Meubelstoffeerders en stoelenmatters, mensen met een uitstervend beroep

Vroeger, maar dat is wel heel lang geleden hoor, kregen en kochten mensen een uitzet als ze gingen trouwen. Zo een uitzet kon bestaan uit meubels, gordijnen, beddengoed, serviezen, enzovoort. In de regel deed men, zo niet een leven lang, behoorlijk lang met die uitzet, evenals met de huwelijkspartner. Dat is al lang niet meer zo.

Huwelijken worden ontbonden en meubels en andere goederen worden ingewisseld voor steeds nieuwe varianten die overeenkomen met het kleurenpalet en de materialen die in een bepaalde tijd mode zijn. Niks mis mee, als je dat bekijkt vanuit een kapitalistisch en consumentistisch oogpunt.

Ik ben een ouderwetse miep, zoals ik al eerder vertelde in dit weblog, die niets weggooit als het niet tot de draad versleten of kapot is en die liefst kapotte dingen repareert en hergebruikt. Een tiental jaren terug was dit nog geen probleem. Er waren toen nog winkels waar men onderdelen verkocht voor bijvoorbeeld stofzuigers en andere apparaten. Er waren nog veel fourniturenzaken waar je knopen, ritsen en ander materiaal kon kopen om kleding te repareren. Dat soort winkels zijn er steeds minder. We leven in een wegwerpcultuur, waarin zelfs een stekkertje aan een lamp soms niet meer te vervangen is, omdat het niet met schroefjes uit elkaar te halen is. Mensen worden aangemoedigd om zodra iets kapot is een nieuw exemplaar aan te schaffen.

Maar goed, om een lang verhaal wat korter te maken, ik heb dus die meubels in mijn woonkamer, die ik ooit tweedehands overnam. In de ongeveer 20 jaren dat ik die meubels in mijn huis heb staan, heb ik al heel wat geld uitgegeven om deze meubels te laten restaureren. Ik heb enkele stoelen opnieuw moeten laten matten en ik heb van alle meubels de kussens en bekleding laten vervangen. Voor dat geld had ik zeker wel een nieuw modern bankstel kunnen kopen met een eigentijdse eethoek. Maar ik koos ervoor de mooi bewerkte houten meubels, die totaal niet in de mode zijn te behouden, omdat ik ze heel mooi vind en heel knap vervaardigd.

De eetkamerstoelen waren altijd mooi en sierlijk om te zien, maar eerlijk is eerlijk, ze zaten niet erg comfortabel, vooral voor iemand met een mager ruggetje als ik. Jaren zaten we op die stoelen te eten met alleen een zitkussen, omdat ik de originele vormgeving, waarbij de mooi opengewerkte rugleuning goed te zien was geen geweld aan wilde doen. Maar nu heb ik er toch voor gekozen om de rugleuningen wel te laten bekleden met een dun kussen. Vanachter is het mooie houtwerk nog altijd te zien en het zit veel comfortabeler.

De meubelstoffeerder, die eerder tweemaal banken en stoelen voor me bekleedde kon ik nog net zo ver krijgen dat hij de klus voor me klaarde. Hij gaat binnenkort definitief met pensioen en doet alleen nog wat dingen voor klanten die hij eerder geholpen heeft.

Ik ben er blij mee. Hoop dat mijn meubels mij gaan overleven. Zeker is dat ik geen andere meubels wil.

NB. Wat betreft het wisselen van huwelijkspartner ben ik niet bepaald een voorbeeld. Ik trouwde drie keer. Was ik eerder met Ahmad getrouwd, dan was ik vast nooit gescheiden. Van foute keuzes leert men ook.

Ben ik een beetje lui? En meer dan 30 jaar vechten met een deur.

Vandaag maar eens een schetsje gemaakt van de pauw om te gaan schilderen. Waarom stel ik dat toch uit bij elk nieuw schilderij dat ik maak? Het is een soort faalangst. ‘Misschien wordt het dit keer echt waardeloos.’ Ik verzin duizend en één andere dingen die ik moet doen om maar niet te hoeven beginnen. ‘The painters curse’ zegt iemand hierover op YouTube. Maar ook geloof ik dat ik stiekem een beetje gemakzuchtig aan het worden ben. Ik hoef niets en dat is fijn en geeft me de geruststelling dat het o.k. is dat ik tijd verlummel.

