Sinds gisteren, dat was donderdag precies 3 weken na mijn operatie, begin ik me zowaar wat beter te voelen. Het eten lijkt eindelijk de darmen te passeren zonder veel pijn, zij het wel voorzichtig en in kleine porties gedoseerd. Ik heb nu door proberen en aanpassen ook beter in de gaten welk voedsel ik wel en niet kan verdragen. Ik tracht ook consequenter aan mijn 2 liter (!) vocht per dag te komen. Dat valt niet mee als je maag zo gekrompen is.
Ik heb meer energie. Voelde ik me eerst zo slap dat ik in een winkel het liefst languit op de loopband wilde gaan liggen in plaats van te blijven staan, dat is nu een stuk minder…
Ik bekeek de wereld van achter een glasplaat. Om mij heen gezonde, energieke mensen met een normale eetlust en spijsvertering en dan ik achter die glasplaat, zo alleen met mijn ongemak en pijn. Het leek zo eindeloos.
Maar……sinds gisteren dus ineens die verbetering! We hebben direct maar heel optimistisch een ticket geboekt naar Nederland op 23 december.
Vandaag heeft mijn geweldige kok couscous gemaakt, op zijn eigen onvolprezen manier gekruid. Dat is een voor ons beiden licht verteerbaar gerecht. De geur is onweerstaanbaar lekker.
En ik gedenk intussen de helden in mijn drama van de afgelopen 3,5 weken. Ten eerste onze vriendin Nati (de taxista), die mij bracht naar de eerste hulppost hier in het dorp en bij me bleef tot Ahmads oudste dochter Vicky verscheen. Zij is mijn tweede held. Na haar werk als lerares in Sevilla was ze 250 km naar hier komen rijden, eigenlijk om haar zieke vader te zien. Zij bleef gedurende twee nachten en dagen (van dinsdagavond tot donderdagavond 21 uur!) staan naast mijn rijdende bedje met een rugzak op haar rug. Er was in de regel bijna nooit een zitplaats voor haar beschikbaar op de overvolle ‘Urgentia’. Zij deed dit zonder te slapen of te klagen. Als ik stamelde dat zij erg moe moest zijn, dan zei zij alleen maar dat zij zich grotere zorgen maakte om mij. Ik heb haar natuurlijk achteraf meerder keren bedankt voor dit heroïsche staaltje onbaatzuchtigheid. En ik zal het nooit vergeten….
Als derde dank ik de Almachtige dat hij zo een goede chirurg op mijn pad bracht. Het was zeker geen gemakkelijke klus om mijn darmen te ontwarren en dat dode stuk te verwijderen. De chirurg zei achteraf dat hij nog nooit zoiets had gezien als de knoop die ik daar had zitten. Ik heb hem ook een paar keer bedankt, waarop hij eenvoudig reageerde dat dit gewoon zijn werk is. En ik denk met liefde terug aan de verpleeghulp die mij in de nacht kwam verschonen, toen ik mijn hele bed had onder gespuugd. Ik had om te spugen alleen een matje tot mijn beschikking gekregen (zo één als men gebruikt als onderlegger). Dat is natuurlijk niet effectief genoeg qua inhoud. Ze ondersteunde me liefdevol toen ik naar de wasbak wankelde om mij te wassen, geheel naakt op mijn onderbroekie na, nadat ik mij ontdaan had van het nu vieze ziekenhuis-nachthemdje. Terwijl ik mij waste zag ik in de spiegel dat ze wat zorgelijk keek naar mijn uitgemergelde lichaampje. Nadat ik me gewassen had, deed ze de knoopjes voor me dicht van een schoon nachthemdje, dat raar genoeg vanachter dicht geknoopt diende te worden. Ik kreeg daarbij een bijna kinderlijk gevoel alsof een zorgzame moeder dit voor me aan het doen was. Ik bedankte haar, toen ze weg ging en mij achter liet in een nu schoon bed en met een teil tot mijn beschikking voor een eventuele volgende spuugaanval. Die teil heb ik de ochtend erop netjes geheel gevuld met een nieuwe voorraad. Hierop volgden opnieuw twee dagen van niet eten en daarna begon het voorzichtig opnieuw eten, dit keer in vloeibare vorm en gelukkig zonder verder drama.
En verder ben ik blij met de nieuwe vrienden (een Nederlands echtpaar) die ik ontmoet heb in het ziekenhuis. Ik heb eerder geschreven dat ik meer over hen zou gaan vertellen, maar dat doe ik toch maar niet. Onze vriendschap is te persoonlijk en er zijn nu met hun te veel dingen aan de hand om dat hier openbaar te delen.
Ik eindig dus maar met een foto van mij en mijn kamergenote van de laatste nacht (toen Ahmad naar huis was vertrokken, een dag eerder dan ik). Zij was een soort diva op leeftijd, die haar hele leven in de mode-industrie had gewerkt, een Granadina (oorspronkelijk bewoonster van Granada). Ze kwam volledig opgemaakt en met oorbellen en sieraden binnen voor een galblaas-operatie. Ze was heel blij met mij als kamergenote, zei ze. Wilde ook met me op de foto, vlak voor mijn ontslag. Om haar wat tegemoet te komen stifte ook ik mijn lippen maar voor dit plaatje….
Ik ben blij dat je zoveel goede ervaringen hebt gehad.
Over deze aarzel ik: “Als derde dank ik de Almachtige dat hij zo een goede chirurg op mijn pad bracht.”
Natuurlijk ben ik ook blij dat je een goede chirurg trof! maar als je nou geen goede chirurg had getroffen… was dat dan ook een plannetje van de ‘Almachtige’ geweest?
Jazeker.
Ik vind de dame met het rode haar meer een diva dan de senior blonde uit de mode industrie ? maar smaken verschillen ?