Zekerheden

Zekerheden in dit leven bestaan niet. Hoe ouder ik word, hoe meer ik dit ga beseffen. Alles waar een mens zich aan vast houdt blijkt als los zand te zijn op het moment dat het wegvalt. Dat kunnen mensen in je leven zijn (vader, moeder, broer, zus, echtgenoot, vriend, collega), huisdieren, rollen die je speelt (kind, scholier, student, werkende, vader, moeder, oma, opa, enz.), bezittingen die je om je heen hebt verzameld, een plek waar je woont……Alles verandert en niets blijft. De “werkelijkheid”, die wij om ons heen denken te zien is niets meer dan een verzameling gewoonten en ingeroeste denkpatronen. Bij plotselinge gebeurtenissen, zoals de dood van een naaste, een onverwachte tegenslag (zoals een ziekte of een ongeluk), het verlies van werk of bezittingen blijkt vaak de hele “werkelijkheid”  zoals we die beleven in elkaar te zakken als een kaartenhuis. Waar zijn we dan met onze schijnzekerheden, die al die tijd blijken te hebben berust op louter een verzameling gewoonten en dagelijks terugkerende rituelen? Het eerste kopje koffie, het sigaretje, het krantje bij het ontbijt, het praatje met de collega bij de koffieautomaat, de boodschappen bij de buurtsuper, het uitlaten van je hondje, je favoriete tv-programma. De aanwezigheid van dierbaren die je als vanzelfsprekend bent gaan beschouwen….maar dat niet is. Een goedgemikte bom, een orkaan of een overstroming en dat alles kan in één klap weg zijn.  Of gewoon een ontslag of een scheiding. Niks is zeker en niks blijft.
Als kind had ik een steeds terugkerende nachtmerrie. Ik was onderweg naar het huis van mijn moeder en stiefvader, waar ik woonde. Ik liep door het hoog opgeschoten gras langs allerlei struiken om tenslotte aan te komen bij mijn ouderlijk huis…..een ruïne. Er was niemand. Alleen de overwoekerde fundamenten van wat eens een huis was geweest. Ik snapte niets van die droom, die steeds maar bleef terugkomen, maar nu begin ik het te begrijpen. Ook toen moet ik onbewust gevoeld hebben dat niets zeker is en niets hoeft te zijn wat het lijkt.
We worden hulpeloos geboren en als we geluk hebben overleven we de eerste levensjaren, waarin we totaal afhankelijk zijn van de zorg van een moeder of andere verzorger. Daarna worden we steeds zelfstandiger en worden we, als we geluk hebben, uitgerust om het leven aan te kunnen, door scholing en ervaringen waar we hopelijk van leren. We worden volwassen en gaan een leven leiden, waarin telkens beslissingen genomen dienen te worden die ons verdere leven dan bepalen. We hebben doelen, spelen rollen om die doelen te bereiken. We denken een plaats te hebben in het leven. Tenslotte worden we ouder en nog ouder, als we niet voortijds overlijden. Uiteindelijk worden we weer hulpeloos, zoals we ook waren aan het begin van ons leven. Maar dan met een uiterlijk dat minder vertedering oproept bij onze directe omgeving dan het uiterlijk dat we hadden aan het begin van ons leven. Als we geluk hebben blijven we zelfstandig tot de laatste levensadem of worden we op menswaardige wijze verzorgd tot onze uiteindelijke dood.
Ik ben nu 62 jaar. Mijn rol in het maatschappelijke leven lijkt uitgespeeld. Mijn rol als moeder en oma wordt steeds minder belangrijk. Mijn kinderen hebben andere mogelijkheden gevonden voor hulp bij de verzorging van hun kinderen en ook hun kinderen worden steeds zelfstandiger. Ik ben niet meer zo nodig en het generatieverschil lijkt steeds meer duidelijk te worden. Hun interesses en hun wijze van leven lijkt niet meer zo op de mijne. Blijft de rol van echtgenote voor een een man die net als ik ook steeds ouder wordt en geen belangrijke maatschappelijke rol meer vervult.
Hoe breng je dan je dagen door en waar haal je dan je levensdoelen vandaan? Ik vraag het wel eens aan Ahmad, die dan glimlachend zijn schouders ophaalt. We hoeven niets meer. Het leven gaat aan ons voorbij en we zijn niet meer nodig. Moeten we dan alleen nog maar eten en slapen en in leven blijven? vraag ik. Heb ik dat recht dan wel? Is het niet irritant voor jonge mensen om die luierende grijsaards te zien zitten op bankjes in het park? Waar zijn wij grijsaards goed voor? Wat is de zin van ons bestaan?
Misschien een zinloze vraag waar geen zinnig antwoord op te geven is. Waarom bestaan mieren en kippen en eieren? Waarom bestaat de wereld?
Mijn vader is 93 jaar en besteedt veel tijd aan het doen van denksportpuzzels. Het liefst doet hij doorlopers. Zo kan hij de tijd laten voorbijgaan, zegt zijn vriendin. Beiden zijn al oud en hebben veel mensen verloren onderweg. Hun wereld wordt steeds kleiner en hun energiepeil steeds lager.
Is dat het dan? Is dat dan alles? Een leven dat hoopvol begint, vol verwachting van wat het zal brengen. Dan een soort piektijd, waarin het lijkt of je altijd jong zal blijven en waarin je je allerlei doelen stelt die je later weer een stuk minder belangrijk vindt. En dan de laatste levensdagen, door velen in eenzaamheid doorgebracht.
Geloof ik daarom in Allah, de engelen, Zijn Boeken, Zijn profeten en de Dag des Oordeels, het Lot, het goede en het kwade dat allemaal van Allah komt en dat er een leven is na dit tijdelijke leven, dat wel eeuwig is en waarin iedereen dezelfde leeftijd heeft? Dat dit leven alleen maar een test is om te kijken wie er werkelijk van Allah houdt en kiest voor de rechte weg en de weg van Shaitan vermijdt? En dat bij onze dood het leven hier op aarde zo kort lijkt alsof het maar een tel geduurd heeft? En dat de enige zekerheid voor mij is dat Allah de Enige Eeuwig Levende is. Allah slaapt nooit en sterft niet, was er altijd en zal altijd blijven. Allah is Rechtvaardig, Genadevol. Allah laat me niet in de steek, Allah houdt van mij. Daarom wil ik van Allah houden. Allah is mijn Houvast, mijn Zekerheid. Ik heb geen andere zekerheid kunnen vinden. Allah heeft mij beschermd in mijn hele leven tot nu toe.
Ik heb respect voor de mensen die kunnen leven zonder zekerheid. Ik kan het niet. Ik heb Allah nodig. Zonder Hem besta ik niet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *