Ruzie

Van ruzie word ik echt naar. Helemaal naar. Niet alleen in  mijn hoofd, maar mijn hele lichaam reageert op ruzie. Een dof gevoel in mijn hoofd en in mijn buik een gevoel alsof een onzichtbare hand de boel daar samen knijpt. Helemaal niet fijn en ik wil er dan ook zo snel mogelijk een einde aan maken. Helaas gaat dat niet altijd. Vooral als het de ander is die boos is. En dat is in mijn geval meestal zo.
Niet dat ik niet kan boos worden, maar ik uit mijn boosheid meestal snel en ter plekke, waarna ik ook snel weer rustig word en dan sta ik open voor argumenten. Het liefst wil ik dan vergeven en vergeten. Ruzies zijn er wat mij betreft om een ander op een onhandige manier te laten weten wat je anders zou willen zien en vervolgens kan daarover gepraat worden en eventueel onderhandeld. Nog beter is het om de ruzie te vermijden en gewoon rustig te zeggen wat je van de ander wilt. Maar dat lukt mij ook niet altijd en ik ben dus ook wel eens boos.
Maar als een ander boos op mij is en ik kan niets doen om die boosheid te verminderen, dan voel ik me zo intens verdrietig. En nog erger, als mijn kinderen op elkaar boos zijn en geen van beide partijen wil het goed maken, dan huil ik van binnen. Ik weet dat dit heel lang kan duren. Mijn stiefvader kreeg ooit ruzie met zijn broer, hetgeen volgens beide partijen over een bureau ging, dat één van beiden aan de ander moest teruggeven. Ze hebben vervolgens 37 jaar niet meer met elkaar gesproken, tot na mijn moeders dood. Zo’n ruzie kan dus lang duren, weet ik uit ervaring en ik hoor dat ook van anderen. Dat vind ik afschuwelijk en onvoorstelbaar.
In de islam is het absoluut afgeraden om langer dan drie dagen op iemand boos te blijven. Doe je dat toch, dan zakt je iman (geloof) en kost het je veel moeite om dat geloof weer terug te winnen. Wrok en boosheid zijn ziekmakend, lichamelijk en geestelijk. Ik voel dat letterlijk in mijn lichaam, zodra het de kop opsteekt, bij mezelf of bij een ander. Bij mezelf kan ik boosheid en wrok beëindigen, maar bij een ander kan ik dat niet. Hooguit kan ik proberen te praten met de ander of nog belangrijker, mijn liefde te laten blijken aan de boze persoon. In mijn ogen is niets het waard om boos te blijven op een ander. Ik kan dat niet en wil dat niet. Maar heel wat keren sta ik daarin alleen. Om het goed te maken zijn twee partijen nodig. Het goed maken lukt mij nog wel met veel moeite als de andere partij boos is op mij en dat lijkt te willen blijven. Ik kan goed ijs breken. Ben wat dat betreft als een hondje dat met de pootjes omhoog gaat liggen. Het gaat vanzelf. Van trots heb ik dan weinig last. Ik wil dat het goed komt en dat is voor mij het belangrijkste.
Maar moeilijk wordt het voor mij als twee andere partijen boos op elkaar zijn en ik sta daar van buitenaf naar te kijken. In het geval van mijn kinderen kan ik dat moeilijk aanzien. Hoe kan ik bemiddelen tussen twee partijen als beiden hun poot stijf houden en van geen verzoening willen weten. Ieder vindt dat de ander zijn excuus moet aanbieden, maar geen van beiden wil aan de ander zijn excuus aanbieden. Wat moet ik dan. Als ik wil bemiddelen krijg ik de wind van voren.
Dan bid ik tot Allah dat het goed mag komen. Ik sta machteloos. En tranen branden achter mijn ogen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *