Deugmens, uitslover!

Op twitter komt weleens het scheldwoord ‘deugmens’ voorbij, meestal uit de zogenoemde ‘rechtse’ hoek. Met deugmensen worden, als ik het goed begrijp, de conformisten bedoeld die zich scharen achter populaire en ‘politiek correcte’ meningen en dan weer afwijzend staan tegenover alles wat van hun mening afwijkt. Ik kan er niet echt wijs uit. Wat sommige mensen rechts noemen zie ik meer als populistisch links en wat links genoemd wordt zie ik als een slimme afleiding van de echte problemen die spelen. Dat de gemoederen verhit zijn en dat mensen elkaar voor van alles uitmaken als ze het onderling niet eens zijn op Twitter is voor mij in ieder geval duidelijk. De tolerantie waar Nederland in de 70er jaren om bekend stond is nu ver te zoeken. Daarin wijken we niet veel af van andere landen. De manier waarop mensen anderen hun mening nu willen opleggen heeft nazi-achtige trekjes en de de ‘vrijheid van meningsuiting’, die nota bene hoog in het vaandel wordt gedragen (bijna als een religie) is ver te zoeken. Je bent hier helemaal niet meer vrij in het uiten van je mening, dat is mijn mening ?. Als je mening afwijkt van die van een ander, dan probeert diegene je via de media onderuit te halen en vaak zonder enig ter zake doend argument, maar misschien alleen door bijvoorbeeld te zeggen dat je een te dikke kont hebt en dat je je domme muil moet houden. Zelfs rijke jongens met een gewichtige naam, die adel vermoedt, gedragen zich in dat opzicht als kleine scheldende kinderen. Ik lees het af en toe met lichte verbazing en bemoei me er verder niet mee. Ik heb nog nooit een tweet geplaatst en ik heb 0 volgers en dat wil ik graag zo houden.

Maar de laatste tijd vraag ik me af of ik misschien een deugmens ben. Niet in de zin waarop deze benoemd wordt op twitter, maar in de letterlijke zin: iemand die graag wil deugen, een braverd. Ik doe boodschappen voor mijn buurvrouw, ren naar haar toe als ze moet huilen en haar ei kwijt moet, breng haar bakjes eten en soep en ik raap zwerfvuil in mijn buurtje. Ik luister geduldig naar een ieder met problemen en ik speel taxi voor wie dat nodig heeft. Vroeger leefde ik voor mijn kinderen en nu dat minder nodig is ben ik beschikbaar voor ieder die van mijn diensten gebruik wil maken.

Als je mij zou vragen: maar wat wil jij dan eigenlijk? Heb jij geen bucketlijst van wensen, reizen die je nog zou willen maken of dingen die je wil meemaken zien of kopen? Nou nee, eigenlijk niks. Helemaal niks. Ik leef al zo lang met het motto ‘u vraagt en ik draai’, dat ik geen enkel ander oogmerk meer heb. Vroeger (toen ik nog geen kinderen had) hield ik van reizen. Ik besteedde daar al mijn spaarcentjes aan. Nu heb ik geen enkel verlangen meer om meer van de wereld te gaan zien. Mijn enige wens is dat ik elke dag wat tijd voor mezelf mag hebben om een boek te lezen of een eind weg te kletsen in mijn weblog. En verder vind ik het oprecht heerlijk om te dienen. Ik word blij als ik een ander blij kan maken of als ik zie dat iemand met verdriet iets opgeluchter oogt als deze bij mij wat heeft mogen spuien. Ik houd van mijn omgeving en de mensen en dieren en planten en spullen die ik tegenkom. Ik speel daar graag een positieve rol in. Meer is het niet. Maar als je het lelijk wilt zeggen dan zou je kunnen zeggen dat ik een deugmens ben, een uitslover. Maakt me niet uit.

Mode

Vanmorgen zag ik in mijn nederige buurt een vrouw lopen met een vrij korte rok, waaronder mooie benen uitstaken op hoge hakken. Daarover droeg zij een lange mantel die openwaaide in de wind. Het was een elegante verschijning, die echter misplaatst overkwam in mijn buurt. Waarvoor zoveel moeite? Het was als paarlen voor de zwijnen tussen de andere voetgangers met armoedige jasjes en kreukelige spijkerbroeken onder dikke buiken en de vrouwen met hoofddoeken achter kinderwagens.

