In mijn studententijd en voordat ik moslim werd verdiepte ik me vooral in heel oude oosterse literatuur om meer te gaan begrijpen van het leven, kennis die ik helaas niet haalde uit mijn studie psychologie, een wetenschap die vooral gebruik maakt van kennismodellen die vergelijkbaar zijn met de exacte wetenschappen. In het westen staat het denken in causale verbanden centraal in de wetenschap, terwijl in het oosten veel wetenschap rekening houdt met synchroniteit. Dat vond ik mateloos interessant en herkende ik uit mijn eigen ervaring.
Ik had toen een boek, met de titel I Tjing, het boek der veranderingen. Vaak raadpleegde ik dit boek voor levensvragen en het was frappant hoezeer datgene wat ik dan tegenkwam door toeval exact overeenkwam met de vraag die ik had. Het is niet zo dat ik door de beschrijvingen bij de hexagrammen te lezen een pasklaar antwoord kreeg op een eventuele vraag die ik had, maar het lezen van de toevallige passage die ik telkens tegenkwam hielp me wel om de situatie beter te doorgronden en mezelf beter te begrijpen, al was dat soms heel confronterend.
Op een goed moment nam mijn broer mij een keer mee naar een lezing van professor ten Haaf. Wij studeerden toen nog allebei psychologie en zowel mijn broer en ik waren geïnteresseerd in het paranormale.
Het was een interessante lezing, maar anders dan mijn broer, die gewoon na de lezing direct naar huis ging, werd ik na afloop van de lezing benaderd door een jonge vrouw, die bekend stond als een medium. Zij zei dat ze een heel positief gevoel had over mij en ze nodigde me uit om een keer deel te nemen aan een bijeenkomst van een spirituele vereniging, genaamd Harmonia (in Utrecht). Ik ging erheen, maar voelde me er absoluut niet op mijn plaats. Men kreeg daar ook ‘geen hoogte’ van mij en zei mij dat ik erbij zat als een journalist. Zo voelde ik me ook. Ik keek het aan, maar hield afstand. Eén van de leden gaf me een boek te leen, dat de titel had ‘de witte magiër’. Op het moment dat ik dit boek in handen had, voelde ik me er niet goed over en ik las het daarom niet. Ik bezocht de bijeenkomsten van de spiritisten ook niet meer.
Kort daarna maakte ik kennis met de islam en toen viel voor mij veel op zijn plaats. Ik wilde me op dat moment zo snel mogelijk ontdoen van het boek over die magiër en bracht het terug naar Harmonia.
Maar op het moment dat ik me ging verdiepen in de islam meende ik dat ik ook het boek dat ik zo lang had geraadpleegd en dat wél bij mij past, de I Tjing, moest wegdoen. En dat deed ik ook. Zoals ik ook al mijn psychologie studieboeken mijn huis uit kieperde. Ik meende op dat moment dat er voortaan maar één boek voor mij zou zijn, de Koran, en dat ik verder geen boeken meer nodig had. Ik ben nogal radicaal in die dingen. Gelukkig had ik op dat moment net mijn doktoraalbul behaald en hoefde ik ook niet meer verder te studeren.
De laatste tijd denk ik vaak terug aan de I Tjing en besef ik dat het, naast de Koran, voor mij een heel belangrijk boek is geweest in mijn leven. Ik begin ook steeds meer te beseffen dat geen enkele denkwijze andere denkwijzen hoeft uit te sluiten en dat de aloude wijsheid van de I Tjing ook gerekend kan worden tot één van de heilige of op zijn minst wijze boeken. Ik kan me de raadgevingen die ik las in de I Tjing nog min of meer voor de geest halen en besef dat ze niet in tegenspraak zijn maar een versterking van de raadgevingen die in de Koran staan en dat ze zeker overeenkomen met soefi wijsheden.
Ik ging op zoek naar de I Tjing op internet en zag dat het een prijzig boek is. Daarom zocht ik een tweedehands exemplaar op dat volgens de beschrijving nog als nieuw is en bestelde dat bij de boekenbalie.nl. Normaal gesproken lees ik alles in mijn e-reader, maar een boek als de I Tjing verdient een harde kaft, want het is een naslagwerk.