‘Moet je nou kijken’, zeg ik tegen Ahmad. ‘Dat heb je toch in Spanje niet, zoveel luchtverkeer’.
We zitten aan het ontbijt terwijl de zon nog net niet is opgegaan, iets dat je alleen maar in de winter zult meemaken, als de zon laat verschijnt en vroeg weer verdwijnt. In de roze ochtendlucht vliegen vogels van allerlei pluimage af en aan. Het is duidelijk spitsuur in vogelland. De meeste overvliegers zijn van een groter soort, zoals meeuwen, reigers, kraaien, spreeuwen, eenden (veel verder gaat mijn kennis van hun benaming niet), maar af en toe zie ik ook een kleiner vogeltje in duikvlucht naar beneden schieten, vermoedelijk op weg naar een lekker ontbijtje, een worm of een ander insect, misschien wel een vegetarische hap.
De vogels vliegen heel doelbewust en komen van links en rechts, boven en onder, zonder elkaar ook maar een moment in de weg te zitten of aan te raken met hun grote vleugels. In zwevende vlucht of klapwiekend scheren ze voorbij, daar hoog in de lucht. O wat mooi is dat!
‘Ik zie nergens zoveel vogels als hier’, zeg ik chauvinistisch. In Spanje ben ik al blij als ik wat duiven zie overvliegen of een enkele roofvogel in de lucht zie hangen, als een kleine vlek hoog in de lucht. ‘Maar er zijn wel veel musjes’, zegt Ahmad. En dat is waar. Ik zie daar veel mussen, die ik hier maar weinig zie.
Ik zie mijn thuisland nu met andere ogen dan vroeger. Dingen die me voorheen nooit opvielen en die ik als vanzelfsprekend aannam, bekijk ik nu met grote dankbaarheid. Hoe groen alles is en hoe sappig, ja drassig kan je wel zeggen! Hoe mooi de wegen zijn en hoe duidelijk de belijning op de wegen en hoe helder en klaar de verkeersborden. Hoe gevarieerd de populatie. Het is hier mooi!
Mooi filmpje! Ga door!