Bangerd

We zouden vandaag naar Benalmadena gaan. Na het ontwaken maken we onze ochtendwandeling.

Als ik de middelbare scholieren naar school zie gaan komt weer de stress van vroeger van proefwerken en examens bij me boven. Wat ben ik blij daar vanaf te zijn…
De dorpelingen zorgen goed voor de talrijke zwerfkatten.
Die houdt ervan het gezellig te maken ?

Daarna, aan het ontbijt, vraag ik Ahmad: ´Heb jij zin om naar Benalmadena te gaan?´ Hij antwoordt dat hij het voor mij doet, omdat hij denkt dat ik het misschien leuk vind om te kijken in een winkeltje daar, waar ik al een paar keer kleren heb gevonden die ik bij me vond passen.

´Eigenlijk bedoelde ik meer dat ik erheen wilde op mijn verjaardag in oktober, als een soort uitje om die dag speciaal te maken´, zeg ik. Maar ik heb momenteel helemaal geen kleding nodig. ´Wat wilde jij eigenlijk vandaag doen?´ vraag ik hem. Hij wilde de versieringen van glas in lood afmaken, die hij gemaakt heeft voor zijn dochters.

Dit wordt een mobile aan bamboe voor zijn oudste dochter
Voor zijn jongste dochter een decoratie in tiffany van Luna, haar onlangs overleden katje, die samen met haar sliep onder de dekens met alleen het koppie erboven

Even later aan de afwas bedenk ik me dat ik een bangerd ben geworden. Ik ben graag thuis, veilig binnen. Misschien komt het door de lockdown dat ik nu zo goed besef hoe fijn ik het vind om in ons huis te zitten, zowel hier als in Nederland.

Vroeger was ik anders en kon ik vaker drammen dat ik erop uit wilde. Die druk om dat te willen kwam, denk ik achteraf, van buitenaf. En die druk komt dan weer vanuit het vooroordeel dat je meer plezier zou hebben als je veel buitenshuis onderneemt. Alle ongelukken die ik heb gehad waren buitenshuis. Als we die ene dag niet waren gaan wandelen op de berg, had ik mijn heup niet gebroken. Ineens krijg ik ook de angst dat we een ongeluk kunnen krijgen in de auto onderweg naar Benalmadena. Ik zou mezelf dan tot in lengte van dagen blijven verwijten dat het mijn schuld was (als we het al overleven).

Ik loop naar Ahmad en vertel hem mijn gedachten. Hij lacht en troost me en zegt dat ik niet bang hoef te zijn.

Ik besef wel dat je jezelf niet kan verstoppen voor het lot door je op te bergen in een gewatteerd doosje. Maar geluk is zo broos en kan zomaar verdwijnen. Ik wil het lot ook niet onnodig tarten. De woorden van wijlen mijn leermeester sheikh Nazim komen in mijn gedachten. ´Mensen blijf in je huis en ga niet onnodig de straat op´, placht hij te zeggen. ´Vermijd plaatsen waar veel mensen bij elkaar zijn.´ De beste plek is binnenshuis op je bidkleedje. Hij waarschuwde, al een tiental jaren voor de uitbraak van COVID, voor een virus waartegen de mens (die zich oppermachtig waant) geen verweer heeft. Hij zag veel latere gebeurtenissen al aankomen, de opkomst van het salafisme en de onderlinge haat tussen mensen.

En nu voel ik me nu al een aantal jaren perfect gelukkig binnen de muren van mijn huis. Natuurlijk geniet ik ook van buiten zijn en mensen en dieren zien en de natuur, maar ik zie er het nut niet zo van in om al te vaak en onnodig de buitenlucht op te zoeken. Bij het doen van je dagelijkse dingen komt als vanzelf genoeg buitenlucht voor. Je moet sowieso de straat op voor je boodschappen en andere zaken en soms om mensen te ontmoeten of familie.

Vandaag blijven we dus thuis. Ik kan beginnen met schilderen, maar ook daarvoor ben ik nu een beetje angstig. Ik heb al zo lang geen kwast in mijn handen gehad. Schilderangst heet dat. Het komt meer voor. De gedachte dat je er eigenlijk niets van kan en dat het schilderij niet gaat lukken. Maar dat is dan ook het ergste wat kan gebeuren en dat valt reuze mee. Dus vandaag misschien beginnen. Maar eerst nu even fietsen op de mijn ´homie´fiets, kijkend naar het vierde seizoen van ´Snowfall´. Het canvas loopt niet weg.