Ongelukken en bijna ongelukken in het verkeer

Het overkwam me gisteren én vandaag.

Gisteren het bijna ongeluk, toen ik in mijn auto op weg was van Hendrik Ido Ambacht naar mijn huis. Ik reed van de A13 de afrit naar de A4 op en was dus bijna thuis. Voor mij reed een VW polo. De man reed 70 km per uur op de snelweg (!) en bleef 70 km per uur rijden. Er was voor mij geen mogelijkheid om hem in te halen of ik had dat op de baan rechts naast hem moeten doen, wat voor mij niet gebruikelijk is en tegen de verkeersregels in. Dus ik bleef netjes achter hem, me verbijtend, omdat ik al zag dat de A4, die we moesten oprijden heel druk was en dat er allemaal vrachtwagens op de rechterbaan reden zonder veel tussenruimte. De polo voegde in met zijn sukkelsnelheid van 70 en vervolgens zag ik dat ik het einde van de oprijstrook bereikte, met links van me allemaal vrachtwagens. Geen enkele daarvan was van plan mij ruimte te geven om in te voegen. Helemaal aan het einde van de oprijstrook waagde ik het er maar op, want stoppen op een snelweg is geen optie. Ik gaf gas en voegde in en kreeg een uitbrander van de vrachtwagen achter me (die niet voor mij wat had willen afremmen, omdat hij me waarschijnlijk niet eens gezien had) in de vorm van een luid getoeter. Eind goed al goed, maar ik voelde aan den lijve dat je als automobilist het vermijden van ongelukken niet geheel in eigen hand hebt. Ik had geen andere keus dan me snel tussen de twee kolossen van vrachtwagens in te wurmen. De polo voor me had alles voor me verpest door 70 te blijven rijden, zodat ik niet mijn normale snelheid kon maken.

Vandaag moest ik wat boodschappen halen. Ik twijfelde even of ik de auto of de fiets zou pakken en koos voor de fiets. Ik rijd op het fietspad en plotseling bevind ik me voorover liggend op de motorkap van een auto. Een auto is rechtsaf geslagen zonder mij (rechtdoor rijdend verkeer) voorrang te geven. Gelukkig remt ze wel als ze mij op haar motorkap ziet liggen en waarschijnlijk de klap voelt. Ik hang dus half op de motorkap met mijn fiets nog aan de hand en ik kan gewoon weer gaan staan. Ik lijk niet veel te mankeren buiten een pijn aan mijn ellenboog, waarmee ik de klap heb opgevangen. ‘Dat was uw fout, mevrouw,’ zeg ik, terwijl ik haar streng aankijk door haar voorruit. Een jonge vrouw, die lopend passeert, heeft het voorval gezien en zegt ook tegen de vrouw dat het geen manier is en dat ze beter moet uitkijken. ‘Ik zag het niet door de zon,’ stamelt de vrouw.

Ik besluit er maar geen woorden meer aan vuil te maken en ga verder om mijn boodschappen te doen. Ik ben nu thuis en merk dat mijn ellenboog nog pijn doet. Ik hoop dat hij gekneusd is en niet gebroken. Ik heb de schrik nog een beetje te pakken. Waar doet een mens goed aan? Fietsen, autorijden, lopen….? Overal liggen risico’s op de loer. Ik ben er twee keer goed vanaf gekomen. Was dit een waarschuwing en wat voor conclusie moet ik hieruit trekken? Ik kan ook niet binnen blijven uit angst voor ongelukken. Bovendien gebeuren ongelukken ook in huis. Uitkijken dan maar.

Dank u, Allah, dat u mij beschermde tegen ellende en pijn ?