Maar vandaag heb ik samen met Ahmad wel iets nuttigs gedaan. Eindelijk hebben we de deur van de keuken naar de gang verwijderd. De deur ging open naar binnen en stond alle jaren dat ik hier woon eigenlijk alleen maar in de weg. Als we iets willen pakken uit de ijskast moet de deur dicht en als we iets van de keuken naar de woonkamer willen brengen moet hij weer open. De keren dat Ahmad of ik ons hebben gestoten aan de deur in ons relatief kleine keukentje zijn niet te tellen. En toch kwam het nooit in me op om deze deur te verwijderen, zoals als ik jaren eerder wel deed met de deur naar de bijkeuken.

Geen deur naar bijkeuken. Kijk naar mijn vuilnisbak. Zeker 40 jaar oud, onverwoestbaar en erg praktisch. Zo worden ze niet meer gemaakt.

Vanmorgen kwam het er eindelijk van. Samen hebben Ahmad en ik de deur eruit getikt en weggezet tegen de muur van de bijkeuken. Dat we daar niet eerder opgekomen zijn!

Ik zie dat we de deurstop nog moeten verwijderen….Ik roep het en Ahmad doet het direct. Een man naar mijn hart, geen uitsteller. Ook geen aansteller 😉.

Harde klap

Het was zo een lieve en vredige dag, die we afsloten met een wandelingetje door het drukke Haagse centrum. Eerst het eenvoudigere gedeelte van Den Haag met de bekende winkelketens, waar we mensen zagen lopen die zo leken te zijn weggelopen uit mijn nederige buurt.

Daarna wandelden we richting het restaurant waar we zouden gaan eten, Langs het Mauritshuis en het plein dat bomvol zat met een heel ander publiek. Het was alsof we een denkbeeldige grens waren gepasseerd op het moment dat we de Lange Poten waren ingelopen. De terrassen op het Plein waren zo afgeladen dat het leek of er een groot feest gaande was, maar misschien zat daar wel gewoon de hele eerste kamer met nog een hele achterban van ambtenaren. Wellicht waren er ook deelnemers van personeelsuitjes. Daartussen laveerden moeders met bakfietsen. Enkele lieden liepen in vagebondachtige kledij, maar het was ze aan te zien dat het geen daklozen waren, maar eerder mensen die wat alternatief wilden overkomen of hun teveel aan geld in hun neus stopten en voor wie kleding er minder toe deed.

We gingen even op een bankje in de zon zitten langs de brede lanen waar vroeger ongetwijfeld koetsjes achter paardenspannen hebben gereden waarop dames met hoepelrokken. Nu zag je fotograferende toeristen lopen en welgestelde Nederlanders. Via de Lange Voorhout liepen we een zijstraat in waarin het restaurant Taj Mahal gelegen was.

We werden heel vriendelijk en respectvol ontvangen, kregen heerlijk eten. Na ons kwamen nog wat stellen binnen en uiteindelijk waren vrijwel alle tafeltjes bezet. We zijn geen grote eters en toen ik vroeg of we de restjes mee mochten nemen naar huis was dat geen enkel probleem maar werd het me netjes aangereikt in een bakje in een papieren tas. Morgen ga ik het geroosterde vlees verwerken in een lekkere bami. We aten nog een lekker toetje, keehr geheten en daarna wandelden we rustig naar de tram.

Op het moment dat we de halte bereikten kwam tram 9 er juist aan en Ahmad zette het op een rennen. Ik dacht nog ‘hij hoeft niet te rennen want de tram staat toch wel een tijd stil om iedereen te laten instappen’.

Ineens hoor ik een harde klap. Ahmad is met zijn voorhoofd en neus tegen de glazen zijkant van het tramhuisje geknald. Ik zie mensen verschrikt opzij kijken naar hem. Sommigen lachen. Maar Ahmad rent gewoon door alsof er niets gebeurd is, een man met een missie (de tram halen). In de tram zie ik dat hij een bult op zijn neus en voorhoofd heeft. Het doet alleen pijn als je erop drukt, zegt hij.

Een paar keer al lachten we er samen om (vooral omdat hij gewoon bleef rennen na de klap en dat was zo een grappig gezicht).

Zijn verjaardag is nu bijna ten einde. Ik ga zo naar boven, bidden en naar bedje 💖.

Er zijn er drie jarig 🎉

Dat zijn twee van mijn kinderen, die allebei vandaag 37 jaar worden. En dat is Ahmad, die vandaag 76 jaar wordt.

