Nu we zoveel thuis zitten, ga je meer op kleine dingen letten in en om het huis. We wonen in een gebouw met drie verdiepingen en daaronder een garage en kelderboxen. Beneden woonde een alleenstaande moeder met een paar kinderen, waaronder een puberdochter die vaak mot had met haar moeder. Op de eerste etage wonen beneden ons twee broers. Aanvankelijk met hun demente moeder, maar zij is afgelopen zomer overleden. Naast hun op de de eerste etage woonde lange tijd niemand, maar nu woont daar een andere alleenstaande moeder met een volwassen dochter. Die twee hoor je bijna niet. En naast ons woonde een ouder echtpaar met hun zoon, maar zij zijn al een jaar geleden vertrokken naar hun andere woning in Torremolinos. Dat huis staat nu leeg.
Omdat we nu dag en nacht thuis zijn, beginnen meer dingen op te vallen dan normaal. Zo heb ik de hond aan de overkant vaak in het oog en verder vallen me de geluiden van buiten meer op.
Vroeger hoorden we dagelijks de benedenbuurvrouw huilen. Een groot deel van de dag en een groot deel van de nacht. Dat was wel deprimerend, ook al probeerde je je er zo min mogelijk van aan te trekken, omdat je niets kon doen voor de verdrietige demente vrouw, die overigens heel liefdevol verzorgd werd door haar volwassen kinderen, die deden wat ze konden. De vrouw was lichamelijk heel sterk, maar uiteindelijk is zij toch overleden. Uit haar lijden verlost, zou je kunnen stellen.
De vrouw helemaal beneden, die handelt in mindfullness, is elders gaan wonen met haar kinderen en heeft haar benedenwoning verhuurd aan een mooi echtpaar met drie kleine kinderen en een herdershond.
En die familie verbaast mij elke dag door de harmonie die het gezin uitstraalt. De kinderen zitten, net als andere kinderen hier in Spanje, dag en nacht opgesloten in huis. Want kinderen mogen hier helemaal niet op straat komen, tenzij bij hoge uitzondering. Als een ouder een boodschap moet doen en een kind niet alleen thuis kan laten. Dan mag het mee. Maar verder dus helemaal niet!
Wel, deze kinderen hoor ik alleen maar allerliefst spelen. Ik heb nog nooit een ruzie gehoord vanaf beneden, noch van het knappe koppel, nog van de twee broertjes en het zusje. Ik hoor ze alleen maar gezellig praten en spelen. Dat vind ik heel bijzonder. Ook mijn kinderen konden vroeger lief spelen. De jongste drie vormden daarbij een groepje, terwijl de oudste daar door het leeftijdsverschil min of meer buiten en ´boven´stond. Maar zo nu en dan was er heibel. En dan hoorde ik: ´mammaaaaa, die of die heeft dat gedaan! Bla bla bla´. En dan probeerden mijn kinderen mij te verleiden om als scheidsrechter op te treden. Dat soort geluiden hoor ik nooit van beneden komen. Het is gewoon een schattige, harmonieuze familie.
De woning die ze bewonen is weliswaar ruim, maar niet prettig om te bewonen. In de winter is het er ijskoud en in de zomer waait er geen zuchtje wind. Zonlicht komt nauwelijks binnen en ook al hebben ze twee kleine binnenplaatsen (ojos de patio), ook daar komt geen zon.
De laatste tijd hoor ik de kinderen veel ´buiten´ spelen in een ojo de patio, omdat hun ouders voor hen een soort ´tent´ hebben gemaakt van lakens.
De hele dag zijn ze zoet in hun katoenen ´huis´. Het kleine zusje heeft het hoogste woord. Haar schattige stemmetje hoor ik het meest. Ze lijkt een leidende rol te hebben in het spel. Vandaag hoorde ik het broertje ´aanbellen´. ´Ring ring!´ riep het joch en zijn zusje antwoordde: ´kom binnen´. Noem me sentimenteel, maar ik geniet van dit soort lieve geluiden, een herademing na het trieste gehuil van wijlen de benedenbuurvrouw.
En verder loer ik links en rechts om me heen voor, opzij en achter ons huis. Dan zie ik een vader voorzichtig (zodat de bal niet over de rand vliegt) voetballen met zijn zoontje op hun terras een straat verderop. Als de zon hier tevoorschijn komt, hoor je ook de stemmen van de bewoners van ons doodlopende straatje. Ze praten met elkaar vanuit hun ramen of vanaf het dak. Mensen maken er wat van. Een Andaluz krijg je niet stil. (Behalve mijn schatje. Die kan echt lang zijn mond houden).