Vergissingen

Voor ik weer naar Spanje afreisde moest ik uiteraard afscheid nemen van deze en gene. Vooral van mijn kinderen deed ik dat met plezier niet één, maar een aantal keren. Ook ging ik nog even naar een vriendin bij mij in de buurt.
Ik bel aan, nadat ik mijn fiets op slot heb gezet bij haar portiekwoning. ‘Kom maar binnen,’ roept zij via de intercom en ik ren de trap op. Haar voordeur staat uitnodigend open. Ik ga naar binnen en ben een beetje verbaasd. Haar halletje ziet er wat anders uit dan voorheen. Er staat een vitrinekast met glazen, die ik me niet herinner. Op de vloer liggen plavuizen. Netjes, denk ik bij mezelf. Ze heeft een mooie nieuwe vloer laten leggen. Het verbaast me wel dat mijn vriendin nog niet naar mij toe is gekomen om me te verwelkomen. Ik hoor haar rommelen in de keuken. ‘Joehoe! P…..!’ roep ik, terwijl ik mijn schoenen alvast uittrek bij de voordeur. Ik loop op mijn kousenvoeten naar de keuken en ben stom verbaasd, als ik daar een ander gezicht zie dan dat van P. Een wildvreemde mevrouw kijkt me verbaasd en niet erg uitnodigend aan. ‘O sorry. Ik heb me vergist,’ haast ik me te zeggen. Ik dacht dat dit het huis van P. was. maar zij woont hierboven, hè.’ Het mens kijkt me bevreemd aan, alsof ik van een andere planeet kom. ‘Ja,’ zegt ze alleen maar. ‘Neem me niet kwalijk dat ik me vergist heb,’ zeg ik nog maar eens. ‘Maar de deur stond open en zodoende dacht ik…..’ ‘Ja, dat is omdat mijn man zo eraan komt,’ zegt de mevrouw nu met een doodserieus gezicht. Er kan geen lachje vanaf en ook geen ‘vergissen is menselijk’. ‘Ik ga snel weer weg, hoor,’ zeg ik en doe snel mijn schoenen weer aan. De vrouw staat me nog steeds wantrouwend aan te kijken, alsof ik een mogelijk gevaarlijk element ben. Ik ren naar boven, in de vertrouwde armen van P, die me gelukkig wel verwelkomt.
Vandaag ga ik met Ahmad erop uit voor nog maar eens een ‘paseito consumista’. ‘We hebben nog geen boodschappentas,’ zeg ik, als we de deur achter ons hebben dicht getrokken en al een trap zijn afgedaald. ‘Zal ik die even halen?’ ‘O.k., dan ga ik vast naar de auto,’ zegt Ahmad.
Ik sta met de sleutel in het sleutelgat van onze voordeur te peuren, maar hoe ik het ook probeer, de deur gaat niet open. Ik blijf het proberen, maar met geen mogelijkheid wil die deur open. Dat heb ik weer, denk ik bij mezelf. Ik kan nog niet eens een deur open krijgen. Nou ja, dan ga ik maar naar beneden en vertel Ahmad dat het me niet gelukt is. Dan maar geen tas. Ik loop de trap af en denk ‘verrek, wat ben ik snel beneden’. En dan moet ik in mezelf lachen. Ik heb al die tijd staan morrelen aan het slot van de benedenburen. Vandaar dat de deur niet open wilde. Nog in mezelf giechelend ren ik de twee trappen op en maak nu met gemak onze eigen deur open. Inmiddels voel ik een grote aandrang om naar de WC te gaan en ik besluit dat ook maar even te doen voor vertrek. Ik besef dat Ahmad al die tijd al beneden staat te wachten en zich afvraagt waar ik zo lang blijf. Toch maar even gaan. Gelukkig is hij niet boos en doet hij niet geïrriteerd, zoals sommige andere mannen dat in mijn verleden wel zouden doen. Ik vertel hem het verhaal, nog nahikkend van de lach….
Ik kan natuurlijk gemakkelijk deze beide vergissingen wijten aan mijn momenteel verslechterde zicht, maar die vlieger gaat niet op. Soms denk ik gewoon niet genoeg na en ben ik te voortvarend bezig. Daarbij komt dat voordeuren vaak op elkaar lijken, zowel hier als in Nederland. 😉

Eén gedachte over “Vergissingen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *