Vanmorgen hoorde ik op radio 1 praten over een idee om studenten tijdens het laatste stuk van hun studie al te laten promoveren. Iemand was voor en een ander was tegen. Tegenargument van de tegenstander was dat de student te weinig sociale zekerheid zou hebben (wat betreft de betaling) en te weinig eer.
Dat zette mij aan het denken over wat ik allemaal gedaan heb in mijn leven, gratis en voor niks en hoe weinig eer ik ervan kreeg, laat staan een betaling in royale pegels. En dat komt ten eerste omdat ik argeloos omging met mezelf en wat ik te bieden had. Dat betrof zowel mijn lichaam als mijn geest. Iedereen kon vruchten plukken van mij. Van ruilhandel of betaling voor mijn diensten had ik nooit gehoord. Ik deed alles vanuit mijn hart of uit angst, omdat het moest van mijn omgeving. Aan mijn eigen belang denken stond niet op mijn agenda.
Nu maak ik de balans op en overdenk wat ik allemaal heb gedaan en hoe weinig mij dat heeft opgeleverd in status of geld. En dat is dus niet omdat men het me niet wilde geven, maar omdat ik er niet aan dacht om ergens om te vragen. Eigen schuld dikke bult dus. Daar komt bij dat ik heel veel verhuisd ben en vele keren mijn naam heb veranderd. Dat maakt ook dat je niet veel op je naam hebt staan. Immers: ik deed verschillende dingen onder verschillende namen, zodat ik nu niet kan zeggen: “Kijk, dat heb ik, Shabnam Theunissen, allemaal gedaan!” Ik zou dan reacties kunnen oproepen bij mensen als: “Joajoa, en gij geleuve dah.” (Nu komt ineens een stukje brabantse jeugd bovendrijven.)
Ik werd geboren als Monique Theunissen. Op mijn derde jaar kwam mijn stiefvader in mijn leven en vanaf die tijd was ik voor de buitenwereld Monique Elkerbout.
Vervolgens trouwde ik en nam de naam Monque Amir-Elkerbout aan.
Daarna veranderde ik (met moeite) mijn achternaam in de naam van mijn echte vader en heette ik een tijd Monique Amir-Theunissen.
Toen veranderde ik ook mijn voornaam en heette vanaf toen Shabnam Amir-Theunissen.
Ik scheidde en trouwde opnieuw en heette vervolgens Shabnam Goerahoe-Theunissen.
En weer scheidde ik en trouwde nogmaals en heette vervolgens Shabnam Gamboa Vera-Theunissen.
Als ik nu mijn naam hoor noemen vind ik het zelf niet meer betrouwbaar klinken. Ik voel me een soort oplichter die steeds weer andere namen aanneemt. En dat terwijl ik helemaal niks te verbergen heb. Ik heb alleen geen identiteit.
Het meest thuis voel ik me onder de naam Shabnam Theunissen, zoals ik mezelf ook overal presenteer.
Maar om terug te komen op die ‘eer’ die je op je naam kan hebben staan.
Ik behaalde mijn gymnasiumdiploma onder de naam Monique Theunissen en mijn doctoraal psychologie onder de naam Monique Elkerbout. Nog veel later mijn bachelor maatschappelijk werker onder de naam Shabnam Theunissen.
Om het allemaal nog vervelender te maken ben ik al mijn papieren verloren bij een inbraak, zodat het nu lijkt of ik helemaal geen diploma’s heb behaald.
Na mijn studie had ik een Tijdelijke Arbeids Plaats aan de rijksuniversiteit Utrecht. Ik deed daar zelfstandig een onderzoek. Later, eenmaal ontslagen en thuis met een klein kind, publiceerde ik dit onderzoek in een wetenschappelijk tijdschrift.
Juist de publicatie van dit onderzoek beschouw ik als een heldendaad van mezelf, omdat ik het moest schrijven onder verschrikkelijke omstandigheden en met weinig rust. Ik had een kleine koter van een jaar of 1 die constant mijn aandacht vroeg en ik was hopeloos alleen en geïsoleerd met een schizofrene, analfabete echtgenoot (ook al zo een domme keus van mij). Toch rondde ik het af en er reageerden veel onderzoekers met belangstelling op mijn onderzoeksresultaten. Vandaag moest ik terugdenken aan dit met bloed zweet en tranen verrichtte herculeswerk dat ik in mijn eentje uitvoerde en ik wilde het terugzien! Ik wist niet meer onder welke naam ik het had geschreven, maar met enige moeite vond ik het terug .
http://psycnet.apa.org/psycinfo/1984-14957-001
Uitgerekend de namen van de twee mannen die me het meeste hebben pijn gedaan in mijn leven, mijn stiefvader en mijn eerste echtgenoot, sieren deze publicatie. Ik schreef het stuk onder naam M. Amir-Elkerbout. Alsof het hun verdienste is! Nou, integendeel. Ik heb dit artikel geschreven onder omstandigheden die bij mij de vergelijking oproepen van een hardrenner die moet presteren in hoog water.
