Vandaag heb ik nog niet geschreven in mijn weblog. Ik heb me voorgenomen elke dag wat neer te schrijven, ook al weet ik niet wat. Dat is voor mij ´oefenen voor het schrijverschap´. Het spreekt me aan wat veel schrijvers zeggen: dat je niet moet wachten op inspiratie maar gewoon moet gaan zitten voor je pc of je papier. Dan kijken wat er komt. Gisteren was ik bijvoorbeeld helemaal niet van plan om alles te schrijven wat ik toen schreef. Ik had een vaag plan in mijn hoofd, maar altijd schrijf ik anders en meer dan ik van plan was. Laten we kijken wat er vandaag gebeurt.
Gisteren dacht ik aan sheikh Nazim en wat hij voor mij heeft betekend in de jaren dat ik hem mocht meemaken als murshid (leraar). Ik ben al moslim vanaf 1 april 1978, maar ik was daarin lange tijd heel eenzaam. Hoewel mijn toenmalige man in naam ook moslim was, zijn voorvader was zelfs een heilige van wie het graf nog altijd wordt bezocht door bedevaartgangers in Kabul, deed hij weinig aan zijn geloof. Ik verrichtte alle rituelen in mijn eentje, het bidden en het vasten. Ik kende verder niet één moslim. Mensen zagen mij ook niet voor een moslim aan. Mijn familie begreep er niets van dat ik gekozen had voor een in hun ogen zo achterlijk geloof. Ze wisten er weinig van en het hielp niet als ik erover vertelde en met hun deelde wat het geloof voor mij betekende.
Toen ik wegliep uit het huwelijk en terecht kwam in Den Haag in 1993 bleef ik consequent moslim. Ook in Den Haag vond ik aanvankelijk geen aansluiting bij geloofsgenoten. Dat gebeurde pas in 1994, toen ik mijn jongste zoontje liet besnijden. In het ziekenhuis ontmoette ik een echtpaar (die ook een zoontje lieten besnijden) met wie ik contact bleef houden. Zij brachten me in aanraking met het soefisme en met sheikh Nazim. In de jaarwisseling van 1995/1996 woonde ik een zikr-bijeenkomst bij in Ridderkerk en daar deed ik bayat (eed van trouw) in de Naqhsbandi Tariqat (Tariqat=weg). Iemand deed een dua (smeekbede) waarin ik mij zo herkende dat ik in tranen uitbarstte. Alles viel voor mij op zijn plek. De reden waarom ik psychologie studeerde, hoe ik mij het leed van iedereen om me heen aantrok alsof alles mij aanging en de reden waarom ik me bekeerde tot de islam na het lezen van de Koran. Ik had me voorheen totaal niet herkend in medemoslims, maar in die voor mij belangrijke nacht herkende ik me wel in het streven van de broeders en zusters van deze soefigemeenschap (de Naqhsbandi). Toen had ik nog niet eens sheikh Nazim zelf ontmoet. Ik heb hem kort daarna wel gezien in een droom, evenals grandscheikh (de leermeester van sheikh Nazim) Abdullah Dagistani.
Ik zag sheikh Nazim pas in levende lijve in Engeland en in Duitsland, tijdens de ramadan. Sheikh Nazim, die toen ongeveer 70 jaar was, kwam in tijdens elke ramadan naar Duitsland of Engeland om met ons te bidden en zijn sohbets (lezingen uit het hart) te geven. Zijn lezingen raakten me telkens weer. Ik leerde heel veel. Elke keer ging ik na een paar dagen naar huis met een ´opgeladen batterij´. De jaren erna reisde ik regelmatig naar Engeland en Duitsland. Mijn jongste kinderen gingen mee. Toen sheikh Nazim ouder werd en niet meer reisde ging ik naar Cyprus (waar de sheikh woonde in zijn dargah in Lefke) om van hem te blijven leren.
Het allerlaatst dat ik in Cyprus was en sheikh Nazim nog heb mogen ontmoeten was dat met Ahmad in 2008.
Gisteren had ik het erover met Ahmad. ´Ik denk dat sheikh Nazim als een vader is geweest voor mij, zoals ik die niet eerder had.´ Ik was niet een murid (leerling) die constant in de rij stond om zijn hand te kussen. Het paste voor mij niet om dat te doen, hoe de andere murids me ook verzekerden dat ik dat juist wel moest doen, omdat ik zo de ´zegen´ zou krijgen. Ik geloofde niet in die idolatrie. Ik had zoveel respect voor sheikh Nazim dat ik het eerder passend vond om voor hem een kleine buiging te maken en netjes hem ruimte te geven om zijn weg te vervolgen. Voor mij was het belangrijk om hem te observeren en naar hem te luisteren. Elke sohbet die hij gaf was naseeha (goede raad).
Ik ben heel blij dat ik sheikh Nazim heb mogen ontmoeten.