Eergisteren hoorden we in de straat beneden ons optrekje een gegil. En even later zagen we de straatbewoners opgewonden samenscholen en praten met politieagenten.
Gisteren vernamen we van onze overburen wat er aan de hand was geweest.
Ze waren het slachtoffer geworden van een roofoverval. Drie mannen waren met een loper het huis binnengedrongen en hadden daar op klaarlichte dag waardevolle voorwerpen gestolen. De bewoonster van het huis was notabene gewoon thuis, maar zij was op dat moment boven. Het huis is behoorlijk groot en daarom hoorde zij de inbrekers waarschijnlijk niet direct. Maar na een poosje wel en toen rende ze naar beneden, waarop de inbrekers vluchtten en zij hen gillend achterna rende. Maar de dieven stapten snel in een BMW en gingen ervandoor.
´Was u verzekerd?´ vraag ik haar. Nou, nog net niet. Ze zou juist op de dag van de inbraak naar het verzekeringskantoor gaan om te tekenen voor een inboedelverzekering. We vinden het heel sneu voor de vrouw en haar moeder, die ons op verslagen toon het verhaal vertellen
Even later hebben Ahmad en ik het erover, als we het dorp inlopen om wat boodschappen te doen. ´Toch gek dat ze juist op de dag van de inbraak de verzekering van start zou laten gaan,´ zeg ik. ´Het lijkt wel of er een verband is.´ Dat vindt Ahmad ook. ´Het is het werk van georganiseerde maffia, die mogelijk samenwerkt met een medewerker van het verzekeringskantoor.´ Om zich te verzekeren heeft de vrouw een complete lijst moeten geven van wat zij allemaal in huis heeft.
Ik kijk hier wel van op. Dat zoiets kan gebeuren in dit kneuterige doodlopende straatje, waar de mensen al jaren op dezelfde plek wonen en elkaar goed kennen en ook in de gaten houden. Maar het kan kennelijk toch. Er zijn momenten op de dag dat mensen zich binnenshuis bevinden en de luiken en deuren potdicht hebben tegen de warmte. Bijvoorbeeld in de middag, tijdens de siësta. Niet altijd zijn er overal ogen.