Trieste beelden

Tijdens onze dagelijkse wandelingen in de Uithof zien we veel mooie dingen, elke dag weer wat anders. Maar niet alles wat we zien maakt blij.

Ik weet dat er in Nederland veel daklozen zijn. En dat lang niet het hele aantal daarvan bekend is, omdat veel daklozen zich niet laten registreren als zodanig en aan niemand hulp vragen. Ook zijn er tijdelijke daklozen. Mensen die een probleem hebben, ergens voor op de vlucht zijn, door hun partner uit huis gezet of jongeren die weggelopen zijn van huis om wat voor reden dan ook.

Gisteren zagen we tijdens onze wandeling een jongeman op een bankje zitten. Het beeld, zoals hij daar zat, straalde zoveel eenzaamheid uit dat ik er even voor stilstond. Hij was zo te zien bezig een sigaretje te draaien of een jointje, maar hij zag er niet uit of hij daar zomaar even zat om te relaxen.

Na de tweede koffie ging Ahmad nog een keer op pad, dit keer op de fiets, om wat koele lucht te vangen onder de bomen van de Uithof. Ik ging niet mee, omdat ik zin had om met mijn verfkwasten in de weer te gaan.

Vanmorgen zagen we tijdens onze wandeling opnieuw de jongen, ditmaal slapend achter zijn fiets. Het beeld maakte me intens verdrietig. ‘Deze jongen heeft ook een moeder,’ zeg ik tegen Ahmad. ‘Wat triest om een jongen van zijn leeftijd zo te zien slapen. Wat voor probleem zou hij hebben?’ ‘Inderdaad heel naar om te zien,’ vindt ook Ahmad.

En dan vertelt Ahmad dat hij gisteren tijdens zijn fietstocht de jongen ook op datzelfde bankje zag zitten. Hij zat toen met zijn hoofd helemaal naar beneden, als een slappe pop. Een mevrouw van ongeveer onze leeftijd die de jongen ook zag zitten liep naar de jongen toe en tikte hem op zijn schouder en vroeg of het wel goed met hem ging. Maar de jongen schudde haar hand van zich af en zei dat ze hem met rust moest laten.

Misschien was het ‘gewoon’ een jongen die drugs gebruikte, maar dat vind ik op zich al triest genoeg.