Het zonnetje schijnt feestelijk en we hebben al een wandelingetje gemaakt in de Uithof, na een ontbijt waarin ‘el señor’ een eitje en brood met olijfolie en pure honing geserveerd kreeg. We brengen de dag rustig door met zijn tweetjes, waarbij elke wens van de jarige door mij vervuld gaat worden. Ik vind het leuk om iemand dat jarige gevoel te bezorgen, omdat ik weet hoe heerlijk dat voelt als jarige. Je wordt in de regel maar eenmaal per jaar als een VIP behandeld en met alle liefde omringd, je krijg een beetje extra van al het goede en veel liefde en het gevoel dat dit geeft is zo zoet.

Mijn lieverd had geen wensen, maar bedacht er vanmorgen toch één. Vanmiddag gaan we dat kleine materiële wensje in vervulling brengen en daarna eten in een restaurant. Van zijn kinderen kreeg hij ook een mooi cadeau. Een waardebon voor een verblijf van twee nachten voor twee personen in een hotel met Spa in een mooie omgeving. Die kunnen we verzilveren als we weer in Spanje zijn. ‘Un relax para dos’. Het is eigenlijk weer een cadeau voor ons beiden. Wat worden we verwend. Ik voel me ook een beetje jarig.

Een dag met een gouden randje.

Technische hoogstandjes

Al een tijd heb ik dit weblog. Een weblog vergt onderhoud, zoals het updaten van de wordpress versie en de plugins. Dat kan ik wel bijhouden.

Maar al een tijdje kreeg ik in het commentaar over de status van mijn weblog de opmerking dat er een aantal dingen voor verbetering vatbaar waren om onder andere de snelheid van het weblog te verbeteren. Ik heb die opmerkingen lang genegeerd, maar gisteren besloot ik er toch wat aan te doen.

Ik moest nodig wat doen aan MySQL, volgens het commentaar op de status van mijn database. Voor mij is dat even duidelijk als dat gezegd zou worden dat ik wat zou moeten doen aan mijn ‘abakadabra’. Ik zou daarvoor contact moeten opnemen met mijn webhost.

Helaas kon ik dat dit keer niet overlaten aan mijn webmaster Ahmad. Het contact met Strato zou natuurlijk niet in het Spaans kunnen verlopen. Ik logde in in Strato en belde het nummer naar hun helpcentrum. Ik kreeg een heel lieve geduldige jongedame aan de lijn die mij helemaal door het ingewikkelde proces van het updaten van de database loodste. Het was een lange weg, waarbij ik (heel eng) in het programmeerprogramma allerlei dingen moest aanklikken. Er moest een nieuwe database aangemaakt worden en die moest ik voorzien van een nieuw wachtwoord. Vervolgens moest ik in de inhoud van de oude database exporteren naar de nieuwe database en de oude database verwijderen. Dankzij het feit dat de persoon aan de andere kant van de telefoonverbinding zo deskundig was en zo geduldig lukte het om dit hele proces te voltooien. Ik kon haar wel omhelzen.

Er was nog een probleempje. Een andere opmerking over de status van mijn weblog was dat ik een ‘persistent cache’ moest hebben, eveneens om de snelheid van het weblog te bevorderen. Ik had daarover niets aan Ahmad gevraagd, maar gewoon een plugin gedownload die de cache telkens kon legen. Maar dat hielp niet. Ik bleef persistent die opmerking zien dat mij een persistent cache werd geadviseerd. Kennelijk was mijn cache plugin niet persistent genoeg.

Nu Ahmad zelf een weblog heeft is hij wat meer betrokken bij het wel en wee van het mijne. Hij wees me er vandaag op dat ik als onderdeel mijn plugin WP-optimize al cache heb zitten. Maar ik moet daarin wel wat verschikken aan de instellingen daarvan. Hij deed het voor me. Alle afbeeldingen in mijn weblog blijken gecomprimeerd te kunnen worden, wat natuurlijk heel veel ruimte bespaart. Nu is mijn weblog zo schoon als een net gewassen babybilletje. De lezer kan er al racend doorheen

Ahmad heeft zijn weblog ‘Mi Jardin’ online gezet

Het is te lezen en te bewonderen in drie talen, het Spaans, het Engels en het Nederlands. Hij maakte een foto van alle bloeiende en niet bloeiende planten in zijn tuin en voegde daarbij een uitvoerige beschrijving van die planten met verwijzing naar de bronnen waarvandaan hij zijn informatie heeft gehaald. Daarnaast gaat hij ook een persoonlijk blog bijhouden met zijn gedachten over van alles, maar met name de natuur.

Hier is de link naar zijn weblog. Ik zal deze link ook weergeven in de pagina’s, die te zien zijn in de zwarte balk bovenin dit weblog.

