Van eenden wil ik nu overgaan op schapen, zwarte schapen, of bokken, zondebokken. In elk gezin is er wel één. Een jong dat een beetje uit de toon valt, dat niet helemaal is als de anderen. Of een rare ouder.
Vroeger leerde ik tijdens mijn studie psychologie bij het vak systeemtherapie dat er altijd een scapegoat in een dysfunctioneel gezin was. Deze fungeerde dan als bliksemafleider van alle problemen, die in wezen lagen in de miscommunicatie tussen alle gezinsleden. Deze miscommunicatie zou ten onrechte afgewenteld worden op één gezinslid, meestal een kind, maar het kon ook een ouder zijn. Alle andere gezinsleden gingen dan vrijuit en als schuldige van alle problematiek werd dan steeds weer die ene scapegoat of zondebok aangewezen.
Lekker handig, maar natuurlijk erg dysfunctioneel. Het was de nobele taak van de gezinstherapeut om orde in de tent te scheppen door op geraffineerde wijze de miscommunicatie aan het licht te brengen. Aldus bevrijdde hij de zondebok van diens hachelijk positie en drukte hij de andere gezinsleden op hun aandeel in de problematiek van de gezinskluwen.
Ik had alle benodigde punten om me te vestigen als erkend psychotherapeut, maar ik heb deze nooit opgehaald, omdat ik dacht dat dit onnodig was als je een doktoraalbul had. Was dat niet bewijs genoeg van je kundigheid? Nee dus. Je moest je ook laten registreren en dat heb ik nagelaten. Hierdoor liep ik vele mooie salarissen en een gouden carrière mis, waar ik eigenlijk wel recht op had.
Wellicht was dit niet de bedoeling van mijn leven (anders was het immers gebeurd). Een beetje lag het er ook wel aan dat ik er zelf niet helemaal in geloofde. Ik geloofde niet in de therapeutische theorieën. Elke stroming had zijn stokpaardje. Het systeem, het gedrag, een innerlijke top- en underdog en ga zo maar door. Maar waar het allemaal natuurlijk om ging is het Verstehen (ja, met een grote V). Het doorgronden van wat de patiënt of cliënt in wezen voelt door goed in te tunen op diens nonverbale en verbale boodschappen. Blabla.
Maar bovenal geloofde ik niet in mezelf. Een therapeut was een een wijze man met een grijze baard en die had ik niet, toen ik 27 jaar was.
Dus het werd geen carrière als psychotherapeut. Nee, maar ik heb wel zelf een aanzienlijk aantal mogelijkheden tot dysfunctioneel gedrag ondervonden, aanschouwd of zelf vertoond in de loop van mijn verdere leven. Direct na mijn studie trouwde ik en ik kreeg vier koters. Via mijzelf, mijn exmannen en kinders heb ik de diverse gevaren waar je over leest in kranten en waar elke ouder zijn kind tegen wil beschermen en elke vrouw zichzelf voor wil wapenen ondervonden aan den lijve. Ik heb al mijn therapeutische zeilen bij moeten zetten om de diverse stadia van mijn leven te doorworstelen en misschien heb ik wel alleen daarom psychologie gestudeerd: om mijn eigen gratis therapeut te zijn en misschien af en toe die van mijn familieleden.
Wat een lange inleiding om te komen tot het zwarte schaap. Er was een afwijkertje tussen mijn koters. Eentje die het op een gillen kon zetten als zijn veters los zaten en ik ze niet onmiddellijk vastmaakte. Eén die niet wilde zwemmen, terwijl de anderen lekker in het water aan het plonzen waren, maar liever met zijn handjes op zijn rug onder de warme douche stond. Eentje die nooit veel samen speelde, maar wel heel veel interesse aan de dag legde voor beestjes en stiekem een hamster had gekocht en die onder zijn bed hield. Eentje die jarenlang geesten zag in het donker, die hij beschreef als lichtgevende gestalten. Eentje die ook ging jokken en foute dingen doen, zonder dat ik dat wilde. Eentje die heel veel schade en schande moest ondervinden en nu heel erg zijn best doet om zijn leven op poten te krijgen.