Een meisje met een hoofddoek doet mij een vriendschapsverzoek. Ik accepteer. Ik ken haar niet, maar denk dat het mogelijk iemand is uit één van de korangroepen waarin ik zit.
Dan zie ik staan dat iemand via messenger contact met mij zoekt (ik heb messenger uitgeschakeld, maar dan kan je nog wel desgewenst zien of er berichten zijn). Het is de nieuw facebookvriendin en ik kijk even welk bericht zij gestuurd heeft.
Ze is tv-programmamaker en wil mij spreken over een programma dat zij wil gaan maken. Dit naar aanleiding van het feit dat zij (eigenlijk heel toevallig) in mijn weblog heeft zitten lezen. In de avond bel ik haar.
Ze wil een programma maken over diverse moslims van verschillende ‘richtingen’. Sunni moslims, shia moslims, soefi moslims, geboren moslims, bekeerlingen. De moslims gaan gedurende 10 dagen met elkaar in één huis wonen, met elkaar eten en boodschappen doen. Daarbij zullen zij gesprekken hebben over hun leven en geloof. De gesprekken zullen worden opgenomen en een maand later worden uitgezonden in een vierdelige serie van elk een half uur via de NTR (publieke omroep). De bedoeling van dit programma is te laten zien aan het tv-kijkend publiek dat moslims ook gewone mensen zijn met dezelfde levensvragen als een ieder. Zij wil bij die groep jonge moslims ook één ouder persoon zetten in dat huis en daarvoor vraagt ze mij. Wil ik dat?
Er gaan allerlei gedachten door me heen. 10 Dagen leven met jonge mensen die ik niet ken, ver van mijn man. Hoe gaan jonge mensen met misshien wel hoofddoeken en baarden aankijken tegen een Nederlandse vrouw van 67 jaar in een spijkerbroekie die zich ook moslim noemt? Ik zal helemaal uit mijn ‘comfortzone’ worden gehaald. En het meest kwetsbare van mezelf, mijn geloof, ga ik delen met de Nederlandse televiesiekijker.
Maar aan de andere kant: het is wel een kans om mensen een ander en diverser gezicht van de islam te laten zien dan het grimmige gezicht van het salafisme dat nu overal zo nadrukkelijk naar voren komt. Moet ik dus mijn angst en huiver niet opzij zetten ten dienste van dit ‘hogere’ doel? Met dat doel heb ik toch ook alle stukjes geschreven over hoe ik de islam zie in mijn weblog en in het digitale bulletin ‘Republiek Allochtonië’. Laat ik niet laf zijn, maar nu ook ‘doorpakken’, nu ik de kans krijg een steentje bij te dragen aan meer begrip voor deze mooie en vredelievende godsdienst (zoals die in wezen is en hoort te zijn). Ik zeg dat ik even moet overleggen met mijn man.
Een aantal minuten later bel ik haar terug met de bevestiging dat ik wil meewerken. Met de kanttekening erbij dat als zij een ander persoon vindt die zij bij nader inzien toch geschikter vindt dan mij, dat zij dan mij gerust mag laten passeren. In de week nadat ik ben teruggekomen in Nederland zal de jonge programmamaakster met mij kennis komen maken.
Ik had een vrij onrustige nacht daarna. Het idee om op de voorgrond te treden voor een medium als tv met zo een beladen onderwerp maakt me behoorlijk onrustig. Ik neem aan dat dit voor de andere groepsleden ook wel zal gelden. Maar ik wil dapper zijn en deze hindernis nemen zoals ik alle voorgaande hindernissen in mijn leven nam.