Waarom zeg ik dit allemaal? Nou, omdat ik zelf best trots ben op bepaalde dingen die ik heb gedaan. Zoals dus die publicatie en heel veel vrijwillig werk dat ik deed, boeken reviseren voor nop, een administratie die een chaos was vrijwillig op orde brengen. Ik kreeg daar geen geld voor en ook niet eens een bedankje, maar zelf denk ik: “chapeau” hoor Shabnam!
En last but not least ben ik trots op de artikeltjes die ik schreef voor republiek allochtonië. http://www.republiekallochtonie.nl/tag/Shabnam+Theunissen In die artikeltjes beschrijf ik de haken en ogen en misverstanden van de islam en de wereld eromheen en ik vind dat ik met die artikelen, die ik al een tijd terug schreef, heel actueel ben. Je kan ze zo lezen in het licht van wat er nu gaande is.
Waarom zeg ik dit allemaal? Omdat ik zelf wel graag me wil herinneren wat ik heb gedaan. Misschien is het leuk voor mijn kinderen om te zien dat hun oude moeder toch wel wat gedaan heeft, ook al leverde het haar niets op.
En wat mijn namen betreft: we zijn hier allemaal maar tijdelijk en dus wat dat betreft ontleen ik mijn identiteit aan de naam die ik zelf heb aangenomen, Shabnam ofwel dauwdruppel. Zo voel ik me. Een dauwdruppel is er even om dan te verdwijnen en ze heeft eigenlijk geen naam.
Het mag geen naam hebben……… 😉
Door toeval schoot me vandaag je achternaam te binnen, gegoogeld en zo kwam ik hier.
Net 3.5 jaar van je blog doorgewerkt (veel overgeslagen omdat ik niet religieus van aard ben) en er van genoten. Sommige stukken lezen als een goed boek, indrukwekkend.
Ik wens je het allerbeste!
Theo, een tijdje je buurman op de Frits Coerslaan.
Hallo Theo. Dankjewel voor je commentaar. Maar ik ben heel benieuwd wie jij bent. Ik heb op zoveel plaatsen gewoond dat ik veel namen niet meer weet en zelfs straten waar ik gewoond heb. Wil je me een beetje helpen, want ik ben erg benieuwd. De naam Frits Coerslaan komt me wel bekend voor. Waar was dat ook weer en wie was jij? Ik heb je naam even gegoogled, maar kwam uit op drie mensen die Theo de Natris heten.
Aha! Ik heb even op google maps gekeken en zag daar het studentenflatje in Utrecht. Ik ben in die tijd verhuisd van een 10-eenheid naar een gemengde 4-eenheid, waar ik kort gewoond heb tot ik weer terugkeerde naar het kraakpand waar ik vandaan kwam. Was jij de jongen met lang haar die naast mijn kamer woonde? Ik kan me wel wat gesprekken herinneren 😉 Ook weet ik dat we een keer de keuken helemaal gepoetst hebben tot en met de fluitketel met zo een schuursponsje zodat die helemaal glom. Maar dat was samen met een meisje dat ook daar woonde, voor zover ik nog weet.
Hoi, klopt allemaal. Wat me altijd bijbleef was je “moeilijke” weekend met je vakgroep, Sensitivitytraining of zoiets, en de mooie schildering op de achterkant van je bureaustoel.
Ik lees dat je overweegt om een boek uit te brengen, doen!
Een van mijn favorite schrijvers begon met enkele zozo boekjes maar daarna was het bingo (paul theroux).
Ik neem aan dat je mijn email kunt zien, wellicht handiger om op die manier te communiceren mocht je dat willen.
Anders blijf ik in ieder geval van je blog genieten.
Theo
O ja, dat moeilijke gedoe met die ‘groeigroepen’ uit die tijd tijdens mijn studie psychologie. Dat waren pittige gebeurtenissen waarin mensen de lucht in geprezen werden of totaal de grond in geboord. Alles moest maar gezegd kunnen worden. Ik herinner me nog een deelnemer uit zo een groep die een underdogrol vervulde en zich kort daarna van een studentenflat gooide. Ik heb me daar nog een tijd schuldig over gevoeld, omdat hij me dezelfde avond ervoor gebeld had en ik niet wist dat hij zo aan de grond zat. Ik kende hem nauwelijks.
Ik heb Paul Theroux even gegoogled en zag dat hij heel wat boeken heeft geschreven. Ikzelf heb nog steeds ‘cold feet’ om te beginnen 😉
Ik heb trouwens nog een weblog. Zal je de link geven in een mail.