Mail met column

Vandaag krijg ik een mail met een column van Henk van Straten. Er gaat bij mij geen lampje branden dat ik die persoon ergens van zou kennen. Er komt wel een tekenaar op in mijn gedachten, maar die heet Peter Verstraeten. Onder de column schrijft Henk van Straten dat hij heel graag stukjes schrijft, zelfs met de hitte van vandaag, en hij vraagt of ik hem zou willen ondersteunen met een bijdrage.

Ik antwoord hem dat ik ook graag stukjes schrijf, maar dat ik dat geheel gratis doe en dat ik daarvoor zelfs een weblog heb waarvoor ik de betaal. Dat hij mijn stukjes gratis mag lezen in ruil voor zijn stukjes.

Daarna ga ik kijken op google en zie ik dat ik hier te maken heb met een bekende schrijver, journalist, die zelfs ooit in DWDD mocht verschijnen. Ik bekijk de titels van de boeken die hij schreef en zie dat ik er zelfs een paar gelezen heb, waaronder ‘wij zeggen hier niet halfbroer’. Ook kan ik me nog iets herinneren van ‘het tussenhuisje’ en ‘kleine stinkerd’.

Ik begin me een beetje te schamen dat ik mezelf heb vergeleken met deze schrijver. Enkele minuten na mijn antwoord stuur ik hem nog een antwoord (nummer 2), waarin ik hem uitleg dat ik niet wist dat hij een ‘echte schrijver’ was en dat ik zelfs boeken van hem gelezen heb zonder te onthouden wie die boeken heeft geschreven. Ik verontschuldig me dat ik mijzelf (hobbyist) heb vergeleken met hem (erkend schrijver).

Wel voeg ik er aan toe dat ik erbij wil blijven dat ik hem niet zal betalen voor zijn stukjes maar dat ik het leuk zou vinden als hij me die toch blijft toesturen, omdat ik hem graag lees vanwege zijn eerlijke schrijfstijl.

Ik krijg geen antwoord van hem meer op mijn mail. Ik ben benieuwd of hij mij stukjes blijft sturen, nu ik aangegeven heb er niet voor te zullen betalen en zo brutaal was mezelf met hem te vergelijken. Is het voor hem voldoende dat ik zijn stukjes graag lees of gaat het toch om de inkomsten?

De mooiste dingen in het leven zijn gratis

Ahmad is dit jaar enthousiast bezig met zijn tuin. Elke dag laat hij zich verrassen door wat er allemaal groeit en bloeit en verricht hij handelingen om elk plantje zich optimaal te laten thuis voelen. Op de bloemetjes komen talrijke insecten af en ook die bestudeert hij en hij maakt daar soms korte video’s van. Hij is er een weblog van aan het maken en ik zie hem daar veel mee bezig. De tuin is nog nooit met zoveel liefde door hem onderhouden als dit jaar. Zittend buiten en binnen via het raam genieten wij van deze kleurenpracht. Het is geen aangelegde tuin, maar juist het spontaan opkomen en in bloei gaan van de diverse planten is zo leuk om te zien.

Wij genieten daar dagelijks van. Ik zou een tuin gunnen aan iedereen.

Chinees gezegde: ‘Gedenk de bron als je drinkt’

Deze mooie foto maakte Ahmad van een hoekje in onze tuin. Tussen de bloemetjes zie je een bakje met water, waaruit dagelijks vogels komen drinken. Het is een oude vijzel. Dit beeld doet me dan weer denken aan de reproductie van een Chinese spreuk op een klein houten plankje die bij mij op de WC hangt.

Gedenk de bron als je drinkt

Dit piepkleine schilderijtje met wijze woorden kreeg ik ooit cadeau van een collega, die dat soort waardevolle dingetjes uit het grof vuil haalde. Hij gaf me in totaal drie dingen. Een zwarte fluwelen doek waarop in het Arabisch ‘Bismillah’ geborduurd was en die ik boven mijn bureau hing op het werk en een afgedankt ingelijst schilderij, een reproductie die ik heel mooi vond, omdat hij me herinnert aan het een landschap uit mijn jeugd. Hij hangt nog steeds in mijn logeerkamer.

Het is een beroerde foto, maar dat kon even niet anders vanwege de reflectie vanuit het raam ertegenover.

En zo moet ik ook aan de collega terugdenken, die me deze mooie dingen cadeau deed en kennelijk bij het vinden ervan aan mij moest denken en het me ook gunde. Het was een aparte gozer, die theologie had gestudeerd en later besloot te gaan werken met gehandicapten. Hij heet Andreas en ik mocht hem graag.