De tijd lijkt voorbij dat vrouwen hooggehakt voorbij trippelden in mooie jurkjes. Zelfs al dragen ze een jurkje, wat bijna niet meer voorkomt, dan zie je daaronder sportschoenen of stoere laarzen. Maar de meeste mensen lopen in een spijkerbroek of trainingsbroek en op gemakkelijke schoenen. Ook mannen zie je niet veel in een pak met een stropdas of strik, maar veelal in een sportieve broek met een polootje of trui. Dat is de mode van nu, althans in mijn buurt en datzelfde zie ik ook in mijn andere buurt in Alhaurin de la Torre. Ik vind het prima. Waarom zouden vrouwen nog langer hun voeten verpesten door het dragen van hoge hakken en schoenen met een ongemakkelijke leest. Martelwerktuigjes zijn dat meestal. Sportschoenen met vering zijn beter voor de voeten. Man en vrouw lopen nu in een bijna identiek ‘uniform’. Vrijetijdskleding is de norm.

Ik ben er blij mee. Ik heb een paar spijkerbroeken die ik om en om draag en rokjes en jurkjes blijven bij mij in de kast hangen. Gelukkig heb ik er ook niet veel van en zijn de meeste rokjes tot op de draad versleten, omdat ik ze al meer dan 20 jaar oud zijn en ik ze vroeger veel gedragen heb. Maar ik doe ze nog niet weg. Misschien komt er een tijd dat ik ze opnieuw ga dragen. Voorlopig geniet ik van de simpele dracht die nu gemeengoed is.

Maar vergis je niet. Dat de mode nu universeler is dan voorheen wil niet zeggen dat er geen verschillen zijn. Je hebt trainingspakken, spijkerbroeken en sneakers in diverse prijscategorieën. De kenner weet waarmee hij of zij van doen heeft. Vooral de diverse sneakers spreken tot de verbeelding. Sportschoenen zijn er voor 50 maar ook voor rond de 450 euro of nog meer en kenners onder elkaar kunnen daar een tijdlang over praten, elkaar foto’s tonend van de laatste modellen, de ‘musthaves’. Datzelfde geldt voor andere ogenschijnlijk eenvoudige kledingstukken. Niet elke spijkerbroek is even geraffineerd van model en ook daarin zijn gradaties. Ik zie dat verschil in spijkerbroeken ook wel. Dus ook al lijkt de mode universeel en wat saai, er zijn alsnog verschillen voor de oplettende toeschouwer. Ik ben iemand met niet veel kleding, maar de kleding die ik heb draag ik graag. Dat kunnen heel goedkoop verkregen kledingstukken zijn, die alsnog mooi ogen. Je moet er oog voor hebben. Wat is het voor een materiaal, welke snit en hoe voelt het aan je lijf. Hoe ziet het eruit in de spiegel. Dat is voor mij de maatstaf om kleding al dan niet te kopen. Al een tijd heb ik ruim voldoende kleding en schoenen. Ik besteed daar weinig of geen geld aan. Want wat ik heb is meer dan genoeg. Ik vind dat er leuk uitzien niet duur hoeft te zijn. Goedkope kledingstukken gaan soms nog langer mee dan de prijzigere varianten. Je betaalt vaak alleen maar voor een bepaald merk of een bepaalde ontwerper, maar soms kunnen kledingstukken van een onbekend merk verrassend mooi zijn. Bekend is niet altijd hetzelfde als mooi. Dat vind ik.

Maar ik ben blij met de nieuwe mode, die ik zie als comfortabel. Misschien wat fantasieloos maar wel comfortabel en dat is naar mijn idee belangrijk. Door de steeds meer op elkaar lijkende dracht van mensen, jong en oud, man of vrouw of onbekend, vallen de verschillen tussen mensen weg en dat zie ik als positief. We zijn toch allemaal één familie ?.