Ik vind het niet erg om boodschappen te doen. Ik doe dat niet één keer per week in het groot, maar bij beetjes. Het is voor mij altijd een uitje. Een paar keer per week ben ik te vinden op het plein ‘de Stede’ of ‘de Ambachtsgaarde’ met mijn tweewieler met achterop fietstassen, als twee buidels rechts en links.
Inmiddels heb ik dus al mijn passen weer, maar ik ben niet meer zo gek om dagelijks met al die pasjes naar buiten te gaan. Alleen als ik auto rijd neem ik voortaan mijn mooie nieuwe pashoudertje met alle belangrijke pasjes mee. Voor de boodschappen op de fiets volstaat voortaan een oud rijbewijsmapje met daarin alleen mijn pinpas en mijn telefoon waarin ik alle bonuskaarten digitaal heb staan. Verder heb ik nu geleerd om altijd te checken of ik mijn tasje wel dicht geritst heb. Door schade en/of schande wordt ook een bijna 74-jarige nog steeds wijzer.
Bij de kassa van AH vraagt het meisje achter de kassa ineens of ik mijn portemonnee nog heb teruggevonden. Ik kijk haar even aan en herinner me dan dat zij op die dag achter de servicebalie stond en nog voor mij heeft nagezocht of er een pasjeshouder was gebracht bij de gevonden voorwerpen. ‘Nee’, zeg ik. ‘Helaas niet. En achteraf zag ik dat, terwijl ik nog aan het zoeken was, er al gepind was bij de Primera met mijn pinpas.’ ‘Dus hij is gestolen,’ zegt zij. ‘Gemeen, hè.’ ‘Ja, gemeen,’ beaam ik. Maar ik besef tegelijk dat ik alleen maar medelijden heb met de dief. Als je je toevlucht zoekt tot een dergelijke diefstal, dan ben je zeker veel armer dan ik, bedenk ik me. En stilletjes vraag ik me ook af hoeveel plezier iemand werkelijk kan hebben van zo een zielige kruimeldiefstal.
En dan is daar ook nog de onverschilligheid van deze persoon, die niet eens de moeite heeft genomen om tenminste mijn belangrijke pasjes in de brievenbus te deponeren van het politiebureau dat op nog geen 500 meter verwijderd is van de plek van de diefstal. Pasjes zoals mijn autopapieren, rijbewijs en zorgverzekeringspas. Ik heb gisteren nog gekeken bij de gevonden voorwerpen op internet. Mijn pasjeshouder is nergens ingeleverd.
Maar heel erg is het allemaal niet. Zeker minder erg dan ontplofte piepers en walkie talkies 😢. Dat is pas gemeen!
Afgezien van de kwaadaardige want briljante pieper- en portofoonbommen -dit is van een geheel andere orde- is er absoluut geen reden om medelijden te hebben met jouw portemonneedief en zijn kornuiten. Het zijn nietsontziende psychopaten in de dop, voornamelijk gewetenloos dus. Zij “verdienen” per dag meer dan jij in een paar maanden kunt opmaken. Medelijden met dergelijke individuen is niet aan de orde.
Laat ze lekker genieten van materiële goederen. In mijn optiek zijn ze arm.
Maar je hebt wel gelijk dat lang niet iedereen het ‘goed bedoelt’ en dat sommige mensen ronduit kwaadaardig zijn. Het heeft een tijd geduurd voordat ik dat besefte. Ik heb een groot deel van mijn leven besteed aan het vergoeilijken van andermans gedrag. Ik zie nu in dat dit niemand verder helpt.