Stavoren

Het was een mooi sprookje, dat van het vrouwtje van Stavoren. Over die ring die zij voorgoed wilde laten verdwijnen en daarom in de zee gooide. Dat was natuurlijk in de tijd lang voordat de afsluikdijk er kwam en er een heleboel land zou worden ingepolderd. De tijd dat Stavoren nog bestond uit schattige vissershuisjes en dat de vrouwen nog liepen in schilderachtige klederdracht. Wie verwacht een Stavoren aan te treffen dat nog herinnert aan die tijd moet niet naar Stavoren gaan.
Het is nu een watersportplaats, zoals Sneek, Grouw en vele andere plaatsen. Je treft er veel boten aan. Mooie platbodems met zwaarden en soms wel drie masten en heel veel zeilboten. Daarnaast ook dikke Onassisachtige motorjachten. Helaas is het geen mode meer om je daarop te vertonen met sneeuwwitte kleding en een witte pet. Nee, ik vond de kleding wat tegenvallen van de mensen die zich zo een boot kunnen permitteren. Verschoten, lubberige t-shirts, waaruit lijven bulkten die aan patat met met mayonaise herinnerden. Maar met een wat geloken oogopslag en met de diepblauwe lucht boven het water was het al met al toch wel schilderachtig en blij makend.
De reis was een feest. Niet het eerste kwartier. Want toen kwam ik erachter dat ik alles bij me had. Twee flessen water, de reisbiljetten, chipkaarten, camera, paracetamol, kortom alles! Maar niet mijn schattige MP3 shuffle. Zonder muziek wil ik niet in totaal zes uur lang in de trein zitten! Dus terug maar weer. Het scheelde maar een half uurtje.
In de trein begon het echte genieten, met die eerste klas-toeslag. Potverdikkeme, wat een lekkere stoelen en dan dat aangename temperatuurtje met die airco, die net niet te koud of te warm stond. Dat was hand in hand met muziek in de oortjes heerlijk wegdromen tussen beschaafde mensen met een glossy of een vrij nederland. Een heel braaf jongetje, dat de hele reis voor zich uit zat te dromen zonder zijn lezende vader ook maar één keer te storen trok mijn aandacht. Verder zag ik veel hazen en konijnen in de koeien- en schapenweides en natuurlijk lammetjes en één dood schaap met vier poten in de lucht. Zelfs heb ik op de terugweg een hert gezien in een wei! O, wat is Nederland toch lekker groen.
We zijn even in Sneek geweest en toen doorgetreind naar Stavoren. Daar was het een drukte van belang op de terrassen. Er werden voorbereidingen getroffen voor een soort wedstrijd. Daar moesten we ons van verwijderen. We gingen even het dorpje in. We liepen over een achterafweggetje met in het midden nog zo een goot, waar vroeger het riool heeft gestroomd. Terwijl ik even naar links keek en Ahmad wees op een leuk oud pandje, verstapte ik me ineens en viel pal voorover op mijn ellebogen. De duikvlucht ging zo snel dat ik daar lag voordat ik het wist. Ahmad was ook verrast. Hij vroeg me of het ging. Waarop ik zei: “Laat me nog even blijven liggen”. Ik moest gewoon nog even verwerken dat ik daar ineens lag. Daarna stond ik voorzichtig op en merkte tot mijn geluk dat ik niets gebroken of gekneusd had. Wel lag een stukje vel van mijn elleboog eraf. Ik had een gaatje in de knie van mijn panty. De lange mouwen die ik droeg hebben me behoed voor nog meer schade aan mijn vel! Rechts van ons stond een groepje jonge mensen in hoofdzakelijk zwarte kleding. Ik grijnsde maar even naar hen. Ahmad zei echter met ontzetting: “Wat een kou zit er in deze mensen! In Andalusië zou iedereen toesnellen om te kijken of er niets ergs aan de hand is”. Ik zei: “Ja, dat klopt misschien wel. De Friezen staan niet echt bekend om hun warmte. Dat is onder de rivieren gelukkig anders”.
Een beetje geschrokken toch wel en verbaasd dat ik er zo goed was afgekomen liepen we verder en kwamen we terecht op een fantastisch terras, dat behoorde bij een heerlijk schone, frisse snackbar met visspecialiteiten. Daar hebben we de rest van de middag gezeten. zonder veel last te hebben van de wedstrijd bij de andere terrassen, waarvan wij de geluiden slechts vaag in de verte opvingen.
Eenmaal weer thuis hebben de oudjes tien en een half uur geslapen.

3 gedachten over “Stavoren

  1. Ik weet niet of het niet-toesnellen ‘gebrek aan warmte’ is.
    Zelf zie ik het meer aan respect voor je privacy.
    Je was niet alleen en hulpeloos, je had een man bij je.
    Had jij een toevloed aan mensen met grijpgrage handen en ‘hoe is het nou’ echt als meerwaarde ervaren? Ik niet.

    • Zo kan je het inderdaad ook zien. Dat is best mogelijk. Ik was ook niet zo “geschokt”, omdat ik het wel gewend ben, maar Ahmad is anders gewend. Je hebt ook gelijk dat ik niet alleen was en dat is inderdaad anders dan als het wel zo was geweest.
      Toch heb ik ook een keer zo een ervaring gehad in mijn eentje in Den Haag. Dat ik een enorme schuiver maakte met mijn brommer en daarna weer overeind krabbelde. Het maakte verder niemand op straat wat uit, dus ik grijnsde ook toen maar zo een beetje en vervolgde mijn weg.

  2. Ik ga uit van mezelf.
    Als ik op straat op m’n gezicht ga schaam ik me dood en wil het liefst zo snel mogelijk opkrabbelen en mijn weg vervolgen en doen alsof er niets aan de hand is.
    Dat Ahmad het anders ziet is 1 ding maar in je stukje zeg jij: “Ik zei: “Ja, dat klopt misschien wel. De Friezen staan niet echt bekend om hun warmte. Dat is onder de rivieren gelukkig anders”.
    Daarmee ondersteun je dus zijn idee.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *