Vannacht werd ik wakker om 3 uur. Na het ochtendgebed een klein half uurtje later kon ik niet gemakkelijk inslapen. Ik dacht: laat ik deze tijd benutten om me dingen af te vragen. Wat betekent het geloven in God/ Allah voor mij?
Vanaf dat ik een klein kind was geloof ik in het bestaan van een God. Waarom dat zo is kan ik niet verklaren. Hoe ouder ik werd, hoe moeilijker het voor mij werd om dit godsbesef te gieten in een bestaande godsdienst. Uiteindelijk besloot ik dat er in ieder geval een Hogere Intelligentie moest zijn achter alles wat gebeurde of zoals ik het toen in gedachten noemde: kosmische wetten die overal gelden en die perfect zijn. Ik hield een schriftje bij van gebeurtenissen en de consequenties daarvan en probeerde zo uit te zoeken wat de overeenkomsten waren in alle gebeurtennissen en hun gevolgen. Ik ontdekte dat er niet altijd een causaal verband hoeft te zijn tussen gebeurtenissen, maar dat het ook een een correlatie kan zijn tussen gebeurtenissen. Dat wil zeggen dat gebeurtenissen gelijktijdig kunnen plaatsvinden zonder oorzakelijk verband. Ik ontdekte dat wat men ’toeval’ noemt een uiting kan zijn van zo een correlatie tussen gebeurtenissen. Ik zag betekenis in beide typen verband en probeerde op mijn manier inzicht te krijgen in de kosmische wetten. Het bleef natuurlijk een heel gezoek zonder einde.
Toen ik nog wat ouder was en inmiddels psychologie studeerde hield ik me in mijn vrije tijd bezig met het bestuderen van allerlei geloofsrichtingen en filosofische inzichten. Met name zocht ik naar overeenkomsten tussen de godsdiensten, die mogelijk waarheid konden bevatten. Ik herkende me vooral in het oosterse denken dat meer belang hecht aan het samenvallen van gebeurtenissen dan aan causale verbanden. In mijn psychologiestudie kwam deze manier van kijken naar de wereld vooral tot uiting in de Gestalt psychologie.
Kort na het behalen van mijn doctoraal in de psychologie bekeerde ik me tot de islam, een voor velen onbegrijpelijke keuze.
Nu, 45 jaar later, vraag ik me ook soms af waarom ik heb gekozen voor de islam als godsdienst. Ik herken me niet in de strenge kledingvoorschriften voor met name vrouwen die sommige moslims hanteren en evenmin in veel andere geboden en verboden die sommigen zich opleggen, zoals het niet mogen portretteren van mensen, dieren of planten en het niet mogen dansen of muziek maken. Ik geloof wel in veel andere adviezen zoals het advies om geen alcohol te drinken en varkensvlees te eten, geen overspel te plegen, niet te liegen, mens dier en plant geen schade te berokkenen, niet te roddelen, goed te zijn voor ouders, kinderen, familie en buren (voor mensen in het algemeen), eerlijk zijn in de handel. Kortom leven alsof God/Allah voortdurend over je schouder meekijkt op alles wat je van plan bent, zegt en doet. Sheikh Nazim (moge zijn verlichte ziel voor altijd in vrede rusten en met Allah zijn) verwoordde het heel simpel. Hij zei: ‘Bij alles wat je wilt gaan zeggen of doen, kun je je afvragen wat Allah hiervan zou vinden. Vindt hij het goed dan is het o.k.. Zo niet, doe het dan beter niet. Zo gemakkelijk is het.’ Hij glimlachte terwijl hij dit zei.
En daarmee kom ik bij wat Allah voor mij betekent. Allah fungeert voor mij als een ‘kompas’ in mijn leven. Allah is voor mij Perfectie en Allah geeft voor mij aan op elk moment wat goed gedrag is of slecht. Het bidden tot Allah vijf keer per dag helpt mij om mij even dicht bij Allah te voelen en los van de dagelijkse beslommeringen en mijn constante gedachtestroom.
Ik weet dat veel mensen zeggen dat er geen god bestaat en dat het een verzinsel is van de mens. Ik kan niet bewijzen dat dit niet zo is. Maar voor mij is het belangrijk om mij tot Allah/God te wenden om een richtlijn te hebben. Ik kan die richtlijn niet uit mezelf halen, omdat ik niet perfect ben en omdat ik weet dat mijn ‘nafs’ (ego) mij om de tuin kan leiden. Het refereren aan Allah, die niet gekend kan worden, maar die wordt geëerd in 99 namen van perfecte eigenschappen, helpt mij op de ‘siratal mustaqim’ (juiste weg) te blijven. Als ik afdwaal ben ik niet gelukkig, weet ik uit ervaring.
Ik ben nog steeds wat grieperig….
Van tijd tot tijd maak je een opsomming van jouw motivatie om te geloven. Dat doet mij deugd omdat ik dan weet dat de allesverstorende twijfel (lees: gebruik van de rede) zowel bij jou als bij mij aanwezig is. Het gezonde verstand is blijkbaar niet geweken. Geen plaats voor geloofsfanatisme. Een zuiverende gedachtengang die de bron mag zijn van Godsbesef of Godsvermoeden.
Ik vind je niet raar of zo. Blijf gezond.