Bijgeloof

Naast gelovig ben ik ook bijgelovig. Dat is er al op jonge leeftijd ingeslopen en mijn moeder heeft hier veel mee te maken. Zij was een vrouw die dol was op ouderwetse uitdrukkingen en gezegdes en die hebben altijd iets magisch en voorspellends. Een kinderziel is uiterst ontvankelijk voor dit soort dingen, in ieder geval de mijne. Ik kan hier zo talrijke voorbeelden noemen uit mijn herinnering, maar de meest naar voren springende nu is die van “de klok van 12”. Mijn broer en ik waren dol op het trekken van gekke gezichten naar elkaar en als we hiermee bezig waren placht mijn moeder te zeggen: “Pas maar op, want als de klok 12 slaat, dan blijft je gezicht zo staan”. Natuurlijk sloeg de klok nooit 12 op dat moment, dus het bleef een onbewezen feit dat altijd dreigend in de lucht hing.
Maar ook later bleef ik deze bijgedachten (bijgeloof is een iets te sterk woord) vasthouden. Zo had ik het een tijdje financiëel wat zwaar, maar juist in die tijd vond ik heel vaak dubbeltjes op de grond. Ik raapte ze altijd op met daarbij de gedachte: “Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd”. Dat een dubbeltje nooit een kwartje zou worden vergat ik maar even. Wel dacht ik: “alle beetjes helpen”. En werkelijk kreeg ik het een tijd later financiëel een stuk ruimer.
Verder had ik ooit een tijd lang geen woning en bewoonde ik met mijn vier kinderen een soort opvanghuis. Altijd werkte ik daar keihard in tuin, die er nogal verwaarloosd bijlag toen ik daar aankwam. Terwijl ik zo gebukt stond, al wiedend en schoffelend, dacht ik heimelijk: “Als ik nu hard werk in deze tuin, dan krijg ik misschien later zelf ook een huis met een tuin”. Het voorgevoel was zo sterk, dat ik er helemaal blij van werd en nog harder ging werken. En ja hoor, werkelijk, ik kreeg hierna een huis met een tuin.
Ook herinner ik me dat ik in een tijd dat ik het erg moeilijk had in mijn leven telkens overal veiligheidsspelden vond. Een vreemde zaak, maar niet zo vreemd, als je bedenkt dat ik stam uit de tijd er nog geen pampers voor handen waren voor mijn kinders, in ieder geval niet met mijn budget. Maar tegelijk ook wonderlijk, omdat ik de spelden nog tegenkwam, nadat al mijn kinderen al lang zindelijk waren. Ik vond ze op de raarste plekken en het gaf me een onverklaarbaar gevoel van geruststelling. Met een veiligheidsspeld bij de hand leek alles goed te komen.
Ik heb in het algemeen wel iets met dingen kwijtraken of juist vinden. In de tijd dat ik me in psychische zin veel liet afpakken, verloor ik ook veel materiële zaken, zoals geld of mijn fiets. Ook daar bespeurde ik een mystiek verband. En bijna mijn hele leven, zeg maar vanaf mijn pubertijd, kon ik nooit een pen vinden als ik er één dringend nodig had. Waar ik maar een pen neerlegde, overal verdwenen ze. Om razend van te worden. Dat is de laatste tijd al een stuk verbeterd. Maar vanmorgen was ik mijn huis een beetje aan het opruimen en wat zag ik? Overal lagen pennen, op de gekste plaatsen, een ware overvloed. Ik werd daar helemaal blij van. Ik associeer een pen met schrijven, ook al gebeurt dit in deze tijd zelden nog met de pen. Schrijven is iets dat ik heel graag doe en dat ik lange tijd heb moeten missen. Ik was als kind goed in opstellen, maar daarna hield de inspiratie ineens op. En dat heeft lange tijd geduurd. Sinds enkele maanden ben ik voorzichtig weer begonnen met een weblog. Zou deze overvloed aan pennen nu betekenen dat de inspiratie nu ook overvloedig gaat stromen?

Eén gedachte over “Bijgeloof

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *