Ander opvanghuis

Nu ik het toch heb over vrouwenopvanghuizen, die in de regel namen hebben als ‘de vluchtheuvel’ of ‘de tunnel’ of ‘de terp’, kan ik nog wel even doorgaan.
Drie jaar voor ik op eigen houtje ging naar het opvanghuis in Den Haag, wat ik zelf geregeld had toen mijn oudste dochter te kennen gaf dat zij nu ook echt weg wilde uit onze benarde thuissituatie, heb ik ook 7 maanden in een ander opvanghuis gezeten. We werden er toen in een politie-auto heen gebracht. De politie was een tijd daarvoor aan mijn deur geweest met de mededeling dat ze ‘wisten van mijn situatie’ door buurtonderzoek. Ze verzekerden me dat er echt wel een uitweg voor me was. Ik hoefde alleen maar te bellen en te zorgen dat ik mijn paspoort bij me had en dan zouden zij me wegbrengen naar een geheim adres in een andere stad.
Op een dag besloot ik de politie te bellen nadat ik, terugkomend van mijn werk, drie van mijn kinderen van school had gehaald. Ik belde vanuit een telefooncel: ‘Ik sta hier met drie van mijn kinderen. Wil graag naar een opvanghuis. We moeten alleen nog mijn jongste een ophalen, want die is thuis.’ Ik had in mijn hoofd dat ik wel samen met een paar grote ome agenten mijn baby kon ophalen van mijn huis, waar mijn toenmalige echtgenoot dag en nacht de wacht hield. ‘Nee, dat gaat niet,’ stelden ze mij teleur. ‘Wij kunnen niet met u dat kind ophalen. U moet echt zorgen dat u buiten staat met al uw kinderen.’
Het was een klapper voor me om dat te moeten horen. Ik droop weer af naar huis en besloot het de volgende keer beter te plannen. Onder de bedden van de kinderen had ik al wat tassen verstopt met noodzakelijke spullen en kleding van een ieder voor later in het opvanghuis, Die tassen konden, als we eenmaal veilig waren, wel opgehaald worden, had de politie mij verzekerd.
Op een middag ging mijn ex, die mij eigenlijk geen seconde uit het oog verloor, even pinnen. Op dat moment zag ik mijn kans schoon. Met mijn jongste van drie maanden in een draagzak, de tweeling van drie aan iedere hand en de oudste van 9 jaar naast me liepen we zo snel als we konden naar de snackbar op de hoek. Het leek wel of de tweeling ook begreep dat het nu erop of eronder was. Ze liepen haastig en zwijgend naast me, alsof ze begrepen wat er ging gebeuren. Binnen een mum van tijd kwam er een burger politie-auto voorrijden en wij werden naar Den Bosch gebracht.
Wordt vervolgd……

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *