Dat is wat oudere mensen graag doen. Zitten op een bankje en kijken naar wat voorbij gaat.
Ik deed het ook weleens, toen ik nog jong was. Als student ging ik soms zitten op het een muurtje langs het wandelend publiek in Hoog Catharijne. Gewoon kijken naar alles dat voorbij kwam. Ik kon op die manier mijn gedachten verzetten. Was niet langer met mijzelf bezig, maar kon me even richten op de wereld om mij heen.
Soms ‘zag ik het leven niet zitten’, dacht ik ‘waar naartoe en waarom toch?’. Dan ging ik wandelen in de avond. Ik liep langs de huizen en keek naar binnen, waar dat mogelijk was. Dan zag ik een hele familie staren naar een tv en ik dacht: ‘Wat ben ik blij dat ik niet zit te staren naar zo een kastje. Liever loop ik hier rond en heb ik mijn eigen gedachten, leuk of minder leuk.’
Er was zoveel dat me beroerde en zoveel was nog mogelijk. Soms wist ik het niet meer.
En nu is alles gedaan en er blijft weinig over om te kiezen of te dubben. Het leven is simpel en kabbelt rustig voort. Ik verkeer in de luxe van een permanente vakantie. Ik mag van alles doen, maar ik hoef niets te doen. Meestal beperk ik me tot datgene wat ik echt moet doen en de rest van de tijd doe ik eigenlijk niet veel nuttigs. Ik ben vooral consumptief bezig. Ik consumeer niet zoveel voedsel, maar wel veel informatie. Via mijn e-reader, via internet, via de tv en radio. Ik ben een oudere geworden die virtueel op een bankje zit te kijken. Ik hoef niet meer de straat op te gaan. Via de digitale weg kan ik in heel veel hoekjes kijken en ik hoef dus niet naar buiten.
Misschien nemen oudere mensen daarom een hondje. Of ze leggen een tuintje aan.