Ook wel in de islamitische volksmond ‘grote eid’ genoemd…..
Naast het suikerfeest (eid ul fitr) dat gevierd wordt na afloop van een maand vasten tijdens de maand ramadan is er ook de eid ul adha. Ik schreef daar al eerder over in dit weblog, hier en hier.
Het verhaal erachter vind ik mooi. Dat verhaal beschrijft het enorm sterke geloof en godsvertrouwen van Abraham (Ibrahim). Maar dat mensen dit vieren door massaal dieren te slachten heb ik nooit begrepen. In de koran wordt nergens gezegd dat wij dit moeten doen. Het is een cultureel gebruik onder vrijwel de gehele moslimgemeenschap, dat gebaseerd is op de hadith: overleveringen uit het leven van de profeet die zijn opgetekend twee eeuwen na zijn dood.
Er gaan veel verhalen rond onder moslims waarom het goed zou zijn een dier te offeren. Zo wordt bijvoorbeeld mensen voorgehouden door hun imams dat de weg naar de hemel niet eenvoudig zou zijn. Je zou een afgrond moeten oversteken waaronder zich het laaiende vuur van de hel bevindt. En het pad daaroverheen zou zo smal zijn dat het niet te voet is af te leggen. Maar al naar gelang de hoeveelheid dieren die je hebt geslacht met eid ul adha zou je daaroverheen geholpen worden op de rug van die dieren.
Met andere woorden, de dieren worden tweemaal gebruikt. Eerst moeten ze zich laten slachten om jou een goed geweten te bezorgen en vervolgens moeten ze dienen als vervoermiddel naar de hemel. Arme onschuldige dieren!
Ik las dit jaar een artikel in het AD. Gruwelijk! Natuurlijk zijn dit uitwassen. De meeste moslims betalen gewoon hun slager om voor hen een dier te slachten, alleen of eventueel samen met anderen. Een derde van het dier mogen ze zelf opeten, een derde is voor familie en kennissen en een derde voor de armen. Ik zie niet helemaal hoe dit praktisch te verwezenlijken is in onze maatschappij.
Toen ik in 1999 hadj (de pelgrimstocht door moslims) deed in Mecca zag ik na het slachtfeest op veel straathoeken stukken afgedankt vlees en huiden van dieren liggen rotten. Toen ik op de ‘dag van berouw’ op de vlakte van Arafat was, zag ik overal pakketten met niet opgegeten voedsel liggen. Die pakketten werden daar gratis uitgedeeld aan de mensen. Ze aten eruit wat ze lustten en de rest gooiden ze weg. Dat mensen zo omgingen met voedsel dat Allah voor hen liet groeien en bereiden maakte mij verdrietig.
Toen ik in Mina vooral mannen als een gek stenen zag gooien naar een pilaar, terwijl overal op de grond bedelaars lagen te creperen, werd ik ook niet vervuld van een ‘enorm gevoel van welbehagen’. Integendeel!
De beide ‘eids’ (het suikerfeest en het slachtfeest) hebben mij nooit veel gezegd. Misschien omdat ik er niet mee ben opgegroeid en omdat het een cultuurverschijnsel is dat in wezen niets met de islam als godsdienst te maken heeft. Net zoals kerst en pasen, zoals die feesten nu gevierd worden, niets te maken hebben met het christendom.