Verkooptechniek

Gisteren ging ik even naar de Wateringse markt voor vogelvoer. Ik word aangesproken door een jongeman, type ‘brave zoon, beachboy’. ‘Mag ik u twee vragen stellen, mevrouw? In verband met mijn stage.’ “Stage? Maar heb je dan geen vakantie?’ ‘Nee, ik moet nog één onderdeel en dan heb ik mijn propedeuse.’ Ik heb een goede bui, dus ik laat me gewillig de twee vragen stellen. Ben ik ouder dan 35 jaar en woon ik enigszins in de buurt? Yes.

‘Dan mag ik u een gratis krant aanbieden.’ (een Telegraaf. Hm, het is niet mijn lievelingskrant, maar gratis is altijd meegenomen) ‘Ja, hoor.’ ‘En dan kan ik u ook nog vertellen dat u geselecteerd bent voor een gratis abonnement op deze krant voor drie jaar, omdat we nu 150 jaar bestaan.’ Zozo ,dat is niet mis. ‘Het enige dat u daarvoor moet doen is af en toe boodschappen doen met deze boodschappentas.’ (een grote shopper met daarop in grote letters de Telegraaf). ‘Hm, dan loop ik wel een beetje voor schut.’ ‘En dat is nog niet alles.’ De beachboy begint de telegraaftas vol te laden met extra’s, een glossy waarop een foto van Bridget Maasland op de cover staat (wjag) en een exemplaar van de allereerste telegraaf, die werd gedrukt. ‘Hm, indrukwekkend allemaal. Maar ik wil in ieder geval geen papieren krant, ben alleen in voor digitaal. En ik wil na drie jaar geen abonnement’ O, dat is helemaal geen probleem. Kan allemaal geregeld worden. Ik krijg drie codes, waarmee ik drie jaar kan inloggen. Ik krijg dan de krant gratis van maandag t/m vrijdag en die van zaterdag moet ik dan terugbetalen aan de Telegraaf. Dat is dan 8 euro per maand.’ “Hoho, maar dat is niet wat je net zei. Je had het over een gratis abonnement. 8 Euro per maand is niet gratis.’ ‘Ja, maar dat moet wel, want anders gaat de Telegraaf failliet.’ (Wat kan mij dat schelen, denk ik, maar dat zeg ik niet hardop).

‘Sorry, jongen,’ zeg ik. ‘Het spijt me dat je al zo lang voor niets met me bezig bent geweest, maar dit is niet wat je me in het begin zei: een gratis abonnement. Ik wil dit beslist niet.’

En dan vraag ik hem hoeveel ‘gratis’ abonnementen hij al verkocht heeft vandaag. Dat zijn er twee en hij moet er 15. ‘En wat als je dat niet haalt?’ ‘Dan zwaait er wat,’ grapt hij. Ik zeg: ‘Houd moed, jongen. Mijn zoon is ook ooit zo begonnen en heeft nu een goede baan bij T-Mobile.’ ‘Maakt u zich geen zorgen, mevrouw, het komt wel goed’ zegt de beachboy met zijn mooie bruine ogen. En ik denk, terwijl ik wegwandel met één gratis krantje, dat deze jongen nog veel moet leren om een goede verkoper te worden