Dat dacht ik vandaag weer, toen ik me realiseerde hoe vaak ik ben ontsnapt aan grote gevaren en valkuilen door de onzichtbare Hand van Allah de Almachtige.
Van jongs af aan ben ik door het leven gegaan op een vrij argeloze en naïeve manier. Ik zag wel dat sommige mensen aardiger waren en beter te vertrouwen dan anderen, maar in de slechtheid van de mens geloofde ik eenvoudigweg niet. Ik bedoelde het zelf goed en ging er vanuit dat anderen dat ook deden. Als ik al benadeeld werd door een ander dan ging ik ervan uit dat het gewoon een ‘foutje’ was (zoals ikzelf ook fouten maakte) en dat de ander het niet zo bedoeld had. Een eenvoudig sorry van de ander of gewoon weer doen of er niets gebeurd was, was voor mij dan genoeg om die persoon te vergeven. Ik was al blij als mensen aardig tegen me deden. Mijn kinderhand was snel gevuld met liefde, waaraan ik doorgaans niet gewend was. Een aardig woord en ‘je had me’.
Op die argeloze manier wandelde ik door het leven, mijn intuïtieve gevoel of iemand al dan niet te vertrouwen was negerend. Want ik was niet blind. Ik zag dat mensen soms logen of een andere intentie hadden dan ze voorwendden, maar ik luisterde daar niet naar. Ik kneep gewoon een oog dicht en zei tegen mezelf dat ik het misschien niet goed had gezien. Door dit negeren van mijn innerlijke stem, die me heus wel waarschuwde, kwam ik in diverse situaties terecht die niet gunstig waren voor mij en soms ronduit gevaarlijk. Zo ben ik drie keer in mijn leven bijna verkracht, maar nog net niet. Ik heb gemerkt dat ik goed kon schreeuwen met een verrassend laag stemgeluid en gebruikmakend van de schrik van de belagers kon ontsnappen en wegrennen. Verder ben ik ontsnapt aan onterechte beschuldigingen aan mijn adres. Bijna werd mijn kind mij afgenomen doordat de ‘vertrouwensarts’ de beschuldigingen blindelings geloofde. Maar…. plotseling kwam hij te overlijden en hij werd vervangen door een andere vertrouwensarts, die mijn verhaal geloofde boven dat van de anonieme lasteraars. Iemand heeft me willen opzadelen met een duur huis met een zware hypotheek in combinatie met een huurcontract, waaraan ik geen einde zou kunnen maken. Dat is niet gelukt, omdat ik ineens ontwaakte uit een blind en onterecht vertrouwen in de persoon die ik ten onrechte van kinds af had proberen te zien als ‘familie’. Ik had nog net de tegenwoordigheid van geest om hier niet in te trappen, maar had dat bijna wel gedaan in mijn argeloosheid. Had ik dat wel gedaan, dan had ik nu financieel in zwaar weer gezeten en zou ik zijn aangewezen op de voedselbank.
In plaats daarvan zat ik vanmorgen op mijn eigen bank in het zonnetje te overpeinzen hoe genadig Allah voor mij is geweest in mijn leven.
Alhamd-ul-Illah. O Allah, ik dank u voor de genade die U mij elke dag geeft en ik schaam me dat ik zo weinig terug doe. Niets anders dan de verplichte gebeden, waarbij mijn gedachten ook nog te vaak afdwalen. O Allah, maak mij tot Uw dienaren en laat mij liefde verspreiden onder Uw schepselen, van wie ik houd omdat het Uw schepselen zijn. Mijn daden schieten schromelijk te kort om Uw Goedheid te beantwoorden met de eer die U toekomt.