voorbij. Ik ben veel te bang om te vallen. Mijn evenwichtsorgaan is niet meer wat het geweest is. Laatst viel ik zelfs even voorover, toen ik wat onhandig uit ons hoge bed stapte om een nachtelijk plasje te doen. Ik kon me nog net behoeden voor een complete val en moest in mezelf een beetje grinniken om het koddige van de situatie. Wat een geklungel.

Nee, liever verschans ik me gedurende de koude-periode in mijn huis, met alle boodschappen voor een week. Kijkend naar de vogeltjes die komen eten van wat er voor ze hangt. Af en toe even wat ontdooid water voor ze neerzetten, maar verder moet niemand me naar buiten jagen. Sporten doe ik op mijn stationaire fiets. Ja, dat durft deze bejaarde wel. Ik moet trouwens zeggen dat het resultaat van nu al ruim twee jaar dagelijks 10 km flink doortrappen zijn vruchten begint af te dragen. Dames, het is een aanrader. Je krijgt het figuur van een jonge meid. Maar wel volhouden, hè.

Verder bedenk ik alvast wat ik ga stemmen in maart. En twijfel ik eraan of ik me wel wil laten vaccineren. Ik hoor enge verhalen van nog betrekkelijk jonge mensen (in de zorg) die hondsberoerd worden van de tweede prik. Mijn ervaring is dat mijn lichaam niet goed reageert op lichaamsvreemde stoffen. Ben eigenlijk wel benieuwd hoe anderen daarover denken. Mijn hart breekt als ik die oudjes zie, die zonder mopperen en zonder enige weerstand zich vol vertrouwen laten prikken in hun oude, rimpelige lijf. Maar ook als ik lees dat volgens een krantenbericht 80 % (!) van de jongeren tegen een burn-out of depressie, of hoe je het maar noemen wilt, aanzit. Dat is toch wel heel schrijnend, als dat getal tenminste klopt. Ik vraag me namelijk altijd af hoe ze aan zo een precies percentage komen, wantrouwend als ik ben voor de exactheid van de resultaten van sociale ‘wetenschappen’. Maar dat terzijde.

En hoe is het met de lezer? Jammer dat ik daarop nooit antwoord krijg.