Wat mensen vaak afschrikt in de islam is dat je voor deze godsdiens best veel moet doen en laten.
De vijf zuilen van de islam:
1. de shahada, de geloofsbelijdenis. Dit valt nogal mee. Door het uitspreken van één zin ben je al moslim.
2. Het gebed, minimaal vijf keer per dag. Dat wordt al wat moeilijker. Maar Allah maakt het voor ons licht, want het gebed kent een verplicht gedeelte en een aanbevolen gedeelte. Als je alleen het verplichte gedeelte doet, neemt dat niet veel tijd in beslag.
3. De zakat. Een soort ‘belasting”. Het is verplicht om jaarlijks een percentage van je bezittingen weg te geven aan mensen die armer zijn dan jij. Dit is in wezen niet moeilijk en rechtvaardig.
4. De ramadan, het vasten in de maand ramadan van ongeveer twee uur voor zonsopgang tot zonsondergang. Dit is verplicht voor elke volwassene (vanaf het bereiken van de geslachtsrijpe leeftijd) met uitzondering van mensen die niet kunnen vasten vanwege ziekte of zwangerschap en tijdens de menstruatie. De niet gevaste dagen kunnen later ingehaald worden.
5. De Hadj, de bedevaart naar Mekka één keer in je leven, indien je daar de middelen voor hebt .
Verder mogen veel dingen niet. Alcohol drinken en roken zijn verboden (haram). Het eten van varkensvlees is ook verboden en kansspelen zijn verboden. Seks buiten het huwelijk is verboden.
De verboden dingen zijn in onze cultuur nu juist dingen die mensen graag doen en daarom zeggen veel mensen: moslim worden? Mij niet gezien. Dat is veel te moeilijk en wat voor lol heb je dan nog in je leven?
Ik kan dat best begrijpen. Ik ben zelf een bekeerling. Ik werd moslim op mijn 27e jaar, nu 35 jaar geleden. Daarvoor heb ik ook veel gedaan wat volgens de islam niet mag, zonder te weten dat dit niet goed zou zijn. Ik had altijd als motto: “zolang ik maar niemand anders schade berokken met mijn gedrag”. Aan liegen heb ik altijd een hekel gehad. Van kindsafaan voel ik letterlijk een steek in mijn rug als ik een leugen vertel. Mijn lichaam waarschuwt mij dan dat ik iets heel fouts doe.
Ik ben vanaf het moment dat ik me bekeerde sereus geweest met mijn ‘nieuwe’ geloof. Ik zeg ‘nieuwe’, omdat de islam voor mij eigenlijk niet nieuw was maar aanvoelde als de herkenning van iets dat ik altijd had gevoeld en gezocht. Maar dat neemt niet weg dat alle geboden en verboden van de islam mij niet altijd gemakkelijk vallen.
Ik weet dat Allah niets van ons nodig heeft. Hij is Zichzelf genoeg. Alles wat wij doen is voor onszelf. Het is ons opgedragen en aldus beschreven in de Koran om als leiddraad te dienen voor ons leven zodat wij en voordeel van hebben voor dit leven en de eeuwigheid. Niet om ons te beknotten of te straffen.
Neem het bidden. Ik doe dat uit plichtsbesef en omdat ik weet dat wij nooit Allah genoeg kunnen danken voor de zegeningen die ons dagelijks ten deel vallen. Zelfs de ‘slechte’ ervaringen blijken vaak later een zegen, omdat we daarvan geleerd hebben en omdat Allah ons er ook weer uit bevrijd heeft. Het leven is een test. De slechte ervaringen dienen we te verdragen met geduld en voor de goede ervaringen kunen wij Allah danken met ons hele hart.
Maar het bidden, dat een vijf maal per dag terugkerend ritueel is, kan ook makkelijk de vorm krijgen van een automatisme. Zoals je automatisch je tanden poetst en je sleutels op het gangkastje legt, zonder er veel bij na te denken. Het zijn een serie buigingen en strekkingen met daarbij uitgesproken teksten die zo vanzelfsprekend worden na vele jaren, dat je het als het ware kan doen, terwijl je al denkt aan wat je bijvoorbeeld vandaag eens zal gaan koken. Dat is natuurlijk niet de bedoeling van het bidden. Als het zo gaat, dan heeft het meer weg van een lege gymnastische vertoning zonder hart of ziel.
En dat is wat ik me gisteren weer eens realiseerde. Hoe vaak dwalen mijn gedachten af tijdens het bidden. Te vaak! En dat gebeurt me met name tijdens de gebeden overdag, te midden van de dagelijkse drukte, als ik even datgene waarmee ik bezig ben staak om te gaan bidden. Dan moet je dus eigenlijk ook even je hoofd leegmaken en beseffen dat je op het moment dat je op je bidkleedje staat, dat je dan staat voor het Aangezicht van de Koning, van de Allesbepalende Schepper. En dat je dan alle zinloze fladdergedachtes even in de hoek moet parkeren. Dit is mij altijd beter gelukt als ik opstond tijdens de uurtjes in het laatste derde deel van de nacht. Het is dan echt of je voelt dat je alleen bent met de Almachtige en de engelen. Om je heen is het doodstil en er is geen ‘geruis’.
Ik smeek Allah om mij de concentratie te geven dat ik ook overdag alles kan uitsluiten en mijn gezicht even uitsluitend kan richten naar de Ene. Want al zie ik Hem niet, Hij ziet mij wel en Hij verdient mijn volledige aandacht.
Enne, morgen is er weer een dag om te proberen op te staan….