Gisteren kreeg ik een pakketje met mijn als nieuwe I Tjing, die inderdaad eruit ziet of er nooit in gelezen of zelfs maar gebladerd is. Ik ben heel blij met dit boek dat gebaseerd is op Chinese wijsheid van 3000 jaar oud. Ik herlees het nu en ga het weer raadplegen met een nieuwe blik na 50 jaar.

Zo lijkt alles mooi met elkaar samen te hangen.

I Tjing, het boek der veranderingen

In mijn studententijd en voordat ik moslim werd verdiepte ik me vooral in heel oude oosterse literatuur om meer te gaan begrijpen van het leven, kennis die ik helaas niet haalde uit mijn studie psychologie, een wetenschap die vooral gebruik maakt van kennismodellen die vergelijkbaar zijn met de exacte wetenschappen. In het westen staat het denken in causale verbanden centraal in de wetenschap, terwijl in het oosten veel wetenschap rekening houdt met synchroniteit. Dat vond ik mateloos interessant en herkende ik uit mijn eigen ervaring.

Ik had toen een boek, met de titel I Tjing, het boek der veranderingen. Vaak raadpleegde ik dit boek voor levensvragen en het was frappant hoezeer datgene wat ik dan tegenkwam door toeval exact overeenkwam met de vraag die ik had. Het is niet zo dat ik door de beschrijvingen bij de hexagrammen te lezen een pasklaar antwoord kreeg op een eventuele vraag die ik had, maar het lezen van de toevallige passage die ik telkens tegenkwam hielp me wel om de situatie beter te doorgronden en mezelf beter te begrijpen, al was dat soms heel confronterend.

Op een goed moment nam mijn broer mij een keer mee naar een lezing van professor ten Haaf. Wij studeerden toen nog allebei psychologie en zowel mijn broer en ik waren geïnteresseerd in het paranormale.

Het was een interessante lezing, maar anders dan mijn broer, die gewoon na de lezing direct naar huis ging, werd ik na afloop van de lezing benaderd door een jonge vrouw, die bekend stond als een medium. Zij zei dat ze een heel positief gevoel had over mij en ze nodigde me uit om een keer deel te nemen aan een bijeenkomst van een spirituele vereniging, genaamd Harmonia (in Utrecht). Ik ging erheen, maar voelde me er absoluut niet op mijn plaats. Men kreeg daar ook ‘geen hoogte’ van mij en zei mij dat ik erbij zat als een journalist. Zo voelde ik me ook. Ik keek het aan, maar hield afstand. Eén van de leden gaf me een boek te leen, dat de titel had ‘de witte magiër’. Op het moment dat ik dit boek in handen had, voelde ik me er niet goed over en ik las het daarom niet. Ik bezocht de bijeenkomsten van de spiritisten ook niet meer.

Kort daarna maakte ik kennis met de islam en toen viel voor mij veel op zijn plaats. Ik wilde me op dat moment zo snel mogelijk ontdoen van het boek over die magiër en bracht het terug naar Harmonia.

Maar op het moment dat ik me ging verdiepen in de islam meende ik dat ik ook het boek dat ik zo lang had geraadpleegd en dat wél bij mij past, de I Tjing, moest wegdoen. En dat deed ik ook. Zoals ik ook al mijn psychologie studieboeken mijn huis uit kieperde. Ik meende op dat moment dat er voortaan maar één boek voor mij zou zijn, de Koran, en dat ik verder geen boeken meer nodig had. Ik ben nogal radicaal in die dingen. Gelukkig had ik op dat moment net mijn doktoraalbul behaald en hoefde ik ook niet meer verder te studeren.

De laatste tijd denk ik vaak terug aan de I Tjing en besef ik dat het, naast de Koran, voor mij een heel belangrijk boek is geweest in mijn leven. Ik begin ook steeds meer te beseffen dat geen enkele denkwijze andere denkwijzen hoeft uit te sluiten en dat de aloude wijsheid van de I Tjing ook gerekend kan worden tot één van de heilige of op zijn minst wijze boeken. Ik kan me de raadgevingen die ik las in de I Tjing nog min of meer voor de geest halen en besef dat ze niet in tegenspraak zijn maar een versterking van de raadgevingen die in de Koran staan en dat ze zeker overeenkomen met soefi wijsheden.

Ik ging op zoek naar de I Tjing op internet en zag dat het een prijzig boek is. Daarom zocht ik een tweedehands exemplaar op dat volgens de beschrijving nog als nieuw is en bestelde dat bij de boekenbalie.nl. Normaal gesproken lees ik alles in mijn e-reader, maar een boek als de I Tjing verdient een harde kaft, want het is een naslagwerk.