Een tijd terug zag ik op tv een man, die net als ik schilderde als hobby. Alleen deed hij het met acrylverf. Hij had er zelfs een speciaal atelier voor ingericht op zijn zolder, waar hij de doeken op de grond van kleuren voorzag, voorstellingen naar de werkelijkheid.
Zijn hele huis hing vol met zijn doeken. Ik bespeurde een lichte irritatie daarover bij zijn vrouw, die daar dag in dag uit naar moest kijken.
Ik ben bang dat ik ook zo iemand word. Met mijn hele huis vol met mijn eigen werk. Zowel hier als in Nederland. Mijn kinderen hebben allemaal al tekeningen en schilderijen aangenomen van mij, maar alsnog blijft er nu steeds meer over voor de liefhebber.
Ik heb een vriendin, die van beroep schilderes is. Zij maakt abstracte doeken van dik anderhalve meter doorsnee. Die verkoopt ze voor minstens 1000 piek per doek. Maar je raadt het al. Ze verkoopt weinig of geen schilderijen en haar enorme canvassen staan rijendik tegen een muur van haar atelier opgesteld. Dat schiet toch niet op!
Ik wil mijn schilderijen niet in een hoek zetten. Daarvoor heb ik ze niet gemaakt. Ik wil ze ook niet allemaal aan mijn eigen muren laten hangen. Ik schilder nu algemenere onderwerpen dan de portretten van mijn kinderen en kleinkinderen waarmee ik begon. Ik wil die doeken aan anderen geven, die misschien liever een doek van mij aan de muur hebben hangen dan een goedkope reproductie van Ikea. Ik hoef er niet veel geld voor. Maar als je weinig geld vraagt, dan neemt men je niet serieus, wordt mij dan verteld. Dus daar zit ik alweer met een raar dilemma. Intussen schilder ik stug door. Er is er weer één af.
En de spelende jongen in de binnenzee heb ik wat bijgewerkt. Ik was niet tevreden met de zee. Nu enigszins wel.
Deze twee zijn voor de verkoop, evenals de flamencodanseres (zie galerij). Let wel: schilderijen komen in de regel niet zo goed over op een foto. Op een foto zie je elke penseelstreek, terwijl je een schilderij in het echt van een afstand hoort te bekijken. Dan ziet het er beter uit en leeft het meer.