Er is een verband tussen lichaam en geest. Daarvan ben ik altijd overtuigd geweest. Daarom vond ik het altijd beperkt om psychologie te studeren. Immers, hoe kan je nu de geest los zien van het lichaam? Gelukkig ben ik niet de enige die er zo over denkt. De holistische psychologie is een tak van de psychologie die ook dat verband tussen lichaam en geest wil bestuderen.
Je kunt studeren wat je wil en toegegeven, de studie biedt een kader (ofwel een soort denkraam) waarin je bevindingen kunt passen. Maar heel belangrijk is toch wel de ervaring zelf en het voelen wat er gebeurt en hoe bepaalde gedachtes en gevoelens kunnen samenhangen met sensaties in je lichaam. Ook in de yogaleer wordt het verband tussen lichaam en geest benadrukt, zoals ik gisteren al zei, en daarom spreekt deze ‘tak van sport’ me zo aan.
Gisteren hadden we bezoek en ik had meer gegeten dan normaal. Ik kan daar niet zo goed tegen en al helemaal niet als het kort voor het slapen is. Wij zijn gewend in de avond om een uur of 21 onze laatste maaltijd te nuttigen. Dan moet je zeker niet te veel eten! Dat had ik gisteren wel gedaan en dat moest ik bekopen met pijn.
Toen ik in bed lag werd ik overvallen door pijn die liep vanaf mijn middenrif naar mijn keel. Het was een gevoel of iemand me letterlijk bij de strot pakte. Ik kreeg het heel benauwd en zocht naar manieren om de pijn te verlichten, wat me niet lukte. Ik ben met een kruik in mijn rug in de woonkamer gaan zitten met een plaid over me heen. Diep in en uitademend. Adem is zo belangrijk. Dat heb ik geleerd bij fysiotherapie. Hoe je letterlijk spanning in je spieren kunt wegblazen met elke uitademing. Dat probeerde ik nu ook met dat ellendige brok dat ik voelde in mijn keel. Het lukte me niet. Ik bleef zitten, met de angst letterlijk in mijn strot. Wanneer zou dit overgaan? Het gekke was dat er ongevraagd herinneringen in mij opkwamen, geen van alle prettig. Ik herbeleefde scenes in mijn leven die verschrikkelijk waren en bij elk herbeleven van deze rotervaringen werd de pijn heviger. Ik besefte dat ik mijn gedachten een andere kant op moest sturen om de pijn niet nog erger te laten worden en alles wat ik kon doen was in en uitademen, intussen Allah roepend in mijn hart. Het ademen met Allahs heilige naam verzachtte de pijn, maar telkens als er weer een herinnering oppopte greep de pijn me weer naar mijn keel. Ik bleef proberen mijn gedachten weg te sturen van die nare herinneringen op het ritme van mijn adem, intussen wel beseffend dat de herinneringen altijd een stuk van mij zullen blijven. Ze waren glashelder. Maar waarom mezelf ermee kwellen? Laat maar los, laat maar los. Ik zag het verband tussen te veel onverteerbaar leed in mijn jonge jaren en mijn te volgeladen bord met eten van deze avond. Ik werd letterlijk geconfronteerd. Ik bleef ademen en werd langzaam rustiger, kreeg het vooral een beetje koud en besloot mijn bed weer op de zoeken. Daar bleef de pijn aanhouden, maar op een draagbaarder niveau en tenslotte viel ik gelukkig in slaap.
En nu voel ik nog steeds een lichte beklemming in mijn keel en ik weet dat ik gewaarschuwd ben: ‘Laad je bord niet te vol!’.